EBP HC2 Flashcards
Toetsen (experimental)
Verklaren van oorzaak-gevolg relatie tussen 2 variabelen
Verkennen (analytical)
Samenhang tussen determinant en uitkomstmaat onderzoeken
Beschrijven (descriptive)
Gericht op (andere) frequentiematen, bv absolute aantallen of incidentie
Onderzoek is valide als…
systematische fouten ontbreken, interne validiteit
Onderzoek is betrouwbaar/precies als…
toevallige fouten ontbreken, reproduceerbaarheid
Interne validiteit
- Afwezigheid van systematische fouten
- Bias: geeft resultaten of conclusies die systematisch afwijken van de werkelijkheid
Selectiebias
Vertekening resultaten als gevolg van fouten bij de selectie of follow-up van deelnemers.
Differentiële selectie: selectie en/of uitval van deelnemers voor de referentie- en indexgroep zijn niet gelijk
Herkennen selectiebias
- Selectief overlijden of overleven: in een van de groepen –> bij case-control onderzoek
- Selectief uitval / attrition bias: deelnemers ontdekken zich aan de interventie volgens een patroon dat verband houdt met de ziekte / aandoening –> prospectief onderzoek
- Systematische verschillen in interviewtrouw: in een groep zijn de deelnemers meer of minder trouw (compliance) –> prospectief onderzoek
Studies: met name patiëntencontrole onderzoek, cohortstudies en experimenteel onderzoek
Attrition bias (selectiebias)
bij beoordeling van kwaliteit van experimenteel onderzoek letten op de analyse van de gegevens. Hoeveel deelnemers geïnclineerd en hoeveel geanalyseerd?
intention-to-treat analyse (selectiebias)
alle deelnemers tellen mee in de originele groep
- toepasbaarheid van de resultaten
- groepen blijven vergelijkbaar
Hoe effectief in de werkelijke wereld, globaal effect. Meest valide, minder kans op confounders.
Per-protocol analyse (selectiebias)
alle deelnemers die de hele interventie doen tellen mee of herindeling –> wel selectie van gegevens
- resultaten bij ideale omstandigheden
- Verklarend onderzoek
Voordeel randomisatie weg, groepen niet meer vergelijkbaar. Analyse te rooskleurig. Kan wel inzicht geven in bepaalde mogelijke mechanismen.
Informatie- / meetbias (measurement bias)
Gevolg van verschil bij de meting van de onderzoeksvariabelen (determinant en / of uitkomstmaat) tussen groepen
herkennen Informatie- / meetbias (measurement bias)
-Meetinstrumenten: zijn de determinanten en uitkomstmaat op dezelfde gestandaardiseerde manier gemeten in alle groepen?
-Blindering (single/double): zijn de determinant en uitkomstmaat onafhankelijk gemeten? Hangt de meting niet af van de kennis over de determinant?
Single blind
deelnemers weten niet in welke onderzoeksgroep ze zijn ingedeeld
Double blind
deelnemers en proefleiders weten niet in welke onderzoeksgroep de deelnemers zijn ingedeeld