Consumentengedrag A Flashcards
optimale keuze kan je in 2 delen opdelen
- niet-economische factoren
- economische factoren
niet economische factoren
voorkeuren of preferenties
in welke factoren kunnen niet-economische factoren opgedeeld worden?
- sociologische factoren
- psychologische factoren
sociologische factoren
alle invloeden die te maken hebben met het feit dat mensen tot een bepaalde bevolkingsgroep behoren
voorbeelden sociologische factoren
- sociale klasse
- religie
- woonplaats
voorbeelden psychologische factoren
- persoonlijkheid
- levensstijl
- attitude (naar producten toe)
in welke twee dingen kunnen economische factoren opgedeeld worden?
- prijzen goederen
- beschikbaar inkomen
wat is het gevolg van een stijgend inkomen?
we kopen meer
nominaal inkomen
inkomen in geldeenheden (het bedrag zelf)
reëel inkomen
- hoeveelheid goederen en diensten je kan kopen
waarvoor wordt reëel inkomen gebruikt?
meten van koopkracht
als het inkomen stijgt stijgen zowel
het nominaal inkomen als het reëel inkomen
zal een verandering in prijzen onze optimale keuze beïnvloeden?
ja
wat gebeurt er met het reële inkomen en de koopkracht als de prijs van een goed stijgt?
- reële inkomen daalt
- koopkracht daalt
wat gebeurt er met het reële inkomen en de koopkracht als de prijs van een goed daalt?
- reële inkomen stijgt
- koopkracht stijgt
verandert een wijziging van de prijs van een goed iets aan het nominaal inkomen?
nee het nominaal inkomen blijft wel constant
(prijs)vraagcurve
relatie tussen hoeveelheid en prijs van 1 goed
2 soorten (prijs)vraagcurven
- individuele vraagcurve
- collectieve vraagcurve
verschuivingen langs de vraagcurve
gevolg van een wijziging van de prijs van het product zelf en de prijs van andere producten blijven hetzelfde
hoe hoger de prijs, hoe … de gevraagde hoeveelheid
hoe lager de gevraagde hoeveelheid
hoe lager de prijs, hoe … de gevraagde hoeveelheid
hoe hoger de gevraagde hoeveelheid
hoe loopt de vraagcurve
dalend
3 gevallen waarbij er een verschuiving van de vraagcurve zal optreden
- inkomensverandering
- verandering van preferentie
- prijsverandering andere goederen/diensten
wat gebeurt er met de vraagcurve als het inkomen daalt (bij gelijkblijvende preferenties en prijzen)?
vraagcurve gaat naar links
wat gebeurt er met de vraagcurve als het inkomen stijgt (bij gelijkblijvende preferenties en prijzen)?
vraagcurve verschuift naar rechts
wat gebeurt er met de curve als er een grotere preferentie is voor een ander goed?
wijziging behoefteschema = minder gebruik van product -> vraagcurve verschuift naar links
2 delen prijsverandering goederen/diensten
- complementair
- substitueerbaar
complementaire goederen
goederen die elkaar aanvullen bij het voldoen van eenzelfde behoefte
voorbeelden complementaire goederen
- auto en benzine
- gsm en oplader
voorbeeld complementaire goederen: aankoopprijs voor auto’s daalt, wat is het effect op vraag naar benzine?
vraag auto’s zal stijgen -> ook vraag naar benzine zal stijgen
substitueerbare goederen
goederen kunnen elkaar vervangen om aan eenzelfde behoefte te voldoen
voorbeelden substitueerbare goederen
- trein en auto
- appels en peren
als prijs appelen stijgt, wat zal er dan gebeuren met de vraag naar peren?
de vraag naar peren zal stijgen
onder welke noemen vallen de verschuivingen van en langs de vraagcurve?
de individuele vraagcurve
collectieve marktvraagcurve
totale vraag naar een bepaald goed wordt bepaald door vele vragers
methode collectieve marktvraagcurve
optelling van de verschillende individuele vraagcurven
4 factoren die de marktvraag beïnvloeden
- preferenties consumenten
- grootte en samenstelling bevolking
- inkomen
- prijzen van andere goederen
wat meet de prijselasticiteit van de vraag?
de gevoeligheid van de gevraagde hoeveelheid na een verandering in de prijs
formule procentuele/relatieve verandering prijs
(nieuw-oud/oud)
formule prijselasticiteit van de vraag
Ev = ((Q1-Q0)/Q0)/(p1-p0)/po)) -> uitkomst is een getal
wat als je een negatief teken uitkomt bij formule prijselasticiteit van de vraag?
een verhoogde prijs (oorzaak) = verlaagde hoeveelheid (gevolg)
(neem absolute waarde Ev) |Ev|> 1
prijselastische vraag
|Ev| < 1
prijsINelastische vraag
|Ev| = 1
unitair prijselastische vraag
prijselastische vraag
prijsverandering leidt tot een meer dan evenredige verandering van de gevraagde hoeveelheid
prijsinelastische vraag
prijsverandering leidt tot een minder dan evenredige verandering van de gevraagde hoeveelheid