Energetisch lichaam Flashcards

1
Q

sushumna nadi

A

dwars door lichaam van root naar hoofd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ida nadi

A

vertrekt links, eindigt links
vrouwelijk, koelend, chandra
verbonden met rechter hersenhelft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

pingala nadi

A

vertrekt rechts, eindigt rechts
mannelijk, verwarmend, surya
verbonden met linker hersenhelft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

muladhara chakra

A

root chakra
net onder stuitbeen
veiligheid, in het nu zijn, weerstand (mentaal en fysiek)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

swadhistana chakra

A

zoetheid
saccrale chakra
ter hoogte van heiligbeen
creativiteit, sexualiteit, emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

manipura chakra

A
schitterend juweel
solar plexus chakra
ter hoogte van de navel
transformatie, zelfvertrouwen, zelfbewustzijn, zelfbehoud
opslag van energie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

anahata chakra

A

ongedeerd, ongeschonden
hart chakra
ter hoogte van het hart
verbindt de onderste drie (instincten) met bovenste drie (hogere bewustzijn)
empathie, onbaatzuchtige liefde, acceptatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

vishuddha chakra

A

keelchakra
klank- en spraakcentrum
bemiddelaar tussen voelen en denken (hart en voorhoofdchakra)
met aandacht luisteren, duidelijk spreken, communcatie hart/hoofd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

ajna chakra

A

derde oog
voorhoofdschakra
verbinding geestelijke wereld, intuïtieve kennis, verbeelding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

sahasrara chakra

A

kruinchakra
boven het hoofd
spiritualiteit, verlichting, hogere bewustzijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

yantra en mantra

A
mantra = klank
yantra = symbool (visuele ondersteuning bij meditatie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

mudra

A

zegel, lak met specifiek vormpje om een brief te sluiten

handmudra’s, maar ook andere:

  • oogpositie (link drishti)
  • handen tegen mekaar plaatsen
  • vormspanning in hele lijf
  • lijnen, hoeken, bindingen… (in se is elke asana en mudra)

doel = concentratie verhogen door ergens op te focussen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

san bao

A

3 kostbaarheden:

  • Qi: levensenergie (prana), stroomt door meridianen (lamp die brandt, door de energie uit de batterij (jing))
  • Jing: constitutionele energie (nier-qi), energie waarmee je geboren bent, link anar vata/pitta/kapha (prenatale: op-is-op en postnatale: herlaadbaar)
  • Shen: geestelijke/spirituele energie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

bloed en lichaamsvocht

A

xue: alles wat voedsel transporteert (vnl bloed)
jinye: al het andere
jin: lichtere/heldere types: zweet, tranen
ye: zwaardere/dikkere types: gewrichtssmeer, vocht in merg en hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

zang & fu

A

zang = yin = massief = opslag energie = teen naar vinger

fu = yang = hol = productie energie = vinger naar teen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

ademhalingsorganen

A

longen, luchtpijp en neus/keel/mond
borstbeen, ribben, thoracale wervels
middenrif, tussenribspieren en schuine halsspieren

> connected to everything: buikholte en schouder => van daaruit met de rest van het lijf geconnecteerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

ademhaling onder stress

A

spanning in buikspieren => belemmert vrije beweging middenrif => hoger ademen & meer buikspieren nodig om uitademhaling te ondersteunen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

types ademhaling

A

borstademhaling
buikademhaling (meer 360)
paradoxaal ademen (buik intrekken bij inademen en losgelaten bij uitademing)
hyperventileren (overademen, kan chronisch zijn)

19
Q

ademhaling en fight/flight/freeze

A

sympathisch zenuwstelsel = overademen, stress

parasympathisch zenuwstelsel = rustig ademen, herstel

20
Q

BOLT

A

blood oxygen level test

21
Q

neus vs mond ademhaling

A

neus:
- parasympatisch
- filtering van de ingeademde lucht
- toevoeging NO (antimicrobiaal en verwijdt bloedvaten)
- verwarming en bevochtiging ingeademde lucht
neutrale positie tong

mond

  • geen filtering
  • droge mond en algemene uitdroging (tot 40% meer vochtverlies)
  • bacterieën in mond, keel en luchtwegen
  • adem happen = lucht in maag en darmen
  • tong hangt naar onder in de mond (invloed op houding hoofd)
22
Q

Bohr effect

A

CO2 nodig om 02 uit bloed af te laten geven. Ademhalingsprikkel komt als CO2 te hoog is (niet als 02 te laag is)

Paradox: overademen = minder CO2, dus minder O2 wordt gereleased, waardoor we nog harder gaan ademen en er nog minder CO2 in ons lijf is => oplossing is CO2 tolerantie verhogen

23
Q

ujjayi

A

licht samengetrokken strottenhoofd > ruisend geluid

opwarmend, kan helpen tegen astma en hyperventilatie

24
Q

kapalabhati

A

krachtig in en uit door de neus
instant vitaal gevoel, verhoging mentale bewustzijn
(shining skull)

25
Q

bastrika

A

buik als blaasbalg

geeft energie en warmte, doorbloeding buikorganen

26
Q

surya bhedana

A

inademen door rechter neusgaat
yang, verwarmend
stimuleert nadi pingala

27
Q

chandra bhedana

A

inademen door linker neusgat
yin, verkoelend
stimuleert nadi ida

28
Q

nadi shodhana

A

afwisselend rechts en links in- en uitademen

balanceert energie, kalmeert en verheldert geest

29
Q

sitali

A

in door neus en uit in leeuwenface (mond open en tong uitgestoken)
lion breath
korte kumbaka na uitademing
sterk verkoelend

30
Q

sitkari

A

zelfde als leeuw, maar adem inzuigen tussen tanden

verkoelend, helpt bij tandvleesproblemen en slechte adem

31
Q

bandha’s

A

jihva (tongslot)
jalandhara (keel)
uddiyana (buik)
mula (bekkenbodem/heupgebied)

maha bandha = combinatie 3 of 4 bandhas

32
Q

dristhi angusta ma dyai

A

naar duimen focus

33
Q

dristhi urdhva

A

omhoog focus

34
Q

dristhi broommadya

A

derde oog focus

35
Q

dristhi nasagrai

A

neus focus

36
Q

dristhi hastagrai

A

hand focus

37
Q

dristhi parsva

A

opzij focus (naar links of naar rechts)

38
Q

dristhi nabi chakra

A

navel focus

39
Q

dristhi padayoragrai

A

tenen focus

40
Q

waarom mediteren

A
  • meer focus
  • verbeterd zelfvertrouwen en zelfbewustzijn
  • minder stress
  • minder kans op depressie
  • emotionele balans
  • minder piekeren
  • minder kans op verslaving
  • beter pijnmanagement
  • verbeterde slaap
  • je wordt er een toffe peer van
41
Q

types meditatie

A
  • vipassana: stiltemeditatie, retreats
  • mindfulness: aandacht
  • zen: via aandacht naar stilte
  • transcendente: mantra herhalen
42
Q

types mantragebruik

A

japa mala = reciteren met lage stem terwijl je een kralenketting gebruikt om te tellen
ajapa = in stilte reciteren
likhita = neerschrijven
bhakti = zingen in groep

43
Q

mala

A

kralenketting van zaden van de rudraksha boom (108)