College's Manon - praktische lactatiekunde Flashcards
Hoe zit het met de bloedvoorziening van de borst?
Bloedvoorziening: vanuit de arteria subclavia en de grote arterie naast het sternum.
Waar moet je op letten als je de baby goed aanlegt aan de borst? (9 antwoorden)
1) Baby dicht tegen de moeder aan;
2) Hoofd en lijfje van de baby in een lijn;
3) Mondje van de baby tegenover of net iets lager dan de tepel (baby ligt niet in elkaar gedoken);
4) Heupen van de baby zijn gebogen;
5) Moeder brengt de baby naar de borst;
6) Baby moet voldoende van de onderkant van de borst in de mond kunnen nemen;
7) Onderlip is naar buiten gekruld;
8) Kin van de baby drukt tegen de borst;
9) Tepelhof is bij de bovenlip meer zichtbaar als bij de onderlip.
Wat zijn tekenen van een goede zuigkracht? (3 antwoorden)
1) Eerst snelle zuigbewegingen;
2) Melk schiet toe;
3) Slikbewegingen (bewegingen tussen de oren en de slaap).
Wat zijn adviezen bij een baby met een zwakke zuigkracht? (8 antwoorden)
1) Stimuleer de lippen;
2) Masseer het handje;
3) Aandacht voor happen en aanleggen;
4) Danserhand of U-greep;
5) Verschillende voedingshoudingen;
6) Vaak van borst wisselen (?);
7) BOS/ BHS-set;
8) Borstcompressie.
Wat staat er in je DD als de mevrouw aankomt met: ‘Pijn op de punt van de tepel’?
- Duwende tong –> baby wil meer melk;
- Prematuriteit;
- Zuigverwarring;
Bijvoeding gehad d.m.v. fingerfeeding; - Kort frenulum/ lipbandje.
Klem- of knijpreactie:
- (Neurologisch probleem –> hypertonie of hypotonie);
- ‘Vallende baby’;
- Hypertonie.
Wat is het voorbijgaande reflex: rooting-reflex?
Ook wel tepelzoekreflex. Bij zacht aanraken van de wang van de baby draait het kind zijn hoofd die kant op en doet hij zijn mond open. Dit stelt de baby in staat snel de tepel te vinden van de borst van zijn moeder.
Verdwijnt meestal tussen de derde en vierde maand pp.
Wat is het voorbijgaande reflex: zuigreflex?
Zodra de baby iets in zijn mond voelt, begint hij te zuigen, ongeacht of hij een vinger, de zuigfles of de tepel in zijn mond heeft.
Dit reflex wordt nooit op dezelfde manier uitgelokt. Omgeving, neurologische rijping en mogelijkheden van het kind spelen een belangrijke rol bij de uitingsvorm en de ontwikkeling van de reflex. Verder is bij deze reflex (evenals bij de andere reflexen) het hongergevoel een belangrijk aspect bij de mate van opwekbaarheid. Naarmate het hongergevoel zakt, neemt de intensiteit van de reflex af. Eetlust wordt gecontroleerd door honger- en verzadigingscentra in de hypothalamus.
Wat is het voorbijgaande reflex: asymmetrische Tonische Nekreflex
Als het hoofdje naar bijvoorbeeld links draait, strekken de linkerarm en het linkerbeen, terwijl de rechterarm en het rechterbeen zich buigen. De ogen volgen vervolgens de weg van het handje. Dit is het begin van oog-handcoördinatie. In de zogenaamde tweede spildraai tijdens de geboorte voert het kind deze beweging uit en draait mee met de weeën.
Wat is het voorbijgaande reflex: moro-reflex?
Bij een plotseling beweging (bijvoorbeeld als de baby bijna valt,) doet de baby zijn armen wijd open en sluit ze daarna weer. Ook bij een hard geluid, lichtflits etc. kan dit gebeuren. Als de baby daarbij erg geschrokken is, gaat hij huilen.
Wat is het voorbijgaande reflex: grijpreflex?
Als iemand een vinger in de handpalm van de baby legt, pakt hij deze onmiddellijk stevig beet. Door het met de twee handen te doen, kan de baby uit liggende positie makkelijk rechtop getrokken worden. De voeten vertonen een dergelijke reflex.
Wat is het voorbijgaande reflex: babinski-reflex?
Als men met een puntig voorwerp over de buitenrand van de voetzool van achteren naar voren strijkt, richt de grote teen zich op, terwijl de andere tenen zich spreiden. Deze reflex verdwijnt maar heel geleidelijk en de functie is onbekend. Mogelijk heeft de mens als zoolganger dit ontwikkeld, om de grijpreflex in de voetzool te ‘breken’.
