Economische omgeving D Flashcards

1
Q

inflatie

A
  • aanhoudende algemene prijsstijging van consumptiegoederen
  • algemene waardedaling geld/meer betalen voor hetzelfde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

algemeen prijspeil

A

een gemiddelde van de prijzen van alle soorten producten/diensten die op Belgische markt verhandeld wordt over een jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe wordt de verandering van het algemeen prijspeil gemeten worden?

A

door het indexcijfer van de consumptieprijzen (CPI)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe meet de inflatie de stijging van de prijzen?

A

door de procentuele veranderingen te berekenen van twee consumptieprijsindexen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

formule inflatie (maandelijks)

A

((CPI jaar n - CPI jaar n-1)/ CPI jaar n-1) x 100

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

zie vanaf slide 14

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wanneer ontstaat een conjuncturele inflatie?

A

wanneer de vraag groter is dan de productiecapaciteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

structurele inflatie

A
  • kosteninflatie of aanbodinflatie
  • importinflatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

kosteninflatie of aanbodinflatie

A

verhoging productiefactoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

importinflatie

A

stijging van importprijzen ten gevolge van de wisselkoers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

monetaire infatie

A
  • ECB koopt overheidspapier op van banken
  • geldhoeveelheid stijgt
  • aangeboden goederen en diensten blijven hetzelfde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

gevolg inflatie voor consumenten

A

daling koopkracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

gevolgen inflatie ondernemingen

A
  • verzwakking competitiviteit
  • onzekerheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

gevolg inflatie voor beleggers

A

belangrijke formule -> reële rente = nominale rente - inflatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

gevolgen inflatie voor schuldenaars

A

terug te betalen bedrag is in koopkracht minder waard = voordeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

gevolg inflatie schuldeisers

A

terug te krijgen bedrag is in koopkracht minder waard = nadeel

17
Q

hoe bestrijd men conjuncturele inflatie

A
  • verhoging beleidsrente
  • meer inkomsten (belastingen)/minder uitgaven
    -> vraag zal hierdoor dalen
18
Q

bestrijden van structurele inflatie

A
  • matiging lonen
  • prijzen blokkeren
    -> prijzen zullen dalen
19
Q

automatische loonindexering

A

aanpassen van lonen met sterke regelmaat en volgens bepaald systeem aangepast door schommelingen van consumptieprijzen

20
Q

waarom is er een automatische loonindexering?

A

om koopkracht te behouden

21
Q

afgevlakte gezondheidsindex

A
  • gemiddelde van de laatste 4 maandelijkse gezondheidsindexen
  • basis indexering pensioenen, sociale uitkeringen
22
Q

wanneer is er een indexatie?

A

als de afgevlakte gezondheidsindex groter is dan spilindex -> lonen aangepast volgens dezelfde verhouding als de prijsstijging

23
Q

waarvoor zorgt ECB?

A
  • prijsstabiliteit
  • bewaren koopkracht
  • toezicht houden op banken in eurozone
24
Q

2 maatregels van ECB

A
  • beleidsrente manipuleren
  • monetaire inflatie
25
Q

doelstellingen en taken nationale bank België

A
  • uitvoering monetaire politiek ECB
  • monetaire statistieken
  • communicatiepartner
  • toezicht op banken