Examenkatern paragraaf 1 & 2 Flashcards
Hoe heet het deel waar het huidige Nederland en delen van België lag begin 1050.
het Heilige Roomse Rijk
Hoe werk het Heilige Roomse Rijk bestuurd, leg ook uit.
Op feodale wijze:
- de leenheer (keizer) leende stukken land uit aan leenmannen (graven/hertogen)
- de leenman zorgde voor bescherming: in ruil daarvoor verleenden diensten aan deze leenman
Waarom was de Nederlanden dunbevolkt (begin 11e eeuw)?
Het land was grotendeels veengebieden (=dode plantenresten), moerassen of bossen.
Oftewel niet geschikt voor landbouw > zelfvoorzienend: ruilhandel of wederzijdse diensten
Waarom werd de landbouw productiever, noem 3 redenen.
- Ontginningen > de bossen werden gekapt en venen werden drooggelegd > meer ruimte voor landbouw
- Drieslagstelsel > leverde meer voedsel op
- Betere werktuigen (bijv. de ploeg)
(+ de assen werden vervangen door paarden)
Wat moet je in Nederland doen om akkerbouw mogelijk te maken?
Afwateren
Wat is het gevolg (en oplossing) van afwateren in akkerbouw?
Bodemdaling. ‘Oplossing’ is polders, of met molens het water wegpompen.
Wat is de oplossing als akkerbouw niet meer mogelijk is, en welk probleem komt er bij kijken?
Veeteelt.
Economische mogelijkheid: turf steken > goedkope brandstof # het houdt op.
Wat waren gevolgen van de extra landbouw?
Maakte bevolkingsgroei mogelijk > mensen konden gaan specialiseren > handel groeide > verstedelijking
Welke 2 dingen ontstonden door bevolkingsgroei (en verstedelijking)?
Er kwam een monetaire economie, er ontstond een agrarisch-urbane samenleving.
Wat waren 3 gevolgen van veengebieden?
- Zwakke feodaliteit, onafhankelijke/zelfbewuste boeren.
- Na verloop van tijd: veeteelt gericht op stad: commercieel (binnen Nederland).
- Veel samenwerking m.b.t. water > begin poldermodel.
Wat was het probleem qua veengebieden?
Waar komt het basisvoedsel, zoals graan, vandaan?
Stedelingen probeerden stadsrechten te krijgen, noem wat voorbeelden van deze rechten.
Tol, muur, (jaar)markt, bestuur, rechtspraak, munt, stapel, gilden, etc.
Wat waren voordelen van stadsrechten/verstedelijking voor boeren, burgers en hoge adel?
Boeren > geen herendiensten + geen/minder belasting.
Burgers > kans op geld verdienen/invloed op bestuur.
Hoge adel > meer belastingopbrengsten > minder afhankelijk van lage adel + militaire steun.
Hoe werden de inwoners van deze steden genoemd?
Burgers of poorters.
Wat vormden de poorters samen?
De burgerij.
Burgers hadden bepaalde …, zoals ambacht uit te mogen voeren, het recht om door stadsgenoten te worden berecht en komen in aanraking voor bestuursfuncties.
Voorrechten, privileges.
Hoe kon je poorter worden?
Door te betalen.
Waarom waren poorters zeer nodig?
Stadsbevolking krimpt snel, ook brachten ze nieuw kapitaal en kennis met zich mee.
Wat moet je hebben om een markt te mogen starten?
Stadsrechten
Welk deel (van het toen Franse Rijk) ontwikkelde zich in de 11e eeuw tot een van de meest verstedelijkte gebieden van Europa?
Vlaanderen
Wie gingen naar deze jaarmarkten?
Beide boeren en kooplieden.
Grote steden krijgen belangrijke marktfunctie voor het omliggende …….?
Verzorgingsgebied
Waar ligt Atrecht?
Een stad in Noord-Frankrijk.
Wat hadden ze (als politiek) in Atrecht?
Militaire bescherming en bonum commune (=algemeen welzijn) voor burgers.
Wat was de marktfunctie van Atrecht?
Lakennijverheid
Wat was een wisselbrief?
Document met geldbedrag dat elders opgeëist kan worden > betaalmiddel.
Waarom was er spanning in Atrecht?
Meer sociaaleconomische problemen en politieke verschillen.
Patriciërs tegen gilden/gemeen.
Vaak moest patriciër/graaf toegeven > gilden kregen iets meer te zeggen.
Hoe heten de groep rijke kooplieden, die meer macht in politiek en economie krijgen door de goedlopende handel?
Patriciërs