EBP HC1 Flashcards
Beoordeling artikel in twee stappen:
- Levels of evidence / ladder van bewijs, gebaseerd op studiedesign (onderzoeksontwerp)
- Kwaliteit van evidence, gebaseerd op de interne validiteit
Systematische reviews
literatuuronderzoek waarbij alle wetenschappelijke artikelen over een onderwerp worden verzameld en geanalyseerd
secundair onderzoek
auteurs gebruiken bestaande studies en zoeken naar vergelijkbare effecten in deze studies
Experimenteel onderzoek
de onderzoeker grijpt in in de gang van zaken
Observationeel onderzoek
de onderzoeker brengt de ‘normale’ gang van zaken op een systematische manier in kaart
primair onderzoek
de onderzoekers hebben de data zelf verzameld en geanalyseerd
Experimenteel design / RCT’s
blootstelling van deelnemers aan verschillende niveaus van de determinant is afhankelijk van de toewijzingsprocedure van onderzoekers
Kenmerken experimenteel design / RCT’s
- onderzoek naar causaal verband, onafhankelijke en afhankelijk variabele
- onder zo zuiver mogelijke omstandigheden wordt groep blootgesteld aan experimentele variabele
- deelnemers in index- en referentiegroep zijn op aantal kenmerken gelijk aan het begin onderzoek
- toekenning deelnemers aan experimentele groep en controle groep gebeurt op basis van toeval: randomisatie (ongelukkig uitpakken bij klein aantal deelnemers!)
quasi-random: toewijzing op bijvoorbeeld geboortedatum, volgorde binnenkomst, etc. - mogelijke vertekeningen: informatie-/selectiebias, inadequate toepassing van de randomisatie of blindering
Randomisatie
Toeval bepaalt wie wordt blootgesteld aan de interventie en wie niet, ieder individu een gelijke kans.
Randomisatie garandeert niet dat de groepen volledig vergelijkbaar zijn. De kans op resterende verschillen tussen subgroepen wordt groter naarmate de randomisatieprocedure plaatsvindt bij een kleinere onderzoekspopulatie.
Belangrijk: kwaliteit randomisatie, quasi-random voldoet niet.
–> rekent af met confounders en zorgt dat groepen vergelijkbaar zijn aan het begin van het onderzoek, een centrale eis bij oorzaak-gevolg onderzoek.
Randomisatie niet altijd mogelijk
- Vergelijking van groepen uit verschillende instellingen / omgevingen
- manipulatie is niet etisch
- soms simpelweg niet nodig
clusterrandomisatie
randomisatie gebeurt niet op patiëntenniveau maar op niveau van instellingen
Kenmerken cohortstudies
- prospectief, volgen van een groep mensen in de tijd. Zoeken naar oorzaak-gevolg: causaal verband
- blootstelling aan bepaalde factor of ‘interventie’ wordt niet gemanipuleerd door de onderzoeker.
- Verdeling individuen over de groepen komt buiten het onderzoek tot stand
- in- en exclusiecriteria
- in geen enkel geval is de uitkomst die men wil bestuderen opgetreden aan het begin van de studie
- belang voor grootte onderzoeksgroep is de prevalentie van de uitkomstmaat/aandoening
Voordelen cohortstudie
- meting individueel niveau
- verschillende uitkomstmaten kunnen worden gemeten
- geschikt voor zeldzame blootstelling en frequente aandoeningen
–> vaak aandoeningen hoge prevalentie en incidentie (voorkomen aandoening)
Beperkingen cohortstudie
- onderzoekspopulatie relatief groot
- niet geschikt voor aandoeningen met lage incidentie
- duur follow-up is afhankelijk van de tijd om effect te ontwikkelen
- kans op ‘loss tot follow up’; selectieve uitval
- grote risico’s op confounding
–> hoe langer de tijd tussen metingen, hoe groter de kans op uitval en op beïnvloeding van andere factoren
Case-control studies
eerst vaststellen van de uitkomst, dan vaststellen van de determinant
- resultaten geven een bewijs voor een samenhang
- geen sterk bewijs voor een causale relatie