Deel 1 Flashcards
Voedsel
= materiaal dat, na opname door het dier, verteerd en benut kan worden
Nutriënt
= bestanddeel van het voedsel dat uiteindelijk ook efficiiënt benut kan worden
Ingrediënt
substantie die wordt gebruikt voor de bereiding van voedsel en die in het eindproduct (eventueel gewijzigd) aanwezig is
Droge stof opname
Een dier neemt 2,5% van zijn LG op aan DS
Parameters van de Weende analyse
CW = crude water CA = crude ash CP = crude protein EE = ether extract; lipiden CF = ruwe vezels NFE = nitrogen free extracts =OM - CP - EE - CF
Koolhydraten
KHD omvatten zowel suikers (mono- en oligosacchariden) als niet- suikers (polysacchariden en complexe KHD)
Niet suikers -> polysacchariden (glycanen) -> homoglycanen
homoglycanen -> alpha glucanen (zetmeel)
-> beta glucanen (cellulose)
Prebiotica
zijn enzymatisch ONverteerbare voedingsbestanddelen die groei en/of activiteit van een aantal bacteriën in het colon positief beïnvloeden waardoor de gezondheid van de gastheer verbetert
- resistent tegen maagzuur, hydrolyse en gastrointestinale absorptie
- moet gefermenteerd kunnen worden door de intestinale microflora
- enkel de bacteriën die bijdragen aan gezondheid en welzijn mogen gestimuleerd worden
Vezels
dierlijke vezels bestendig zetmeel pectine hars hemicellulose cellulose lignocellulose lignine
Belangrijk voor de beoordeling van voedsel
chemische structuur (Weende analyse) fysische structuur transitsnelheid voederstrategie individuele variatie in vertering
effecten van voedingsvezels
verzadigend vertraging van het rantsoen langere inwerking van verteringsenzymen prebiotisch fermentatiepatroon species specifiek een aantal risico's
Vetrijke plantaardige bestanddelen
Dierlijk vet
plantaardig vet: olijven, kokosnoten, zonnebloempitten en lijnzaad
dierlijk vet: karkasvet, melkvet, eigeel
Essentiële VZen (uitleg)
- kunnen niet door het lichaam zelf worden aangemaakt
- Deficiëntie symptomen: groeivertraging, huidschilfering, infectiegevoeligheid, fragiliteit capillairen, nierschade
Essentiële VZen voorbeelden
- Membraanfluïditeit, vettransport, precursoren van eicosanoïden en arachidonzuur (prostaglandinen, leukotriënen, thromboxanen) -> gladde spiercontracties, luteolyse, immuniteit en bloedstolling
- Omega 6 = afgeleiden van linolzuur =PRO-INFLAMMATOIR
- Omega 3 = afgeleiden van linoleenzuur = anti-inflammatoir; EPA (eicosapenteenzuur) en DHA (docosahexeenzuur)
Maillardreactie
Vindt plaats tussen een suikergroep en een eiwit onder hoge temperatuur.
Voordeel: smaak verbetert
Nadeel: AZ slechter verteerbaar, slecht voor de gezondheid (?)
Essentiële aminozuren (8)
- valine
- fenylalanine
- threonine
- lysine
- leucine
- tryptofaan
- isoleucine
- methionine