Darmmotoriek en secretie Flashcards

1
Q

3 lagen mucosa

A

Epitheellaag
Lamina propria
Lamina muscularis mucosae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Lagen darmwand

A

Mucosa
Lamina submucosa
Lamina muscular externa
Lamina serosa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Complex vezelnetwerk van verschillende zenuwbanen van darm

A

Sterische zenuwstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Via wat komen zenuwbundels is darmkanalen?

A

Plexus mesentericus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe heet het netwerk van zenuweinden rond lamina submucosa?

A

Plexus submucosa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat ligt er tussen spierlagen van lamina musculaire externa?

A

Plexus myentericus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Op welke 2 manieren kunnen de gladde spieren door autonome zenuwstelsel worden beïnvloedt?

A

Unitair
Multiunitair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Unitair

A

1 enkele vertakking innerveert meerdere spiercellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Multiunitair

A

Veel neuronen die weinig spiercellen besturen
Grote nauwkeurigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Calcium afkomstig van 2 plekken

A

Extracellulaire milieu
Calciumopslag in sarcoplasmatisch reticulum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe komt calcium uit extracellulaire milieu de cel in?

A

Door spanningsafhankelijke calciumkanalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe komt calcium uit sarcoplasmatisch reticulum cel in?

A
  1. agonist uit extracellulaire milieu bindt aan GPCR (G-eiwit)
  2. Eiwit activeert fosfolipase C
  3. fosfolipase C laat concentratie IP3 stijgen (dmv DAG en PIP2)
  4. IP3 openen calciumkanalen van sarcoplasmatisch reticulum.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe bindt myosine aan actine?

A
  1. calcium bindt aan calmodulin
  2. calmodulin bindt aan MLCK
  3. MLCK fosfolyeert
  4. myosine conformatie
  5. ATP-ase activiteit > binden aan actine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Slow wave

A

Langzame schommeling in membraanpotentiaal, welke er steeds niet in slaagt om boven de drempelwaarde te komen.
Kenmerkend voor gladde spiercel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Neuronen actief bij regulatie plexus myentericus en mesentericus

A

sensorische neuronen
Exciterende motoneuronen (contractie)
Inhiberende motoneuronen (relaxatie)
Secretomotoren (kliersecretie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Cellen in mucosalaag

A

Secretoire cellen
Endocriene cellen
Chemoreceptoren
Mechanoreceptoren

17
Q

Neurotransmitters enterische zenuwstelsel

A

Enkephaline
Nitrietoxide
Acetylcholine