DT1 Flashcards

1
Q

Wat is de replicatie richting van 5 naar 3 of van 3 naar 5

A

de streng waar nucleotides worden opgebouwt dus de al bestaande streng daarbij wordt er van 5 naar 3 gebouwd. Maar als je het bekijkt vanaf de streng die gemaakt wordt, wordt er steeds aan de 3’ kant van de streng een nucleotide aangeplakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Werner syndroom

A

capmutatie op telomeer, zorgt dus voor hele snelle veroudering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

4 mutagenen

A
  1. elektromagnetische straling
  2. radioactieve stoffen
  3. chemische stoffen
  4. infecties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

noem de gradaties van DNA-reparatie

A

Tijdens de transcriptie:
1. polymerase 3, herkent zijn eigen foutje en gaat stukje terug.
2. mismatch repair, kort na de transcriptie nog een check.
Normale situatie; stukje enkelstrengs kapot:
3. Base excision repair; base er tussen uit en goede erin.
4. Nucleotide excision repair; gedeelte genoom ertussen uit en nieuwe erin.
Groot gedeelte dubbelstrengs kapot:
5. Homologe recombinatie; gebruikt vergelijkbaar dna streng en knipt plakt en kopieert zo een mooie schone terug
6. non-homologe en joining; haalt kapot weg en smelt uiteinde terug

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem de 5 fases van mitose en de 5 fases van de profase 1 van de meiose + functie

A

mitose:
1. interfase; rust
2. profase; DNA duplicatie
3. metafase; trekdraden
4. anafase; chromosoom scheiding
5. telofase; twee cellen
profase 1 meiose:
1. Leptotene; chromosomen zichtbaar
2. Zygotene; homologe chromosomen dicht bij elkaar
3. pachytene; worden korter; crossing-over kan plaatsvinden
4. Diplotene; chromatiden zichtbaar
5. diakinesis; loskomen chromosomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

aneuploidie
noem 1 (x)chromosoom te veel en 1 weinig

A

chromosomen te veel of te weinig
één x chromosoom te weinig; turner syndroom
één chromosoom te veel; down-syndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

klinefelter syndroom

A

XXY,XYY,XXYY

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

unmasking

A

door deletie op het ene chromosoom komt een recessieve eigenschap tot uiting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Lactose/Glucose proces in genregulatie in prokaryoten

A
  1. Lactose heeft een activerende werking op transcriptie doordat het als een effector een suppresor bindt en daardoor verwijderd van het gen.
  2. als glucose afwezig is wordt ATP omgezet in cAMP. cAMP bindt aan CAP-eiwitten, hierdoor bindt het aan gen, hierdoor meer transcriptie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly