De Diode

Question 1

Wat is het doel van een diode?

Answer 1

Om signalen gelijk te richten, af te kappen of om bepaalde problemen in de schakeltechniek en in de meettechniek op te lossen.

Question 2

Uit wat bestaat een diode?

Answer 2

Een diode bestaat uit een P- en een N-kristal. Deze kristallen worden samengevoegd en hierdoor onstaat een PN-junctie.

Question 3

Hoe noemen we de klemmen van een diode? (KNAP)

Answer 3

Anode en Kathode, waarbij het P-kristal de Anode vormt en het N-kiristal de Kathode.

Gemakkelijk te onthouden door het woordje KNAP (Kathode>N-kristal, Anode>P-kristal)

Question 4

Geef de symbolische voorstelling van een diode!

Answer 4

Question 5

Wanneer geleidt een diode?

Answer 5

Als de diode voorwaarts wordt aangesloten. Dus een positieve spanning aan de anode en een negatieve spanning aan de kathode.

Question 6

Wat gebeurt er wanneer de diffusiespanning stijgt?

Answer 6

Dan onstaat er geleiding!

Question 7

Wanneer gaat de levensduur van een diode achteruit?

Answer 7

Als de voorwaartse stroomsterkte door de diode stijgt boven de maximaal toegelaten waarde, waardoor de diode sterk zal verwarmen.

Question 8

Wat gebeurt er wanneer de diode in tegenzin wordt aangesloten?

Answer 8

Dan is geleiding onmogelijk.

Question 9

Stel dat we een diode in tegenzin aansluiten, wat gebeurt er dan wanneer de spanning onvoorzien stijgt?

Answer 9

Dan onstaat er een spanningsdoorslag. Er zal dan toch een grote inverse stroom vloeien en de diode zal onherstelbaar beschadigd worden.

Question 10

Wat is dissipatievermogen?

Answer 10

Een vermogen dat omgezet wordt in warmte.

Question 11

Hoe berekenen we het dissipatievermogen?

Answer 11

P_D = U_F . I_F

Question 12

Wanneer zal de diode beginnen te geleiden?

Answer 12

Naarmate men de waarde van de diffusiespanning bereikt.

Question 13

Wanneer zal er in de sper (invers aangesloten diode) beschadiging optreden?

Answer 13

Als de spanning zodanig wordt opgedreven dat er doorslag ontstaat. De stroom neemt dan plots sterk toe.

Question 14

Hoe bereken je de statische of gelijkstroomweerstand van een diode?

Answer 14

R_F = U_F / I_F

Question 15

Wat is een dynamische of wisselstroomweerstand?

Answer 15

Een veranderende weerstand.

Question 16

Geef enkele eigenschappen van een diode in doorlaatzin!(5)

Answer 16

• Er onstaat een goede geleiding.
• Er is een nagenoeg constante spanningsval over de diode.
• De dynamische en statische weerstand is zeer klein.
• Als de spanning in een toepassing kleiner is dan de diffusiespanning kan je geen dioden gebruiken.
• De maximale voorwaartse stroom is beperkt door de specificatie van de fabrikant.

Question 17

Geef enkele eigenschappen van een diode aangesloten in sperzin! (3)

Answer 17

• Stroom door de diode is zeer klein.
• De statisch en dynamische weerstand zijn zeer groot.
• De inverse spanning is begrensd door de specificatie van de fabrikant.

Question 18

Wat is het doel van de belastingslijn en het werkpunt bij een diode?

Answer 18

Deze worden gebruikt als hulpmiddel om de exacte spanning (U_F) over, en de stroom (I_F) door de diode te vinden in een bepaalde schakeling.

Het snijpunt van de belastingslijn met de diodekarakteristiek noemen we het werkpunt.

Question 19

Vernoem enkele oorzaken van de beschadiging van een diode! (4)

Answer 19

Overschrijden van:

• de max. herhalende inverse piekspanning
• de max. continu toegelaten inverse spanning
• de max. effectieve waarde van de inverse spanning
• het totale dissipatievermogen
• …

Question 20

Op welke 3 manieren kan je de anode van de kathode onderscheiden?

Answer 20

• Een gekleurde ring die de anode aangeeft
• het symbool van de diode
• de bouwvorm van de diode