De transistor Flashcards
Wat is een transistor?
Een actieve elektronische component!
Hoe kan je een transistor gebruiken?
Als schakelaar of als versterker!
Hoe stuur je een transistor aan als schakelaar?
Met een kleine stroom om een verbruiker of een andere elektronische component aan te sturen.
Je kan een transistor gebruiken als schakelaar. Voor wat kunnen we een transistor nog gebruiken?
Om signalen te versterken. De transistor als versterker dus!
Wat ligt aan de basis van een transistor?
De PN-overgang van de diode!
Uit wat is een transistor opgebouwd?
Uit drie halfgeleiderkristallen die samengevoegd worden!
Welke twee types transistoren onderscheiden we?
- NPN-transistor
- PNP-transistor
Wat kan je over het middelste kristal van een transistor zeggen?
Dit kristal is dun en weinig verontreinigd!
Wat kan je over de buitenste kristallen van een transistor zeggen?
Deze zijn normaal, en sterk verontreinigd uitgevoerd!
Wat weet je over de geleidbaarheid van de buitenste en de binnenste kristallen?
- De geleidbaarheid van de buitenste kristallen is groot.
- Die van de binnenste kristallen is klein!
Wat gebeurt er bij de fabricage van een transistor?
Dan wordt elk kristal voorzien van een aansluitdraad!
Hoe noemen we de drie aansluitingen van een transistor?
- c = collector
- e = emitter
- b = basis
Geef het symbool van een NPN-transistor!
Geef het symbool van een PNP-transistor!
Uit wat bestaat een transistor?
Met wat kan je dit vergelijken?
Uit twee PN-overgangen.
Je kan dit vergelijken met twee dioden die tegengesteld geschakeld zijn!
Met wat kan je een transistor uitmeten?
Met een ohmmeter!
Hoe worden bij een NPN-transistor de aansluitingen gepolariseerd?
De CB-overgang in sper.
De BE-overgang in doorlaatzin.
Als de sperlaag groot is, hoe is dan de geleidbaarheid?
Dan is de geleidbaarheid zeer klein of onbestaande!
Wat gebeurt er wanneer je een transistor zowel in sper als in doorlaatzin aansluit?
Dan treedt het transistoreffect op!
Wat is het transistoreffect?
Dit effect bestaat erin dat de elektronen uit de emitter een zeer grote aantrekkingskracht ondervinden ten gevolge van de spanning aangesloten aan de basis.