College 1: Diagnostische Cyclus I Flashcards

Belang DC, uitleg van de aanmelding, KA en PA

1
Q

Waarom wordt er gebruik gemaakt van een besliskundig model?

A
  • Ethische verantwoordelijkheid
  • jezelf indekken indien het misgaat
  • systematisch te werk gaan en niet op basis van intuitie
  • heuristieken/biasen zoveel mogelijk verminderen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Wat is besliskunde?

A

het systematisch beschrijven van een beslissingsprobleem en het methodisch vinden van een correcte oplossing daarvan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke mogelijkheid biedt de Diagnostische Cyclus?

A
  • alle denkstappen vast te leggen
  • expliciet te werken met theorieen over het ontstaan van (afwijkend) gedrag
  • onderzoek te doen naar de waarde van theorieen en het effect van interventies voor een specifiek individu
  • resultaten transparant te maken en uit te wisselen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke biasen moet een diagnosticus voor op z’n hoede zijn?

A
  • Anchoring/primacy effect
    = het in de oordeelsvorming bevoordelen van informatie die het eerst wordt verkregen
  • excessieve data collection
    = het verzamelen van veel meer - en vaak overbodige - gegevens
  • confirmation bias
    = de neiging om op zoek te gaan naar informatie die eigen veronderstelling ondersteunt
  • Framing
    = neiging om symptomen te interpreteren op basis van de wijze waarop het is gepresenteerd
  • availability bias
    = neiging om het eerste dat in je opkomt of de informatie die het meeste opvalt als waarheid te zien
  • culturele bias
    = verkeerd interpreteren van culturele aspecten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn heuristieken?

A

zoekstrategieen die tot een oplossing kunnen leiden

Beschikbaarheidsheuristiek is hier een voorbeeld van: mensen hebben de neiging om de kans op het optreden van een verschijnsel hoger in te schatten naarmate zij met minder moeite voorbeelden van verschijnsel voor de geest kunnen halen

anders dan bias want dat is een vooroordeel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar bestaat de klinische cyclus uit?

A

Diagnostische cyclus + therapeutische cyclus (behandeling)

Wordt verbonden door de indicatiestelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar wordt de kwaliteit van diagnostiek op beoordeelt? Leg daarbij ook de twee termen ‘accountability’ en ‘liability’ uit

A

De kwaliteit wordt beoordeelt op het proces en niet op de uitkomst. Door accountability heb je een verantwoordelijkheid dat je je acties in het proces kan legitimeren op basis van reflectie, denk hierbij aan overleg, reflecteren op handelen of bijscholing.

Bij liability heb je een juridische verantwoording voor het diagnostisch handelen die wordt gekenmerkt door registraties bij overheidsinstanties zoals BIG of beroepsgroepen zoals NVO, SKJ, NIP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar wordt over gesproken als er sprake is van ‘handelingsgericht werken’?

A

Er wordt niet genoegen genomen met enkel een diagnose stellen maar er wordt ook gekeken naar wat er gedaan kan worden om de client verder te helpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn kenmerken van de diagnostiek in de orthopedagogiek?

A
  • binnen het perspectief van ontwikkelingsdomeinen
  • context is in beeld
  • gericht op individuele geval
  • hulpvragen zijn sturend
  • handelingsgericht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is het verschil tussen classificatie en diagnositek?

A

diagnostiek
= is de theorie van het individuele geval. Hierbij draait het erom een uniek, gedetailleerd en compleet klinisch beeld om zo de problematiek te kunnen begrijpen met als doel indicatiestelling en behandeling

classificatie
= is slechts het onderbrengen van de kenmerken bij een individu binnen het vakgebied bekende type probleem. Er worden namen of labels gegeven aan groepen symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar bestaat de diagnostische cyclus uit?

A

aanmelding
klachtenanalyse -> verhelderende diagnose

probleemanalyse -> onderkennende diagnose

verklaringsanalyse -> verklarende diagnose

indicatieanalyse -> indicerende diagnose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe ziet de aanmelding eruit?

