Domein C Verhouding Flashcards
law
Toepassen verhouding:
- De manier waarom mensen zich van elkaar onderscheiden en tot elkaar verhouden…
In je antwoord: uitleggen met behulp van de bron over welk onderscheid of verschil tussen mensen het gaat.
- …en de manier waarop samenlevingen vormgeven aan deze verschillen.
In je antwoord: uitleggen met behulp van de bron hoe er wordt vormgegeven aan deze verschillen.
- Het verwijst ook naar de onderlinge betrekkingen tussen staten.
In je antwoord: uitleggen met behulp van de bron welke staten met elkaar omgaan en hoe de betrekkingen tussen deze staten eruitzien.
Toepassen sociale ongelijkheid:
- Een situatie waarin verschillen tussen mensen in al dan niet aangeboren kenmerken…
In je antwoord: uitleggen met behulp van de bron uitleggen over welk verschil het gaat.
- …consequenties hebben voor hun maatschappelijke positie…
In je antwoord: uitleggen met behulp van de bron dat dit verschil een consequentie heeft.
- …en leiden tot:
- een ongelijke waardering van schaarse en hooggewaardeerde zaken
- van waardering
- en behandeling
In je antwoord: uitleggen met behulp van de bron wat die consequentie is. Gaat om een verschil in beloning (hooggewaardeerde zaak) of discriminatie (behandeling).
Toepassen macht:
- Het vermogen om hulpbronnen in te zetten…
In je antwoord: uitleggen met behulp van de bron over welke hulpbron het gaat.
- …om bepaalde doelstellingen te bereiken…
In je antwoord: uitleggen met behulp van de bron welke doelstelling je kunt bereiken dankzij deze hulpbron.
- …en de handelingsmogelijkheden van andere te beperken of te vergroten.
In je antwoord: uitleggen met behulp van de bron wat de gevolgen voor de handelingsmogelijkheden van anderen zijn.
Toepassen gezag:
- Macht…
In je antwoord: uitleggen met behulp van de bron wie er macht heeft.
- …die als legitiem wordt beschouwd.
In je antwoord: uitleggen met behulp van de bron waaraan je kunt zien of iemands macht geaccepteerd wordt.
Toepassen samenwerking:
- Het proces waarbij individuen, groepen en/of staten relaties vormen…
In je antwoord: uitleggen met behulp van de bron wie er relaties vormen met elkaar.
- …om hun handelen op elkaar af te stemmen….
In je antwoord: uitleggen met behulp van de bron hoe ze hun handelen op elkaar afstemmen door bijvoorbeeld afspraken of een taakverdeling te maken.
- …voor een gemeenschappelijk doel.
In je antwoord: uitleggen met behulp van de bron wat hiervan het gemeenschappelijke doel is.
Toepassen conflict:
- Een situatie waarin individuen, groepen en/of staten…
In je antwoord: uitleggen met behulp van de bron wie (individuen/groepen/staten) er conflict hebben met elkaar.
- …elkaar tegenwerken…
In je antwoord: uitleggen met behulp van de bron hoe ze elkaar tegenwerken.
- …om de eigen doelen te bereiken.
In je antwoord: uitleggen met behulp van de bron welke doelen hier met elkaar botsen.
**Vier soorten ongelijkheid:
- Ongelijke verdeling van economische hulpbronnen, zoals geld en bezit. Dit kunnen ook schaarse en hooggewaardeerde consumptiegoederen zijn of het inkomen dat iemand verdient en het vermogen dat iemand bezit. Opleiding en beroepservaring worden eveneens tot de economische hulpbronnen gerekend omdat men door opleiding en ervaring kan werken en geld verdienen;
- Ongelijke verdeling van sociale hulpbronnen, zoals je netwerk;
- Ongelijke verdeling van symbolische hulpbronnen, zoals status en aanzien. Terwijl geld en bezit tastbaar en telbaar zijn, is iemands status niet zo makkelijk in een getal uit te drukken. Toch hebben verschillen in status en aanzien grote gevolgen voor waardering en behandeling van personen op grond van hun maatschappelijke positie en leefstijl.
- Ongelijke verdeling van politieke hulpbronnen, zoals macht en gezag. Dit kunnen middelen zijn om een bepaald gedrag van anderen af te dwingen, bijvoorbeeld fysieke (zoals militaire) of juridische dwangmiddelen;
Vijf theorieën over het gedrag van nationale staten:
- Realisme
- Liberalisme
- Marxisme
- Constructivisme
- Politieke psychologie
Vijf theorieën over het gedrag van nationale staten:
- Realisme
- Liberalisme
- Marxisme
- Constructivisme
- Politieke psychologie
Realisme:
ANALYSE: Staten voeren een machtsstrijd om voortbestaan. Conflictdreiging is de standaardsituatie in internationale betrekkingen. Staten streven eigen belang na en dat kan het beste door macht te vergroten: 1. Militaire macht 2. Hulpbronnen 3. Informatie
FOCUS OP: Conflict en macht. Vrede kan alleen door een machtsevenwicht of door een hele sterke staat (hegemon) die vrede tussen kleine staten afdwingt. Kijkt vooral naar militaire macht.