Wat is het voorbijgaande reflex: loopreflex?
Als de baby rechtop gehouden wordt door hem onder zijn oksels vast te houden, en men laat zijn voetjes zachtjes de vloer raken, dan trekt hij één been op, alsof hij een stap zet, het andere voetje wordt met hiel en al neergezet op de bodem. Neurologisch is dit een blijvende reflex, maar omdat het nogal wat spierkracht vergt, is deze reflex alleen zichtbaar als het kind elke dag “oefent”. (Door deze reflex te oefenen, gaan kinderen niet eerder lopen, ze ontwikkelen alleen sterkere beenspieren.)
Wat is het voorbijgaande reflex: palmomentale reflex
Strijken over de duimmuis van de baby veroorzaakt een contractie van de ipsilaterale kinspieren. Het vasthouden van de handjes of het aanraken van de borst met de handjes stimuleert zo de activiteit in het mondgebied.
Wanneer kan een baby:
1) vocht slikken?
2) zuigen?
3) rooting-reflex?
4) Coördinatie van zuigen en ademen?
1) Vocht slikken: 11 weken;
2) Zuigen: 24 weken;
3) Rooting-reflex: 32 weken;
4) Gecoördineerd zuigen en ademen: 37 weken.
Welke anatomische vormen in de mond zorgt voor betere grip bij de baby?
- Het gehemelte is kort, wijdt en licht gebogen bij de geboorte. De rimpeling van het gehemelte houdt de tepel vast bij het voeden;
- De lippen van het kind maken een aangepaste en luchtdichte ronding rond de tepel;
- Doordat de lippen naar buiten krullen, komt het tandvlees met kleine zwellinkjes om de tepel te liggen en dat geeft meer houvast;
- De baby heeft vetkussentjes op beide kaken om hem te helpen met zuigen. Dit vetkussentje ligt tussen de buccinator en de masseter spier. Het geeft stabiliteit bij het zuigen en vermindert de kans dat de kaken ineenvallen. Als de baby op zijn eigen tong zuigt krijg je negatieve druk, waardoor er een kuiltje in de wang ontstaat.
Wat zijn symptomen bij de baby van een kort frenulum?
1) Frequente, niet succesvolle pogingen tot drinken aan de borst, “glijden van de tepel”;
2) Darmkrampjes, teruggeven van voeding, flatulentie van de baby;
3) Klakken tijdens een bv;
4) Niet goed aankomen;
5) Blaren op boven/onderlip;
6) Vaker bij jongens.
Wat zijn symptomen bij de moeder van een kort frenulum? (5 antwoorden)
- Pijnlijke tepels bij aan happen;
- Pijn tijdens het zuigen van de baby;
- Afgevlakte, geschaafde tepels, tepelkloven (lippenstift-vorm), bloedende tepels;
- Moeite met het opbouwen van een band met de baby;
- Verstopte melkklieren, stuwing en mastitis.
Hoe vaak zuigt en slikt een baby?
Baby’s zuigen en slikken in een frequentie van 1x per seconde of sneller als de melk sneller stroomt. Als de melk minder snel stroomt of stopt, zuigt de baby sneller. Dus als melk sneller stroomt daalt het aantal zuigmomenten en vice versa.
- Eerste 2 minuten: 72.4x per minuut;
- 2-4e minuten: 70.8x per minuut;
- 4-6e minuten: 73.3x per minuut;
- 6-12e minuten: 74.9x per minuut.
Wat is (de functie van) niet-voedend zuigen?
Bij een niet voedende zuigbeweging (bv. bij het zuigen op een fopspeen, duim of vinger van verzorger of van het kind zelf) wordt er een aantal keren gezogen, maar wordt er zelden geslikt. Het zuigtempo is meestal 2x zo hoog als bij de wel- voedende zuigbeweging. Doordat er hierbij niet of weinig geslikt wordt, is er meestal geen onderbreking van de ademhaling.
Niet voedend zuigen ofwel comfortabel zuigen heeft invloed bij prematuren en geeft een verhoging van de peristaltiek, secretie van verteringsvloeistoffen en een vermindering van het huilen.
Hoe ziet het zuigcyclus eruit?
Vanaf wanneer wordt dit zuigcyclus bewust aangestuurd?
1) De tepel en de areola komen diep in het mondje van de baby. De lippen en de kaken vormen een afsluiting. De lippen van de baby krullen naar buiten.
2) De top van de tong gaat niet over de onderste lip.
3) Tijdens de voeding wordt de tepel langer tot een tuit en de tepel komt tot de overgang tussen het harde en zachte verhemelte. Hij verlengt zich zo’n twee tot drie keer.