A

Komt vaak via huisarts en die verwijst door naar specialist.

moet worden gekeken of verwijzer daadwerkelijk mag verwijzen, en of er geen formeel-juridische belemmeringen zijn (beide ouders gezag/kind boven 12 toestemming)

Werkwijze in aanmelding:
1. bepalen van het verloop van aanmeldingstraject
2. Vaststellen van de formele posities
3. beslissen of het aanmeldingstraject voortgezet kan worden (ontvankelijkheid)
4. het vervolgtraject bepalen, overdragen aan betrokkenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke personen zijn betrokken bij de aanmelding?

A
  • verwijzer
    = professional die het belang van de hulpverlening benoemt
  • aanmelder
    = de persoon die contact opneemt met de hulpverlener. Soms is dit de verwijzer, maar het kan door elkaar heenlopen
  • opdrachtgever
    = bevoegd persoon die de opdracht geeft zoals gezinsvoog
  • client
    = de persoon op wie het diagnostisch onderzoek betrekking heeft

-clientsysteem
= de groep op wie het diagnostisch onderzoek betrekking heeft

  • betrokkenen
    = anderen die aan het traject gerelateerd zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Beschrijf de klachtanalyse

A

proces van verhelderen van klachten, met oog op het formuleren van expliciete hulpvragen die het aanknopingspunt vormen voor verder onderzoek

uitkomst is de verhelderende diagnose

Het inside perspective (dus ervaring van de client) staat centraal

informatie wordt verzameld door intakegesprek en anamnese (bv. ontwikkeling)

input: intakegesprek, aangevuld dossieranalyse

output: concrete hulpvragen, overzichtelijke ordening voor client*

*voor professional wordt ordening duidelijk in probleemanalyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke vraagstellingen zijn er

A

verheldering
= hulpvragen als “hoe kan ik…?”

onderkenning
= hulpvragen als “wat is er aan de hand/heeft mijn kind X”

Verklaring
= hulpvragen als “waarom is dit aan de hand, is dit gevolg van …”

indicatie
= hulpvragen als “is behandeling X juiste aanpak of hoe te beinvloeden”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het diagnostisch scenario?

A

0-scenario = verhelderend
1-scenario = verhelderend - indicerend
2-scenario = verhelderend - verklarend - indicerend
3-scenario = verhelderend - onderkennend - verklarend - indicerend

in overleg met ouders wat zij willen weten
van belang voor:
- informeren van de client (wat zijn de vervolgstappen)
- aanbrengen onderzoekskader (hulpvraag en onderzoeksmiddelen)
- waarborgen volledigheid

16
Q

Beschrijf de probleemanalyse

A

professionele beoordeling van het probleemgedrag = dus vanuit outsider perspective

Werkwijze:
1. beschrijven en inventarisatie van het probleem gedrag adhv KA

  1. Ordening van het probleemgedrag -> clusteren in domeinen
  2. benoemen (classificaties) van probleemgedrag.
  3. taxatie van de ernst, gradatie en impairment
  4. protectieve- en risicofactoren beschrijven
17
Q

welk onderscheid wordt er in de probleemanalyse gemaakt tussen onderkennend en verklarend?

A

onderkenning
= het beoordelen of gedrag ongunstig is en leidt tot verstoring in het functioneren

verklaring
= het beoordelen welke factoren verklarend zijn voor de gedragsproblematiek. Dit wordt dus NIET gedaan tijdens de PA

18
Q

Welke middelen kunnen gebruikt worden voor de risicotaxatie?

A
  • ASEBA (CBCL/TRF/YSR)
  • Diagnostische criteria Rutter
  • CITO-leerlingvolgsysteem voor vermoedelijke leerproblematiek
19
Q

Wat doet de PA niet?

A
  • verklaren!
  • classificatie is slechts het clusteren van de gedragssymptomen tot een label
  • het label zegt niets over de oorzaak