ADVIES: Vergroting van macht. Buitenlandse politiek moet uit eigenbelang bestaan en niet uit waarden.
Vrede ontstaat volgens de realisten in drie gevallen:
- Als staten elkaar voldoende vertrouwen.
- Als er een hegemonie is van één dominante grootmacht.
- Als er sprake is van een machtsevenwicht.
Veiligheidsdilemma van nationale staten:
Vooral geformuleerd door aanhangers van de realistische theorie.
In een anarchistische wereld waarin niemand te vertrouwen is, moet iedere staat voor zijn eigen veiligheid zorgen.
- Het veiligheidsdilemma houdt allereerst in dat staten zich steeds meer gaan bewapenen om voor hun eigen veiligheid te zorgen. Buurstaten ervaren dat als een bedreiging en gaan zich ook bewapenen waardoor bij anderen de onveiligheidgevoelens toenemen, zodat zij op hun beurt weer een nog grotere bewapeningsinspanning gaan leveren.
- Het veiligheidsdilemma houdt vervolgens in dat de bewapeningshandelingen van staten om voor de eigen veiligheid te zorgen, juist ongewenste uitwerkingen voor de veiligheid hebben. Wel of niet bewapenen heeft voor de betrokken staten in beide gevallen ongewenste effecten op de veiligheid.
Liberalisme:
ANALYSE: Staten hebben gemeenschappelijke belangen. Gemeenschappelijke belangen –> wederzijdse afhankelijkheid = interdependentie.
Interdependentie zorgt voor minder conflicten
FOCUS OP: Samenwerking, binding en instituties. Kijkt naar meer dan alleen militaire macht. Ook politiek gezag, internationale organisaties en economische banden zijn belangrijk.
ADVIES: Meer internationaal recht waar meer landen zich aan houden. Versterking gezag van instituties en instellingen.
Verschillen tussen realisme en liberalisme:
KERNCONCEPT:
R: Conflict (en tegenstellingen)
L: Samenwerking (en interdependentie)
MACHT:
R: Militaire macht
VERSUS
L: Belangen: Economie/Technologie/Ecologie
BELANGEN:
R: Landsbelang
VERSUS
L: Groepen met deelbelangen
MACHT VAN DE STAAT:
R: Staten
VERSUS:
L: Staten + Bedrijven + NGO’s + Organisaties + Internationaal recht
Marxisme:
ANALYSE: Een systeem waarin rijken de armen uitbuiten: bedrijven en elite buiten armen in binnen- en buitenland uit.
FOCUS OP: Machtsverhouding en verschil arm-rijk (Noord-Zuid). Sociale ongelijkheid binnen en tussen landen.
ADVIES: Verkleinen sociale ongelijkheid binnen en tussen staten.
Sociaal constructivisme:
ANALYSE: Een fysieke en sociale wereld en een beeld van de fysieke en sociale wereld. Het beeld van de fysieke wereld bestaat uit de betekenissen die mensen geven aan de fysieke en sociale wereld.
FOCUS OP: Cultuur, socialisatie en beelden, zoals vijandbeelden.
ADVIES: Vijandbeelden verminderen en bewust zijn van de invloed van framing.
Politieke psychologie:
ANALYSE: Een verzameling van staten die in hun gedrag gestuurd worden door (groepen) leiders.
FOCUS OP: Groepsgedrag en psychologie van leiders.
ADVIES: De rede laten overheersen door mechanismen die groupthink , tunnelvisie en andere irrationele processen verminderen.
Die manieren om macht te meten:
- De besluitvormingsmethode
- De positiemethode
- Het inventariseren van machtsbronnen
De besluitvormingsmethode:
Macht is het invloed hebben op de de uitkomst van besluitvormingsprocessen.
Als uit de analyse komt iemand door zijn inbreng veel invloed heeft op het verloop en de uitkomst dan is die persoon machtig.
De positiemethode:
De focus ligt op de verschillende posities die staten hebben bij internationale organisaties.
Wie mag in welk netwerk meepraten en invloed hebben?
Het gaat niet om het verloop of de uitkomst van het besluitvormingsproces.
Machtsbronnen:
- Economische bronnen (schaarse middelen)
- Cognitieve bronnen (waardevolle kennis)
- Politieke machtsbronnen (middelen tot legitiem uitoefenen dwang)
- Affectieve machtsbronnen (vermogen emotioneel te binden)
Interstatelijk en intrastatelijke conflicten:
Interstatelijk = tussen staten
Intrastatelijk = binnen staten
In veel van die intrastatelijke conflicten erkent tenminste één van de partijen de overheid niet of is er geen functionerende overheid die het geweldsmonopolie kan handhaven.
Deze intrastatelijke conflicten beperken zich als gevolg van globalisering niet tot het nationale toneel en hebben vaak een uitermate internationaal karakter. Oppositie- en rebellenbewegingen zijn vaak afhankelijk van het buitenland voor financiële steun, wapens en veilige schuilplaatsen. Door de globalisering wordt het steeds makkelijker via een internationaal netwerk te opereren. Deze conflicten hebben door de toegenomen internationale interdependentie ook gevolgen voor de rest van de wereld, denk bijvoorbeeld aan migratiestromen of de dreiging van terrorisme.