College 9: Sociaal-Emotioneel onderzoek II Flashcards

1
Q

Wat is projectie?

A

plakken van gevoelens en eigenschappen van zichzelf op de ander.

projectiemateriaal wordt gebruikt om achter het onbewustzijn te komen

methoden zijn:
- perceptie (roscharch, verhalen bij platen) outdated
- expressie (tekeningen en spel)
interpretatiemethoden (projectieplaten)
associatiemethoden (zat, wartegg tekeningen)
- construcitemethoden (diagnostisch spel, andere creatieve uitingen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Op basis van welke benaderingen worden tekeningen geinterpretereerd

A

feeling-approach = het opgeroepen gevoel
thinking approach = kwantificeren van normen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de tekenontwikkeling

A

krabbelstadium 1-4
schematisch stadium 4-8
naturalistisch stadium 9-12
puber stadium 12+

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar moet op gelet worden bij menstekeningen?

A
  • kwaliteit van de tekening
  • opvallende en ongewone details
  • accentueringen en weglatingen van essentiele onderdelen
  • lijnvoering
  • aanbrengen van schaduwen
  • mate van gedetailleerdheid
  • differentiatie
  • plaats op het papier
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is apperceptie?

A

bewust opvatten en toe-eigenen van voorstellingsinhoud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe ziet de ontwikkeling van spel eruit?

A

1.5 jaar -> solitair
rond 18 maanden –> verbeeldend ‘doen alsof’ spel, gericht op objecten
vanaf 24 maanden toeschrijven van emoties aan bijvoorbeeld een speelgoedpop
vanaf 7 jaar aanvaarding van spelregels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat voor vormen spel zijn er volgens vermeer

A

*SENSOPATHISCH SPEL
relatie tussen spel en opbouw persoonlijkheid - lichamelijke wereld

*HANTEREND SPEL
combinatiespel. Vanaf 10 maanden oud. Hanterende wereld

*ESTHETISCH SPEL
gericht op esthetische wereld. 1,5 jaar+

*VERBEELDEND SPEL
de illusoire wereld. 2+ jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar moet naar gekeken worden bij spel?

A

Algemeen gedrag
- aandacht
- motoriek
- taal
- sociaal
- emotioneel

Specifiek gedrag
- wat is de reactie op de vrije spelstituatie
- komt het kind tot spel?
- kan het kind kiezen, wat kiest het?
- wat doet het kind met het spelmateriaal?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke vier domeinen bij interpretatie?

A
  1. formele/structurele analyse
    = feitelijk verslag van het spel
  2. Inhoudelijke analyse
    = gaat over thema’s en de relaties ussen interne en externe werkelijkheid
  3. interventie analyse
    = therapeutische inbreng: wat heeft de spelleider eer of minder gedaan en waarom
  4. interactie analyse
    = relatie tussen therapeut en het kind
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de voor- en nadelen van diagnostisch spel?

A

voordelen
- onderzoekt een breed spectrum aan persoonskenmerken
- gebruik van gestandaardiseerd materiaal
- minder vatbaar voor sociale wenselijkheid
- leuk voor het kind om te doen, waardoor ze het als beloning zien

nadelen
- toename in bandwijdte, zorgt voor minder betrouwbaar en valide
- moeilijk te kwantificeren
- interpreteren is lastig - sprake van subjectiviteit
- projectie kan voorkomen uit eigen normen en waarden
- weinig structuur kan leiden tot angst en verwarring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly