Examen Juni F. absolutisme en parlementisme Flashcards
Kenmerken absolutisme
-macht v/d vorst: wetgevende, uitvoerend & rechtelijke macht bij 1 persoon
- doorgedreven centralisatiepolitiek
- geen beperking in tijd (macht)
Oudere principes waarop absolute vorsten hun macht baseren
- goddelijk recht > koning = plaatsvervanger van God op aarde
- Romeins staatsrecht > veel macht voor de leider
Lodewijk XIV
5 jaar: w koning van Frankrijk, kardinaal Mazarin bestuurd het land
Hoge adel: pleegt verschillende staatsgrepen, w verijdeld door trouwe groepen koning, nadien w ze gestraft/ gedood
> macht adel w gebroken
23 jaar: Lodewijk neemt de macht > start mythevorming vd Zonnekoning + streeft naar absolute machten & onbeperkt gezag
5 pijlers vd sterke koninklijke macht
1 voldoende financiële middelen 2 sterk leger 3 goed georganiseerd ambtenarenkorps 4 mercantilistische economie 5 een staatsgodsdienst
Voldoende financiële middelen
- belastingen efficiënt innen
- koloniale handel stimuleren
- tollen & accijnzen heffen
Sterk leger
Staand leger > permanent leger (beroepssoldaten)
Doel: prestige oorlogen
Goed georganiseerd ambtenarenkorps
- hogere bestuurders uit burgerij
- vauban > min van defensie: nieuw type van vestigingsbouw (vaubanforten)
- colbert minister van financiën en handel
- uitgebreid ambtenarenkorps; praktische uitvoering van bestuur,…
- intendanten: controleurs vd bestuurders en ambtenaren
Mercantilistische economie
= gericht op de handel, economisch beleid
Hoe?
- goedkope grondstoffen (uit eigen kolonies
- grondstoffen omzetten tot producten in manufacturen
- producten zoveel mogelijk uitvoeren naar het buitenland
Niet:
- grondstoffen uitvoeren
- afgewerkte producten invoeren
Doel: uitvoer groter dan invoer + hoeveelheid edel metaal voor Frankrijk vergroten
1 staatsgodsdienst
Lodewijk steunt het katholicisme, trekt edicten van kantjes weer
- meer eenheid minder verdeeldheid
- cement maatschappij
Het paleis van Versailles: meer dan een gebouw
Doel ervan:
-uitdrukken macht Zonnekoning
Bepaalde activiteiten olv Lodewijk ruïneerden het land
Vele maar weinig succesvolle oorlogen
Paleis van Versailles: geldverslindend
> telkens weer nieuwe belastingen nodig, lage lonen manufacturen + arme boeren + mislukte oogsten > volk is opstandig
Streven naar absolutisme bij stuarts
Elisabeth 1 sterft kinderloos, einde tudors
Start stuarts, Engelse koning (Jacob) probeert absolutisme in te voeren > conflicten met parlement >burgeroorlogen >onthoofding Karel 1 >Engeland w dictatuur
Kern de bill of rights
> koning is gebonden aan de grondwet
>parlement: wetgevende macht & koning: uitvoerende macht
Voorwaarden grondwettelijke monarchie
- de koning mag niet zomaar beslissen wat die doet en is gebonden aan de grondwet
- wetgevende macht voor het parlement
- uitvoerende macht voor de koning
Waarom was Engeland vanaf 1689 geen absolutisme maar ook geen democratie
“Glorious revolution”
Katholicisme