Colorectale chirurgie Flashcards
1
Q
Adjuvante (aanvullend) chemotherapie
A
- Bij hogere stadium tumoren (3 en 4)
- Bij tumoren met slechte ‘eigenschappen’
- Bij lagere stadia is winst van chemotherapie beperkt omdat die vaak volledig verwijderd kunnen worden
2
Q
Rectum carcinoom
A
- Mesorectale fascie beste techniek om alles goed weg te halen
- Aan elkaar hechten van 2 stukken darm hoe dieper in het bekken hoe lastiger
o Te diep; wordt geniet (circulaire nietjes rij)
Aan en afvoerde stuk darm worden anders behandeld - Eerst werd het gehele rectum verwijderd, maar bij een intact mesorectale fascie is het van belang voor de prognose deze te laten zitten
o Via de buik bleek een betere resectie methode - 30% van alle darmkankers is endeldarmkanke
3
Q
Rectum carcinoom behandeling
A
- Neoadjuvante therapie = voorbehandeling
- Bestraling gecombineerd met chemotherapie
- Operatie na aantal weken wachttijd
- IORT (intra-operatieve radiotherapie)
4
Q
Rectum resectie
A
- (na)Bloeding (kleine bekken/lever)
- Ureter letsel, zenuw letsel, darmletsel
- Infectie (pneumonie, wond, abces)
- Thrombose (perifeer, long) - overlijden
- Naadlekkage – morbiditeit, overlijden
- Stoma (tijdelijk/definitief)
- Hernia cicatricalis
5
Q
Kwaliteit van anastomose
A
Patient:
* Niet roken
* Goed gevoed
* …..
Chirurg:
* Goed doorbloed
* Geen spanning – los tegen elkaar liggend
* Geen torsie
* Correcte hechttechniek:
* Staples
* hechtdraad
6
Q
Fluorescence-guided surgery
A
snel: acquisitie in milliseconden ms
real-time
intra-operatief gebruik
near-infrarood licht (700-900 nm)
onzichtbaar voor het menselijke oog
geen verandering van het operatief vlak
relatief hoge weefselpenetratie (10 mm)
kleine auto-fluorescentie van lichaamsweefsel (valt ook binnen window van NIR licht)
6
Q
Chirurgie aan darmen lek risico
A
- slechte voedingstoestand
- anemie
- infectie
- immuunsuppressiva
7
Q
TMN gradering
A
- T: primaire tumor
o TX: primaire tumor kan niet beoordeeld worden
o T0: geen bewijs van primaire tumor
o Tis: carcinoma in situ intraepitheel of invasie van lamina propria
o T1: tumor in submucosa
o T2: tumor in muscularis propria
o T3: tumor in door de muscularis propria in submucosa
o T4: tumor is uitgezaaid naar andere organen/structuren - Regionale lymfe nodus (N)
o NX: regionale lymfe nodus kan niet beoordeeld worden
o N0: geen regionale lymfe nodus metastasis
o N1: metastase in 1-3 lymfe nodus
o N2: metastase in 4 of meer regionale lymfe nodus - Metastase op afstand (M)
o MX: metastase kan niet beoordeeld worden
o M0: geen metastase
o M1: wel metastase