De diode als lichtgevend element Flashcards

1
Q

Waar worden lichtdioden gebruikt?

A

In allerhande elektrische toestellen zoals mengpanelen, parkeersensoren, koffiezetapparaten,….

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef de symbolische voorstelling van een LED!

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een LED?

A

Een LED is een diode die licht uitzendt als je ze in doorlaatzin aansluit!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Uit wat bestaat een LED?

A

Uit een PN-overgang!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat gebeurt er wanneer je een LED in doorlaatzin aansluit?

A

Dan verplaatsen er zich veel elektronen en deze vrije elektronen vullen gaten op. De LED zal dus licht uitstralen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Uit welk materiaal is de behuizing van een LED gemaakt?

Wat weet je over de chip?

A

Uit een doorschijnend materiaal, waarbij de kop vaak een lensvorm heeft.

De chip met de PN-overgang is gelijmd op een metalen reflector!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe kan je bij een LED de kathode van de anode onderscheiden?

A

De kathode heeft een korter aansluitdraadje!

KNAP -> De anode is positief en heeft dus altijd het langste aansluitdraadje!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is licht?

A

Een elektromagnetische straling!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat bepaalt de kleur van de LED?

A

De golflengte van de straling!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat bepaalt de lichtintensiteit van de LED?

A

Het gebruikte halfgeleidermateriaal!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Geef 3 verschillen tussen een rode en een blauwe LED!

A
  • Verschillend halfgeleidermateriaal
  • De golflengte van rood is groter als die van blauw.
  • De maximale lichtintensiteit is veel groter bij rood.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het belangrijkste deel van een karakteristiek van een LED?

A

Het deel waarin de LED zal werken!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Op een gegeven LED-karakteristiek zie je If en Uf staan. Wat betekenen deze afkortingen?

A

Hierbij staat f voor forward. Deze afkortingen staan dus voor:

  • If : voorwaartse stroomsterkte
  • Uf : voorwaartse spanning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoeveel stroom heeft een LED normaal nodig?

Hoe noemt men deze stroom?

A

Ongeveer 20mA

Deze stroom noemt men de nominale stroom!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe moet de voorwaartse spanning zijn opdat de LED licht zou uitzenden?

A

Deze moet groter zijn dan de drempelspanning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat gebeurt er wanneer een LED licht begint uit te zenden?

A

Dan neemt de stroomsterkte geleidelijk aan toe!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waarom gebruikt men bij het schakelen van een LED steeds een voorschakelweerstand?

A

Om te voorkomen dat de stroomsterkte van de LED groter wordt dan de maximaal toelaatbare waarde (Ifmax).

18
Q

Hoeveel bedraagt de voorwaartse spanning en stroom?

A

If = 10 - 50 mA

Uf = 1,5 - 3,5 V

19
Q

Geef de formule voor het berekenen van de voorschakelweerstand!

A
  • Rv = voorschakelweerstand
  • Uv = voedingsspanning
  • Uf = voorwaartse spanning
  • If = voorwaartse stroomsterkte
20
Q

Om LED’s in categoriën te kunnen onderverdelen gebruiken we 4 criteria. Welke?

A
  • Vorm en afmetingen.
  • Kleur, intensiteit en de hoek van het uitgestraalde licht.
  • De lichtdoorlatende eigenschappen van de behuizing van de lens.
  • De wijze van montage.
21
Q

Welke vormen hebben LED’s?

A

Rond of rechthoeking!

22
Q

Vernoem enkele kleuren waarin LED’s voorkomen.

A

Rood, groen, blauw, oranje, amber, geel,…

23
Q

Wat zijn 2-kleurige LED’s?

A

LED’s waarbij je de kleur kan veranderen!

24
Q

Hoe verander je de kleur bij 2-kleurige LED’s?

A

Door de polariteit om te keren.

25
Q

Hoeveel aansluitdraden heeft een 2-kleurige LED?

A

Drie aansluitdraden!

26
Q

Wat zijn multikleuren LED’s en hoeveel aansluitdraden hebben ze?

A

Deze LED’s kunnen alle kleuren uitzenden. Ze beschikken over 6 aansluitdraden of -pennen.

27
Q

Buiten 2-kleurige en mulitkleurige LED’s kunnen we er nog enkelen onderscheiden. Welke?

A
  • Infrarood LED’s
  • Laser LED’s
  • Knipper LED’s
28
Q

LED’s kunnen 4 verschillende soorten behuizingen hebben. Welke?a

A
  • De gekleurde diffuse.
  • De niet-gekleurde diffuse.
  • De gekleurde heldere.
  • De niet-gekleurde heldere.
29
Q

Met wat kan je een heldere behuizing vergelijken?

En met wat kan je een diffuse behuizing vergelijken?

A

Een heldere behuizing kan je vergelijken met een gloeilamp met heldere ballon.

Een diffuse behuizing kan je vergelijken met een gloeilamp met een melkglas ballon!

30
Q

Hoe worden LED’s gemonteerd?

A

De LED’s worden in een extra behuizing gebracht. Na het solderen rust deze behuizing op de printplaat.

31
Q

LED’s hebben enkele parameters. Welke zijn de 4 belangrijkste?

A
  • De voorwaartse stroom (If)
  • Het totale vermogen (Ptot of PD)
  • De sperspanning (UR)
  • De voorwaartse spanning (Uf)
32
Q

Voor welke toepassingen gebruik je ronde LED’s?

A

Als controle- of signalisatielampje bij huishoudelijke en industriële toestellen.

33
Q

Wanneer gebruik je rechthoekige LED’s?

A

In geluidstoepassingen of bij een digitale volumemeter.

34
Q

Op welk soort spanning kan een LED worden aangesloten?

A

Op zowel gelijk- als wisselspanning.

35
Q

Wat moet je doen als je een LED op wisselspanning aansluit?

A

Dan moet je een diode anti-parallel over de LED plaatsen om te voorkomen de LED spert.

36
Q

Vernoem een viertal toepassingen waarin LED’s voorkomen!

A
  • Speelgoed
  • Achterlicht van een fiets.
  • Controlebord auto’s
  • Verkeerssignalisatie
37
Q

Wanneer gebruikt men meerkleuren LED’s?

A

Bij grote videowanden, lichtkranten, scanners of fotokopietoestellen.

38
Q

Waar wordt de infrarood LED gebruikt?

A

In onder andere afstandsbedieningen en optosensoren.

39
Q

Waar gebruikt men laser LED’s?

A

In CD, DVD, CD-ROM -spelers,….

40
Q

Wanneer worden verschillende LED’s in een geheel geplaatst?

A

In dot matrix LED’s en in display’s.