Economische omgeving A Flashcards
Meso-economie
bestuderen van bepaalde huishoudingen bv bedrijfstak, sector of regio
macro-economie
bestuderen van alle bedrijven, gezinnen, overheidshuishoudingen en het buitenland
hoe komen macro-economische grootheden tot stand?
werkloosheid, inflatie, overheidsschuld en belangrijkste BBP
inflatie
een aanhoudende algemene prijsstijging van de consumptiegoederen
concurrentievermogen
capaciteit van een economie om een duurzame toename van de levenstandaard te realiseren en een zo laag mogelijk niveau van onvrijwillige werkloosheid
Belgische automatische loonindexering
aanpassing van lonen en wedden van
werknemers met sterke regelmaat en
volgens een bepaald systeem aangepast
aan de schommelingen van de consumptieprijzen
gevolg economie conjuncturele hoge inflatie
verhitte economie = rente verhogen = mensen geven minder uit
4 economische actoren
- gezinnen
- bedrijven
- overheid
- buitenland
gezinnen gevolg op economische kringloop
consumentengedrag en vraagcurve
bedrijven gevolg op economische kringloop
producentengedrag en aanbodcurve = micro economie en marktprijsvorming
voor wat zorgt de interactie tussen de 4 economische actoren?
macro economie
waarvoor staat Y
lonen en wedden (inkomen)
waarvoor staat C?
consumptieve uitgeven
waarvoor staat W?
goederen en diensten
formule W, C, Y
Y = W = C
zie schema slide 20
ok
gaat een gezin/consument al zijn inkomsten besteden aan consumptie?
nee, ze zullen ook sparen (S)
formule gezin dat spaart
Y = C + S
zal een bedrijf enkel consumptiegoederen produceren?
nee, een bedrijf zal ook investeringsgoederen produceren
symbool investeringsgoederen
I
formule met investeringsgoederen
W = C + I
rol van overheid in economische kringloop
- produceren goederen en diensten
- werkgever
- koopt aan bij het bedrijfsleven
- leent geld
- herverdeelt het in komen
zie slide 25
ok
RSZ betekenis
Sociale zekerheid
zie schema slide 26
ok
schema slide 27
ok
welvaart
de mate waarin mensen met de beschikbare schaarse middelen hun behoeften kunnen voorzien
door wat komt er meer welvaart?
hoe meer producten en diensten geproduceerd worden, hoe meer welvaart
bruto NATIONAAL product
over diensten en goederen die door mensen die in een land wonen, ongeacht of ze in dat land of in het buitenland werken geproduceerd worden in 1 jaar
bruto BINNENLANDS product
over diensten en goederen die op 1 jaar tijd worden geproduceerd op het grondgebied van een land, zowel door niet- als ingezetene
zie figuur slide 31
ok
brutoproduct
som van de bruto toegevoegde waarden of het finaal product tegen marktprijzen (incl. indirecte belastingen en subsidies)
bruto toegevoegde waarde
verschil tussen de marktprijs van de geproduceerde goederen/diensten en de waarde van de in het productieproces verbruikte goederen en diensten
brutoproduct tegen marktprijzen
hoeveelheid marktprijs
nominale BBP
de waarde van het BBP uitgedrukt in de huidige prijzen van het jaar waarin het wordt gemeten -> geen rekening met inflatie
ramingen tegen kettingseuro’s
reële BBP of BBP naar volume
reële BBP of BBP naar volume
berekening hoe hoog BBP nu zou zijn als de prijzen tov het onmiddellijke voorafgaande jaar gelijk waren gebleven
naar wat kijkt men bij reële BBP of BBP naar volume?
naar de koopkracht van het BBP
wat is BBP?
een basis macro-economische grootheid die economische activiteit meet
stijging BBP resulteert in
stijging productiegoederen en diensten, stijging behoeftebevrediging, stijging welvaart