4) De kaak duwt de tong op en drukt de areola tegen de alveolar ridge, waardoor de melk in het mondje komt.
5) Als het achterste gedeelte van de tong omhooggaat, gaat het voorste gedeelte omlaag en er ontstaat een peristaltische beweging waardoor de melk in het achterste gedeelte van de mond komt en dit gevolgd wordt door het slikreflex.
6) Als het volume van de melk voldoende is en dus gevolgd wordt door het slikken, verheft het achterste gedeelte van de tong zich en drukt tegen de achterste pharyngeal wand. Het zachte verhemelte komt omhoog en sluit de neus af. De larynx komt omhoog en naar voren en sluit de trachea af, waardoor de melk in de oesofagus stroomt. Hierna komt de larynx weer terug in zijn vorige positie.
7) De baby ontspant zijn kaken en de lactiferous sinussen vullen zich en de cyclus begint opnieuw.
Aanvankelijk worden de tongbewegingen bij het zuigen en slikken bepaald door de bewegingen van de kaak en de anatomische structuur van de mond: een relatief grote tong in een kleine mondholte. Bij de sluiting van de kaak drukt de tong tegen de speen of tepel, daarna opent de kaak, waardoor er een vacuüm ontstaat in de mond. Hiermee wordt er melk uit de speen of tepel gezogen. Zowel de druk van de tong als het creëren van het vacuüm om te zuigen zijn belangrijk. De lipsluiting speelt in deze eerste maanden een minder belangrijke rol. De tong, die als een kleine kom in de mond ligt, maakt voornamelijk golvende bewegingen. Hierbij is er eerst sprake van strekken van de tong naar voren, dan omhoog en dan een naar achter trekkende beweging. De tong volgt hierbij de bewegingen van de kaak. Bij het slikken maakt de tong een naar achter golvende beweging. Wanneer de mondholte groeit, trekt de tong zich geleidelijk terug in de mondholte (vanaf ongeveer 7 maanden) en deze gaat meer gedifferentieerd bewegen: verticale en zijwaartse bewegingen worden mogelijk.
In de loop van de eerste drie tot zes maanden wordt het zuigen langzamerhand bewust en willekeurig. Het slikken blijft het hele leven een reflexmatige activiteit.
Wat weet je over het ademhalen gedurende het zuigen?
In een normale gecoördineerde zuigcyclus wordt de ademhaling niet verstoort. Zuigen, slikken en ademen gebeurt in een gecoördineerd 1:1:1 ritme.
Soms treedt er bij hele jonge baby’s een cyanose op die vanzelf verdwijnt.
Baby’s zijn neusademhalers t.g.v. de positie van het zachte verhemelte en het gebrek aan ruimte in de mond voor de lucht om in, -en uit te migreren. De mogelijkheid om te zuigen is bij veel aterme baby’s nog niet volledig ontwikkeld en vaak verstoord door medicijnen. Een verbetering van de coördinatie tussen zuigen, slikken en ademhalen in de loop van de eerste weken kan gezien worden als rijping van het centrale zenuwstelsel.
Welke adviezen geef je aan een moeder zodat ze weet dat haar baby goed drinkt aan de borst? Hoe lang drinkt een baby? Wanneer is een borstvoeding klaar?
Start voeding: 10-15x zuigen zonder pauze, na toeschieten
Midden voeding: 5-10x zuigen zonder pauze
Einde voeding: 1-5x zuigen
Afsluiting: “trillen van de onderkaak”
Wat zijn de parels van Epstein?
Witte bultjes op het tandvlees of gehemelte van de baby - vaak te vinden op de midlijn van het harde gehemelte. De cysten (gevuld met vocht) zijn goedaardig en verspreiden zich niet vanzelf. Ze zijn ontstaan tijdens de ontwikkeling van het gehemelte en verdwijnen enkele weken na de geboorte.
Wat is het voorbijgaande reflex: transverse tongreflex?
De transverse tongreflex kan geobserveerd worden door het voorste 1/3 gedeelte van de tong (zowel links als rechts) te prikkelen. De tong maakt dan een zijwaartse beweging richting de kaken. Als reflex verdwijnt deze tussen de 9e en 12e maanden, maar kan als automatische reactie (die wel onderdrukt kan worden) het gehele leven gezien worden. Deze reflex kan gebruikt worden bij het onderzoeken van een asymmetrie in de tong. Om bij het onderzoeken van deze reflex de zuigreflex niet op te wekken, kan de tong het best geprikkeld worden met een wattenstaafje. Bij het leren kauwen speelt de reflex een rol om het voedsel tussen de kaken te houden. Ook bij deze reflex is er een overgang naar meer willekeurige motoriek.