Anatomie Flashcards
Blessure
Disbalans tussen mobiliteit en stabilteit
en/of overbelasting (chronisch/acuut)
Supercompensatie
Als we rusten bij de eerste tekenen van overbelasting (of simpelweg na belasting), herstellen onze structuren zich sterker dan voordien
Types blessures
gewrichten: ontwrichting, ontsteking
botten: breuken, scheuren, verbrijzelingen
spieren: kneuzing, verrekking, scheuring
Andere bijzondere anatomische omstandigheden
rolstoelgebruiker slechtziend of blind slechthorend of doof obesitas mentale aandoeningen ziektes
pre-natale yoga
bestaande practice kan voortgezet worden, als de vrouw zich daar goed bij voelt
eventueel aanpassen/verzachten (voor zover dat nodig is)
geen extremen opzoeken
individuele aanpak!
post-natale yoga
individueel verschillend!
herstelperiode in acht nemen: minstens 8 (vaginaal) - 12 (keizersnede) weken rust en herstel
bekkenbodem, buikspieren en middenrif moeten “bekomen” van bevalling
focus is herstel van draagkracht
anatomische stand
vitruvian man, handpalmen naar voor, voeten evenwijdig
bewegingsvlakken
frontaal = deur sagittaal = wiel transversaal = tafel
locatie tov wervelkolom
mediaal = dichter bij middenlijn lateraal = verder van middenlijn
locatie tov frontaal vlak
anterior/ventraal = voorzijde posterior/dorsaal = achterzijde
locatie tov romp
proximaal = dichter bij de romp distaal = verder van de romp
locatie tov hoofd
superior/craniaal = boven of richting het hoofd inferior/caudaal = onder of verder van het hoofd
locatie tov huid
oppervlakkig = richting de huid diep = dieper in het lichaam
lateraliteit
unilateraal (1 item 1 kant)
bilateraal (2 items zelfde kant horizontaal: 2 benen)
ipsilateraal (2 items zelfde kant vertikaal: linkerarm, linkerbeen)
contralateraal (2 items tegenovergestelde kant in 2 dimensies: linkerarm, rechterbeen)
beweging in het sagittale vlak (wiel)
flexie: kleiner maken hoek gewricht dat sluit of voorwaartse beweging
extensie: groter maken hoek gewricht dat sluit of achterwaartse beweging
voet
dorsieflexie = wreef naar scheen
plantairflexie = voetzool naar kuit (tenen punten)
schouder
protractie en retractie
beweging in het frontale vlak (deur)
abductie = van de middellijn weg, spreiden vingers/tenen, duim naar pols trekken (denk vanuit anatomische stand, duimen naar buiten)
adductie = naar de middellijn toe, sluiten tenen/vingers, pink naar pols trekken
voet
supinatie/inversie, over kleine teen, voetzool naar binnen
pronatie/eversie, over dikke teen, voetzool naar buiten
schouder
elevatie & depressie
beweging in transversale vlak (tafel)
mediale/interne rotatie: naar de middellijn (duim of dikke teen)
laterale/externe rotatie: van de middellijn weg (duim of dikke teen)
bewegingen voorarm
pronatie: handrug voorwaarts, botten gekruist
supinatie: handpalm voorwaarts, botten parallel
circumductie: combinatie flexie/abductie en extensie/adductie, zonder rotatie
Functies skelet
Stevigheid/structuur lichaam Aanhechting spieren Beschermen organen (ribben, schedel)
Aantal botten
206 als volwassene
Wervelkolom
7 halswervels (cervicaal) 12 borstwervels (thoracaal) 5 lendewervels (lumbaal) 1 sacrum (vergroeiing) 1 staartbeen (vergroeiing)
curves wervelkolom
lordose = holling kyphose = bolling
Dienen voor:
- Balans
- Beweging/flexibiliteit in verschillende richtingen
- Gelijkmatige drukverdeling (zwaartekracht en andere soorten impact opvangen)
effect yoga op botten
stress uitoefenen op botten (meestal onder de vorm van druk), geeft botten reden om sterker te worden (als de stress niet te groot is voor de draagkracht van het bot)
functies spieren
beweging uitvoeren
skelet samenhouden
warmte genereren (bibberen)
bloed rondsturen en lymphesysteem stimuleren
bescherming onderliggende structuren tegen impact
strijd tegen de zwaartekracht
onderdelen spieren
spiereiwitten: samentrekken en ontspannen
reksensoren: sturen signalen van meer of minder aanspannen
- spierspoeltjes: zenuwapparaat in de buik van de spier, geven stretch reflex (all or nothing) als de spier te ver verlengd is
- peesorgaan (golgi tendon): zenuwapparaat in overgang spier-pees, detecteert kracht op pees, zorgt voor ontspanning & kan spierspoeltjes overrulen (ontspannen om te beschermen bv voet omslaan)
- gewrichtskapsel: verschillende sensoren die drukverschillen in gewricht registreren
Dit alles samen geeft proprioceptie
motor units
samenwerkende spiervezels
motor programs
meest efficiente manier om een vaak uitgevoerde beweging uit te voeren
vormen van contractie
excentrisch: tijdens verlenging
concentrisch: tijdens verkorting
isometrisch: neutrale positie (houden waar je bent)
Structuur zenuwstelsel
centraal: brein & ruggemerg
perifeer: al de rest
> binnen perifeer: somatisch (vrijwillig, input zintuigen, output skeletspieren) vs autonoom (onvrijwillig, input inwendige receptoren naar gladde spieren en klieren)
> binnen autonoom: sympatisch (fight/flight) vs parasympatisch (rest/digest)
! sympathisch en parasympathisch zijn altijd beide tegelijk aan het werk, de vraag is welk het actiefst is
types stretch
ballistisch: bouncing, momentum
dynamisch: trage bewegingen die steeds meer ruimte innemen (bv cirkels met armen klein naar groter)
statisch passief: positie onderhouden externe ondersteuning (bv muur, blok)
statisch actief: positie onderhouden met antagonistspier
gefaciliteerd stretchen/PNF: isometrische stretch combineren met met passieve stretch (spier aanzetten en dan relaxen in end range)
tegen weerstand stretchen (bv met partner of tegen voorwerp, eigen hefbomen)
Homunclus
kaart van hoeveel hersencapaciteit er naar zintuigen/motorprogramma’s gaat.
Kan beinvloed worden door training/handicap etc.
practice = beinvloeden van deze brainpower > stap voor stap en afhankelijk van hoeveel je traint. Je kan als beginner simpelweg geen gevorderde cues vatten
Motorprogramma’s trainen kan in stukken gekapt en is niet lineair
yinne vs yange weefsels
yin: botten, ligamenten en gewrichten
yang: bloed, spieren en huid
wanneer is yin yoga geschikt?
- spieren koud (niet na yange activiteit)
- voor bedtijd
- bij zeer warmte temperaturen
- in hectische periodes of bij een hectische levensstijl
- na een lange reis
- tijdens de menstruatie
wanneer is yin yoga niet geschikt
- blessure in de weefsels die je gaat stresseren
- klinische hypermobiliteit
- als het de enige practice is zonder yange tegenhanger in de levensstijl (kan ook sport zijn)
- voor een krachtinspanning