Deel 1 - Hoofdstuk 4 Flashcards
Zijn intermoleculaire of intramoleculaire krachten sterker ?
Intramoleculaire krachten zijn sterker dan intermoleculaire krachten
Hoe kan men de sterkte van intermoleculaire krachten beredeneren ?
Men kan de polariteit van moleculen schatten.
Door wat wordt polariteit (dipoolmoment) bepaald ?
-> Door de polariteit van afzonderlijke bindingen
-> Door de schikking van deze bindingen rond de atomen (symmetrie en geometrie)
Door wat ontstaat de polariteit van een binding ?
De polariteit van een binding is het gevolg van een lokale dipool met bijhorend dipoolmoment die ontstaat doordat de beide atomen de bindende elektronen in verschillende mate aantrekken
In wat meten we het dipoolmoment ?
In Debye
1D = 3,34x10^-30 C.m
-> ruwe schatting (10-20% afwijking) : EN
Geef een definitie voor ‘partiële lading’.
Als er een groot verschil is in EN, dan zal het elektron ‘dichter’ zitten bij het ene atoom dan bij het andere, waardoor er een partiële lading ontstaat.
De ene kant van de binding zal licht negatief zijn en de andere kant licht positief.
-> Verklaart de naam ‘polair’ en ‘permanent dipool’
=> Er is een polarisatie van ladingen opgetreden
=> Deze lichte scheiding van ladingen is permanent
Geef de definitie van ‘totale dipool’.
De totale dipool van een molecule is de vectoriële som van de lokale dipoolmomenten.
-> Symmetrie van het molecuul nodig
Wat is het fundamentele idee achter de VSEPR theorie ?
Elektronenparen in de valentieschil stoten elkaar af.
-> Deze repulsie komt zowel door lone pairs als door de bindende elektronenparen, die covalent gedeeld worden tussen atomen.
-> De elektronenparen organiseren zich om zoveel mogelijk repulsies te minimaliseren
-> Deze symmetrievormen zijn te beredeneren op basis van het sterisch getal.
=> Vanuit de symmetrie naar geometrie rekening houdend met de bindingen maar niet met de lone pairs
Hoe bekomt men het sterisch getal ?
Het sterisch getal van een molecule is gelijke aan het aantal bindingspartners (n) en het aantal vrije elektronenparen (m) rond het centrale atoom.
-> AxnEm
-> Er zijn 5 mogelijkheden : 2,3,4,5 en 6
Aan welke geometrie zijn welke sterische getallen gelijk ?
2 = 180, lineair
3 = 120, driehoekig vlak
4 = 109,28 , tetraëdisch
=> Ammoniak = 107, water = 105
5 = 120 en 90, trigonaal bipiramidaal
6 = 90, octaëdrisch
Geef de geometrie van AX2E0.
Lineair
Geef de geometrie van AX3E0.
Trigonaal planair
Geef de geometrie van AX2E1.
Plainair, geknikt, V-shape of gebogen
Geef de geometrie van AX4E0.
Tetraëdisch
Geef de geometrie van AX3E1.
Trigonaal pyramidaal
Geef de geometrie van AX2E2.
V-shape of gebogen
Geef de geometrie van AX5E0.
Trigonaal bipyramidaal
Geef de geometrie van AX4E1.
Wipplank
Geef de geometrie van AX3E2.
T-vorm
Geef de geometrie van AX2E3.
Lineai
Geef de geometrie van AX6E0.
Octaëdrisch
Geef de geometrie van AX5E1.
Vierkant pyramidaal
Geef de geometrie van AX4E2.
Vierkant vlak
Geef de geometrie van AX3E3.
T-vorm