customer journey/ klantenreis en inclusie Flashcards

1
Q

instrumenten om info over ervaringen van je publiek te achterhalen

A
  • Sterke punten
  • Kritieke punten
  • Info over wie mogelijks niet komt
  • Info over hoe iemand terugkomt
  • Opportuniteiten
  • De weg die publiek aflegt tot bij cultuurhuis
    Je kan vertrekken vanuit je klant, je product, je cultuurhuis, …
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

klantenreis vroeger

A

klanten bleven bij wat ze kenden. Als ze eenmaal kennis maakte met jou product bleven ze hierbij.
->eenvoudig, eenmaal je een klant hebt binnengehaald blijft hij komen.
trechter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

klantenreis nu

A

klanten switchen vaker. Je moet ze hierdoor elke keer opnieuw aantrekken en overtuigen.
circulair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

elemeneten klantenreis nu

A
  1. Interest trigger/ probleem/herkenning
    o Bv een event
  2. Overweging/ informatie zoeken
  3. Verbinden/kiezen van alternatieven (3 of 4)/ keuzecriteria bepalen
  4. Beslissingstrigger /ook context gebonden criteria (voorhanden, in de buurt,…) waarde?
  5. Kopen
  6. Ervaring
  7. Ambassadeur? (advocate)
    o Evalueren
    o …
  8. En terug van voor af aan….
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

klantenbeleving vooraf

A
  • Communicatie : mail, promo, vriend, www, …
  • Toegankelijkheid: vermelding door organisatie, faciliteiten, haalbaar, duidelijk…
    o voor iedereen een hellend vlak i.p.v. trap en lift voor mindervaliden/ begrijpelijke teksten op de website
  • Kosten: hoeveel tijd, inspanning en geld kost het?
    o Als school niet naar je organisatie kan komen, stel dan voor om een educatief expert te sturen. Niet als vast pakket maar met de boodschap dat je mee wil nadenken en dat dit misschien oplossing kan zijn.
  • Onthaal: sfeer, Informatie/ aanduiding voorzieningen/bewegwijzering
  • Faciliteiten: Fietsenstalling/Parking, Vestiaire, Toiletten, Cafetaria, wifi
  • Museumopstelling: omgevingsfactoren, opbouw, publieksteksten en omkadering, …
  • Inhoudelijk bevredigend?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

klantenbeleving tijdens

A
  • Onthaal: sfeer, Informatie/ aanduiding voorzieningen/bewegwijzering
  • Faciliteiten: Fietsenstalling/Parking, Vestiaire, Toiletten, Cafetaria, wifi
  • Museumopstelling: omgevingsfactoren, opbouw, publieksteksten en omkadering,…
  • Inhoudelijk bevredigend?
    -> Zorgt er samen voor of je een activiteit een goede ervaring vond of niet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

klantenbeleving na

A
  • Was het bezoek een meerwaarde voor klant?
  • Zijn de verwachtingen ingelost?
  • Is het beeld van de organisatie veranderd?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

inclusie

A

is dat de grote groep zich aanpast aan de noden van de kleine groepjes. Er bestaat nog maar één groep waar iedereen deel van uitmaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

exclusie

A

Uitsluiting, het verwijderen van mensen uit de maatschappij/kring
* Bewust buitengesloten worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

segregatie

A

uitsluiting van een bevolkingsgroep uit de maatschappij/kring
* Iedereen mag meedoen maar het zijn 2 gescheiden werelden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

integratie

A

opname in de maatschappij, structuren worden niet aangepast. Persoon past zich aan
* De persoon past zich aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

VN verdrag inzake rechten van personen met een beperking

A

universeel ontwerp’: ‘ontwerpen van producten, omgevingen, programma’s en diensten die door iedereen in de ruimst mogelijke zin gebruikt kunnen worden zonder dat een aanpassing of een speciaal ontwerp nodig is. Universeel ontwerp omvat tevens ondersteunende middelen voor specifieke groepen van personen met een [beperking], indien die nodig zijn.’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

diversiteit (hanan chalkouli)

A

is een realiteit en gaat om het feit dat er veel verschillende mensen en groepen van mensen in onze samenleving zijn. De verschillen kunnen liggen op vlak van culturele achtergrond, gender, leeftijd, religie, beperkingen, … = toestand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

inclusie (hanan chalkouli)

A

is het niet uitsluiten van bepaalde groepen mensen, of liever, ze mee aanspreken, betrekken, vertegenwoordigen = hoe je gepercipieerd wordt als organisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hanan chalkouli

A

Je kan dus inclusief zijn als organisatie zonder divers te zijn, of omgekeerd
Kritisch kijken naar organisaties die zeggen dat ze inclusief zijn
Als je niets doet met de diversiteit die er is, is het slechts een toestand. Als je het proces van inclusie aangaat wordt het inclusie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

inclusiviteit

A

één groep/ aanbod dat voor iedereen toegankelijk/betekenisvol/… is

17
Q

doelgroepwerking

A

verschillende groepen/ specifiek aanbod

18
Q

bedenkingen doelgroepwerking

A
  • Je zorgt voor oplossing van één probleem
  • Je doelgroep blijft het buitenbeentje
  • Je doelgroep blijft afhankelijk van je goodwill, centen en begeleiding
  • Er komen almaar meer doelgroepen bij
  • Je erkent je eigen blinde vlekken niet
    o Je omarmt het niet-weten/ niet- kunnen niet
  • Je moet structuren, macht en aanbod niet kritisch bekijken omdat je een parallel aanbod uitwerkt
19
Q

doelgroepwerking blijft nodig voor

A
  • Toegankelijkheid voor rolstoelgebruikers
  • Tactiele toers voor mensen met visuele beperking
  • Audiodescriptie
  • Eenvoudige taal voor nieuwkomers
  • Speurtocht voor kinderen
20
Q

conflict matters

A

: Je moet de conflicten omarmen: sommige mensen zullen macht moeten afgeven anders kan je niet inclusief worden als organisatie

21
Q

heterotopie

A

ontmoetingsplet voor het/ de andere

22
Q

hoe kan je psychologische veiligheid bieden?

A
  • Sense of belonging
  • Beslissingsmacht delen
  • toegankelijkheid