College 10: Gezin & Cultuur Flashcards
1
Q
hoe wordt het in kaart brengen van gezinsfunctioneren vaak gedaan?
A
- anamnesegesprek
- gezinsobservatie thuis
- vragenlijsten en tests
- gezinsinterview
- vaktherapeutische technieken
2
Q
Wat wordt er in een gezinsanamnese gevraagd?
A
- samenstelling en achtergrond
- structurele kenmerken (subsystemen)
- communicatieve kenmerken
- emotionele kenmerken
- aanpassingsvermogen
3
Q
Waar kan het diagnostisch gezinsinterview inzicht in krijgen?
A
- opvattingen van gezinsleden over problematiek
- communicatie- en interactiepatronen
- opvattingen en beliefsystems
- mogelijkheden voor het vinden van oplossingen voor problematiek
- mogelijkheden om een gezamenlijke visie te ontwikkelen op de problematiek
4
Q
wat is parentificatie
A
het tot ouder maken van een kind
5
Q
wat voor soorten opvoedstijlen zijn er
A
permissive parenting - veel warmte, weinig controle
authorative - veel warmte, veel controle
laissez-faire parenting - weinig warmte, weinig controle
authoritarian parenting - weinig warmte en veel controle
6
Q
waar bestaat het veiligheidsplan uit?
A
- waar gaan de zorgen over?
- waar zijn er geen zorgen over?
- hoe worden aspecten van onveiligheid gewogen en veiligheid beoordeeld?
- wat moet er gebeuren om deze beoordeling hoger te laten uitvallen, met andere woorden: hoe kan er meer veiligheid worden gecreeerd?
7
Q
wat is culturele competentie?
A
het vermogen van individuen en systemen om met respect effectief te reageren op en te interacteren met mensen van verschillende komaf
