Comment s'exprimer en classe? '22 Flashcards
Sorry mevrouw, ik ben te laat omdat ik mijn bus heb gemist
Excusez-moi madame, je suis en retard parce que j’ai raté le bus
Sorry mevrouw, ik ben te laat omdat ik een platte band had.
Excusez-moi madame, je suis en retard parce que j’ai eu une crevaison
Ik heb mijn huiswerk niet gemaakt
je n’ai pas fait mon devoir.
Ik heb mijn les niet geleerd omdat ik bij de dokter ben gegaan.
Je n’ai pas étudié ma leçon parce que je suis allé chez le médecin.
Ik heb mijn oefening niet voorbereid omdat ik ziek was.
Je n’ai pas préparé l’exercice parce que j’étais malade.
Ik ben mijn notities vergeten.
J’ai oublié mes notes
Ik ben mijn agenda vergeten.
J’ai oublié mon journal de classe.
ik ben mijn les vergeten leren.
J’ai oublié d’étudier ma leçon.
Ik ben mijn pennenzak vergeten.
J’ai oublié ma trousse
hier, een brief van mijn ouders.
Voici, une lettre de mes parents.
Ik heb een papiertje van het secretariaat.
J’ai le petit papier du secrétariat.
Ik heb een handtekening in mijn agenda.
J’ai la signature dans mon journal de classe.
Welke dag zijn we?
Quel jour sommes-nous?
Welke dag is het vandaag?
Quelle est la date d’aujourd’hui?
Hoelaat is het?
Quelle heure est-il?
Wanneer moeten we leren voor deze les?
Quand devons-nous étudier cette leçon?
Tegen wanneer moeten we die oefening verbeteren?
Pour quand devons-nous corriger cet exercice?
Tegen welke dag moeten we deze voorbereiding maken?
Pour quel jour devons-nous faire cette préparation?