comment s'exprimer en classe? '21 Flashcards
het begin van het nieuwe schooljaar/de terugkeer
la entree
het leerwerkboek
le livre d’apprentissage
het grammaticaboek/de spraakkunst
la grammaire
het schrift
le cahier
het kladblad
la feuille brouillon
het bord
le tableau
de resultaten
les résultats
de map
la farde
een inktwisser
l’effaceur (d’encre)
de wekker
le réveil
de pennenzak
la trousse
le cours
de les
de bundel
le dossier
het krijt(je)
la craie
een exemplaar
l’exemplaire
een kluisje
un casier
een rugzak
un sac à dos
mag ik de klas verlaten, alstublieft?
je peux quitter la classe, s’il vous plaît
Ik heb de huistaak niet meegebracht. Ik was ziek.
je n’ai pas apporté le devoir. j’étais malade;
Ik heb het niet begrepen. Kunt u herhalen?
je n’ai pas compris. Vous voulez répéter?
Mag ik mijn fles vullen aan de kraan?
je peux remplir ma bouteille au robinet,
Ga jij de huistaken uitdelen?
Tu vas distribuer les devoirs?
Karim gaat de testen ophalen.
Karim va ramasser les tests.
Wanneer moeten we de huistaak indienen?
Il faut remettre le devoir quand?
tegen wanneer moeten we deze les studeren?
Il faut étudier cette leçon pour quand?
Mag ik dichter gaan zitten?
Je peux m’asseoir plus près?
excuseer, mevrouw. Kunt u het raam openen.
excusez-moi, madame. Vous pouvez ouvrir la fenêtre?
Alma, sluit de deur!
Alma, fermez la porte!
Kan ik je pen gebruiken?
Je peux employer ton stylo?
Kan je het licht/de beamer aansteken/uitdoen
Tu peux allumer/éteindre la lumière/le projecteur?
Heeft u de toetsen al verbeterd?
Vous avez déjà corrigé les tests?
Ik heb de bus gemist. Ik ben te laat
J’ai raté le bus. je suis en retard.
Het is (te) warm/koud
Il fait (trop) chaud/froid.
Het heeft gebeld.
Il a sonné.
Ik had een platte band.
J’avais un pneu cravé.
Mogen we per 2/in groep werken,
On peut travailler à deux/en groupe?
ik ben verkouden. Wie heeft een zakdoek voor mij?
Je suis enrhumé(e). Qui a un mouchoir pour moi?
De zon stoort me. Mag ik de gordijnen sluiten?
Le soleil me gêne. Je peux fermer les rideaux.
Ik voel me niet goed.
Je ne me sens pas bien.
Mag ik mijn handen wassen,
Je peux me laver les mains?
Mag ik mijn mondmasker afzetten?
Puis-je enlever mon masque?