Colon & Rectum Flashcards
Wat zijn de drie anatomisch onderscheidende kenmerken van het colon?
Taeniae coli (longitudinale banden van glad spierweefsel), Haustra coli (plicae semilunares coli) en Appendices epiploica (door peritoneum omgeven vetaanhangsels)
Waar bevindt het caecum zich en hoe wordt het caecum genoemd als het intraperitoneaal/retroperitoneaal zit?
Fossa iliaca dextra. Caecum liberum, caecum fixum.
Op welke structuur lijkt de appendix vermiformis het meest? Welk vat vasculariseert de appendix en waar ligt dit vat? Uit welk vat komt dit vat? Op welk punt wordt de basis van de appendix op het oppervlak geprojecteerd en hoe vindt men dit punt?
Het colon. De a. appendicularis, lopend in de mesoappendix, komend uit de a. illeocolica. Het punt van McBruney, geprojecteerd op 2/3 van de afstand tussen de SIAS en de navel.
Noem de drie verschillende tannine van het colon.
Taenia libera, taenia omentalis, taenia mesocolica.
Benoem het beloop van het colon beginnend bij het caecum.
Te beginnen bij de colon ascendens. Deze loopt secundair retroperitoneaal. Hij verloopt richting de regio hypochondriaca dextra. Daar wordt een bocht naar links gemaakt: de flexura hepatica/ flexura colica dextra. Nu begint het colon transversum, verbonden met de achterwand van het abdomen middels zijn mesocolon transversum. De volgende bocht is de flexura lienalis/ flexura colica sinistra. Deze flexuur ligt meer craniodorsaal. Vervolgens door naar het colon descendens wat wederom sec. retroperitoneaal zit. Door naar tot slot het colon sigmoideum met zijn mesocolon sigmoideum.
Welke twee ligamenten zitten aan de flexura lienalis?
Het lig. phrenocolicum en het lig. splenocolicum.
Wat bevindt zich lateraal van de colon ascendens en descendens?
De paracolische goot.
Welk gedeelte van het rectum bevindt zich intraperitoneaal?
De eerste 1/3 proximale gedeelte.
Wat is het anatomische begin van het Canalis analis? En welke spier vouwt zich hier om het rectum?
de linea anorectalis. De m. puborectalis
Welke spieren vormen gezamenlijk de m. levator ani?
De m puborectalis, de m iliococcygeus en de m. pubococcygeus.
Als de m puborectalis zich contraheert, wat ontstaat er dan? En ontspant of contraheert de m. puborectalis tijdens de stoelgang?
De flexura perneais. Tijdens de ontlasting ontspant deze spier zich dus voor een gemakkelijkere stoelgang.
Beschrijf het Canalis analis.
Je hebt de zona columnales, bestaande uit de columnae anales (zuilen van Morgagni). Deze zorgen voor een water- en luchtdichte afsluiting. Hiertussen bevinden zich de sinus analis. Deze zijn met elkaar verbonden door de valvulae anales. Deze vormen gezamenlijk een lijn genaamd de linea dentata (linea pectinata). Caudaal van deze lijn bevindt zich de pecten analis, een overgangszone naar de huid, begrens door de linea anocutanea.
Door welke twee sphincters wordt het canalis analis afgesloten? Wat is hun innervatie en welk type spierweefsel zijn ze?
m. sphincter ani internus, sympatisch, glad spierweefsel.
m. sphincter ani externus, n. pudendus, dwarsgestreept spierweefsel.
Waar ligt het spatium retropubica en geef een eigennaam.
Holte tussen os pubis en die blaas, die normaal dichtgevallen is. Ook wel de ruimte van Retzius.
Waar ligt de fossa pararectalis?
De peritoneale holte lateraal van het rectum.