College 7: Taalonderzoek Flashcards

1
Q

Benoem de betekenis van:
- Fonologie
- morfologie
- syntaxis

A

Vallen onder taalvorm
- Fonologie
= manier waarop klanken zich in een taal gedragen

  • morfologie
    = manier waarop woorden gevormd worden
  • syntaxis
    = manier waarop zinnen gevormd worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Benoem de betekenis van:
- semantiek
- lexicon
- pragmatiek

A

Vallen onder taalinhoud
- semantiek
= betekenis van de woorden, zinnen en teksten
- lexicon
= woordenschat

Valt onder taalgebruik
- pragmatiek
= manier waarop mensen in sociale situaties omgaan met taal. Ongeschreven regels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welk onderscheid kan er gemaakt worden in spraak

A

articulatie
= beweging in de mond- en keelholte ten behoeve van spraakproductie van woorden, klanken, zinnen of teksten

auditieve verwerking
= nadat de oren een geluid op hebben gevangen, moet dit in de hersenen verwerkt worden tot ene betekenisvolle bodschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn receptieve taalvaardigheden

A

het begrijpen van taal, zoals luisteren en lezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn expressieve taalvaardigheden

A

produceren van taal, zoals door spreken of schrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe ziet de taalontwikkeling eruit per fase

A
  1. PRELINGUALE FASE (0-1 jaar)
    0-6 weken -> eerste geluidswaarnemingen en huilen
    6 weken tot 4 maanden -> vroege luisterontwikkeling en vocaliseren (geluidproduceren)
    4 tot 7 maanden -> proto-conversatie en beurtname
    7 tot 12 maanden -> begin taalbegrip, brabbelen
  2. VROEGLINGUALE FASE (1-2;6)
    9-15 maanden –> eerste woordjes
    overextensie (woord voor alles gebruiken)
    18 tot 24 maanden –> woordenschat 50 tot 100 telegramstijl
  3. DIFFERENTIATIEFASE
    4 jaar –> beheersing van alle Nederlandse eenvoudige klanken
    5 jaar –> woordenschat van 2000 tot 3000 woorden (benoemingsexplosie)
    overgeneralisatie (incorrecte grammatica - ik riepte)
  4. VOLTOOIINGSFASE
    5-10 jaar taal wordt conceptueler (ofwel abstracter)

taalontwikkeling wordt beinvloed door de kind- en omgevingsfactoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn taalstoornissen?

A

Hebben niet per definitie te maken met de taalontwikkeling. De ontwikkeling is vaak goed verlopen maar mensen met deze stoornissen hebben op latere leeftijd een afasie ontwikkeld vaak als gevolg van hersenletsel.

Broca afasie/expressieve taalstoornis = moeite met taal produceren

Wernicke afasie/receptieve taalstoornis = moeite met taal begrijpen, maar kunnen het wel produceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een taalontwikkelingsstoornis?

A

Als kinderen significant afwijken in de taalontwikkeling tov leeftijdgenoten en de ontwikkeling in andere domeinen wel goed verloopt.
1. persisterende moeite met het verwerven en gebruiken van taal
2. niveau van taalvermogen ligt lager dan wat gezien de leeftijd verwacht mag worden en resulteert in beperkingen in de communicatie en participatie, zoals meekomen op school of werk
3. begin van de symptomen liggen in de vroege ontwikkelingsperiode. Als het pas op latere leeftijd ontstaan is het mogelijk een afasie naar aanleiding van een hersenbeschadiging

symptomen:
- van de hak op de tak vertellen
- onduidelijk of in korte zinnen vertellen
- geen eigen mening geven
- ander antwoord geven dan verwacht
- vallen vaak buiten de groep
- geen antwoord geven in nieuwe situaties
- opdrachten niet begrijpen en niet uitvoeren
- geen gesprek beginnen vanuit zichzelf, vooral niet in groepen
- komen in vervelende situaties terecht door misverstanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke benaderingen kunnen gebruikt worden om TOS in te categoriseren?

A
  1. categoriale benadering
    TOS bij kinderen met doofheid/slechthorend
    TOS bij VB
    TOS bij blinde kinderen
    TOS bij craniofaciale afwijkingen
    TOS bij prematuur geboren kinderen/laag geboortegewicht
    TOS bij psychosociale stoornissen
    TOS bij specifieke taal/spraakstoornis
  2. Descriptief-linguistische benadering
    componenten inhoud, vorm, gebruik en de interacties daartussen staan centraal
    - zeer vertraagde ontwikkeling
    - stoornis van de taalvorm
    - stoornis van het taalgebruik
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke prognostische factoren kunnen er gesteld worden bij kinderen met een TOS

A
  • de leeftijd waarop het onderkend wordt
  • het gedrag van het kind
  • bijkomende neurologische problemen
  • het type TOS
  • de vorm, inhoud en frequentie van de taaltherapie
  • SES van het gezin
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat kan er gezegd worden over dyslexie?

A

Specifieke leerstoornis op het gebied van taal, moeite met lezen en spellen. Moet wel sprake zijn geweest van een leeraanbod

Hypothese over het schrift maar 5000 jaar oud is en spraak zo oud is als de mensheid zelf

slecht ontwikkeld fonologisch bewustzijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke hersengebieden zijn over het algemeen nodig bij taalverwerking?

A

Grafemen (het herkennen/verwerken van letters) in de visuele cortex

Herkennen van klanken/fonemen in de auditieve cortex.

voor het correct leren lezen en spellen;
hypothalamus = geheugen
prefrontale cortex = aandacht
motorische cortex = spraak

kinderen met een verstandelijke beperking hebben vaak een bredere ontwikkelingsachterstand, en dus ook op het gebied van taal. ASS en kinderen met selectief mutisme kunnen dit ook hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het fonologisch bewustzijn?

A

Fonologisch bewustzijn houdt in het kunnen omgaan met klanken. Bijvoorbeeld het opsplitsen van woorden in lettergrepen (‘hakken’), het verbinden van lettergrepen tot een woord (‘plakken’) en het rijmen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly