cultuur als gedachtengoed Flashcards
mentalistisch cultuurbegrip =
cultuur is een mentaal of ideëel iets, want het gaat
om de gedeelde opvattingen of gedachten. Deze term maakt een vergelijking tussen de mentale
gedachteruimte van het individuele bewustzijn en een daarboven uittorenende mentale horizon van
gemeenschappelijke ideeën
Drie grote opvattingen binnen elke gedeelde/collectief gedragen cultuur
- Overtuigingen: Het gaat dus om definities van de werkelijkheid of opvattingen over ‘wat is’ die op
zowel de natuurlijke als de sociale of individuele werkelijkheid slaat. - Waarden: Waarden werken handelingsmotiverend.
- Normen
→ Formele/informele sociale normen
→ Normen worden vertaald in verwachtingen
Een meerderheidscultuur = dominante cultuur wat zijn de minderheidsculturen:
- Subcultuur: geheel van collectief gedeelde opvattingen dat deels verschilt van de dominante
cultuur - Tegen- of contracultuur: opvattingen die ingaan tegen de dominante cultuur van ene nationale of regionale samenleving, of zelfs van een nog breder sociaal verband.
geïnstitutionaliseerde normen → op basis van verschillende ontstaanswijzen van normen.
- Onderscheid op basis van ontstaanswijze
→ Oorsprong van gewoonten ligt in een verafgelegen verleden en is doorgaans onbekend → doorgeven aan nieuwkomers ‘waarom? daarom!’
→ Oorsprong van rechtsregels of juridische normen zijn doorgaans wel traceerbaar. Ze worden op een bepaald moment afgekondigd door een bevoegde instantie - Onderscheid in afdwingbaarheid via sanctionering
→ Formeel karakter
→ Informeel karakter
Bij gewoonten varieert de sterkte van de informele sanctionering
- Zeden worden relatief sterk bewaakt en gesanctioneerd (bv: overspel)
- Gebruiken worden minder streng gesanctioneerd (bv: een bekende niet teruggroeten) het geeft bij een eerste overtreding niet meteen aanleiding tot roddels
Juridisering =
het aanmaken van rechtsregels volgt vaak de bredere culturele evoluties
Slotkanttekeningen bij juridisering van overtuigingen, waarden en normen:
- De vertaling van collectieve opvattingen in formele normen/rechtsregels vormt het eindpunt van een proces van institutionalisering.→ juridisering = sterke bescherming van waarden en normen, meer dan
(informeel) collectief bewustzijn. - De vertaling van waarden in juridische regels is vaak de inzet van een sociale en politieke strijd tussen groepen of sociale verbanden met uiteenlopende opvattingen of culturen. → culturele diversiteit. Gaat vaak om een cultuurconflict: een geschil tussen verschillende geïnstitutionaliseerde opvattingen die leven binnen uiteenlopende sociale groepen of verbanden.
- Juridisering van een opvatting betekent dat ze voor algemeen bindend wordt verklaard,
ongeacht het eventuele bestaan van andere sociaal gedragen voorstellingen. → culturele macht, mentalistisch bekeken.
Vier typen van zelfdoding:
1) Egoïstische zelfmoord = gevolg van overmatig individualisme door een te zwakke sociale cohesie
2) Altruïstische zelfmoord = gevolg van het opgenomen zijn in een sociaal verband met een bovenmatig sterkte sociale cohesie
3) Anomische zelfmoord = zelfdoding die samenhangt met een situatie van normloosheid en de daaruit volgende onderregulering van het menselijke verlagen
4) Fatalistische zelfmoord = zelfdoding door overregulering
Kanttekeningen op Durkheims zelfmoordstudie:
- Het verschil tussen de egoïstische zelfmoord en de anomische zelfmoord is discutabel
- Vraagtekens bij het meer algemene mens- en maatschappijbeeld waarop Durkheims redenering over de anomische zelfmoord steunt. Hij veronderstelt dat mensen van nature geen grenzen kennen. Evenmin zouden ze in staat zijn om zichzelf in de hand te houden zonder een dwingende sociale controle.
→ Dat is een dubbele premisse:
anomie Durkheim vs. Merton
- Durkheim: door anomie belangt een individu in een toestand van doelen zinsloosheid
- Merton: normloosheid slaat enkel op de ingezette middelen bij het nastreven van een waarde of, zoals
hijzelf opmerkt, op ‘een deinstitutionalisering van de middelen’ →belang van het doel resulteert in
anomisch handelen
Conformisme:
- Men beweegt binnen de cultureel afgebakende krijtlijnen
- Succeswaarde werd verinnerlijkt
- Normen om die te realiseren ook
Innovatie = anomie:
- Zo efficiënt mogelijk financieel gewin najagen
- Mondt uit in illegale handelingen
- = deviant/normafwijkend handelen
- Uit op luxe en comfort maar bewandelt niet de cultureel uitgestippelde weg
Ritualisme:
- Streeft rijkdom niet langer na = het opgeven van het verheven culturele doel van groot financieel succes en sociale mobiliteit tot het punt waarop iemand aspiraties bevredigd lijken
- Blijft echter zonder grote ambities met mate presteren
Terugtrekking
- Streeft ook rijkdom niet meer na
- EN geeft ook de daarbij aansluitende normering van het handelen op
- Heeft geprobeerd om er iets van te maken maar faalde en keert zich daarom af van de
dominante cultuur - Marginaal, drank- en/of drugsverslaafden, …
Rebellie
- Verwerpt het dominante cultuurpatroon
- Formuleert wel alternatieve waarden of culturele doelen en nieuwe, legitiem geachte middelen om die te bereiken
- +/-
→ minteken wijst op de afwijzing van de vigerende succeswaarde en normering
→ plusteken duidt op de vernieuwing die de rebel voorstaat