College 8: Basisstructuur en egalitair ethos / Cohen Flashcards

1
Q

Wat is de definitie van egoïsme?

A

Egoïstisch zijn betekent hier dingen voor jezelf en voor degenen in iemands directe omgeving te verlangen, en geneigd wezen om op dat verlangen in te gaan, zelfs wanneer het gevolg is dat de een (veel) meer heeft dan de andere mensen, en anders hadden kunnen hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Sterke visie op egoïsme

A

vergelijkend, meer dan anderen willen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Zwakke visie op egoïsme

A

gerichtheid op bepaalde hulpbronnen zonder belangen van anderen te verdisconteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat hebben beide gevallen van egoïsme (sterk / zwak) als resultaat?

A

Ongelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Veronderstellingen bij de verdediging van ongelijkheid als onvermijdelijk gevolg van egoïsme

A
  1. Menselijke natuur premisse = eens
  2. Sociologische premisse = eens
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Twee soorten verdedigingen van economische ongelijkheid

A
  1. Feitelijke verdedigingen van economische ongelijkheid
  2. Normatieve verdedigingen van economische ongelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Feitelijke verdedigingen van economische ongelijkheid

A

Deze doen een beroep op natuurlijk egoïsme en verklaren de ongelijkheid als onvermijdelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Normatieve verdedigingen van economische ongelijkheid

A

Deze omarmen bepaalde ongelijkheden als rechtvaardig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Verschilbeginsel =

A

ongelijkheden zijn rechtvaardig als ze nodig zijn om de slechtste mensen in de samenleving beter af te maken dan anders het geval zou zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar is Cohen het mee oneens?

A

Ongelijkheid is onvermijdelijk gevolg van egoïsme en mensen zijn van nature egoïstisch

–> mensen niet van nature egoistisch, mens heeft geen ‘natuur’
–> lijdt wel naar ongelijkheid, maar deze ongelijkheid is onrechtvaardig en verwerpelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom is Cohen het oneens met ‘ongelijkheid is onvermijdelijk gevolg van egoïsme en mensen zijn van nature egoïstisch’

A

Mens heeft geen natuur want elk persoon verschilt door de omgeving.

Mensen kunnen echter wel egoïstisch worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zegt het verschilbeginsel over ongelijkheid?

A

Het verschilbeginsel zegt dat ongelijkheid aanvaardbaar is wanneer het voor een verbetering zorgt voor de minstbedeelden.

Rawls interpreteert ongelijkheid als noodzakelijk omdat het zorgt voor economische prikkel die mensen tot inspanning doen leiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat vindt Cohen over dat ongelijkheid volgens Rawls een economische prikkel is?

A

Volgens Cohen zullen mensen zich niet alleen inzetten als er prikkels zijn, dat is een keuze en geen noodzaak.

Omdat het een keuze is en geen noodzaak, kan de ongelijkheid die daaruit komt niet verdedigd worden met het verschilbeginsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zeggen Rawls en Cohen over talenten?

A

Rawls zegt dat die economische prikkels noodzakelijk zijn voor mensen om hun talenten te ontwikkelen.

Volgens Cohen maken mensen keuzes op basis van andere dingen zoals interesses en egalitaire idealen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Kritiek op het verschilbeginsel

A

De getalenteerden kiezen er voor om alleen hun talenten maximaal te benutten wanneer zij hier veel meer voor betaald krijgen. (Er is geen egoïstische menselijke natuur).

Maar juist daarom handelen ze niet in overeenstemming met het verschilbeginsel, wat ze zouden moeten doen volgens de idee van een “sense of justice”.

Want de ongelijkheid die zo ontstaat is niet noodzakelijk voor de verbetering van de positie van de minstbedeelden. De keuze is eerder egoïstisch van aard.

Minderbedeelden zouden het beter kunnen hebben als de getalenteerden zouden kiezen vanuit een egalitair ethos én zich volledig inspannen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Drie scenario’s

A
  1. Slechtst mogelijke scenario = getalenteerden spannen zich niet in om talenten te ontwikkelen (scholing) en iedereen verdient weinig. Hierdoor is een lage productiviteit.
  2. Suboptimaal = getalenteerden spannen zich wel in vanwege economische prikkels en die inkomensverschillen worden getemperd door verschilbeginsel. Iedereen profiteert hier van mee.
  3. Optimaal = iedereen spant zich in en getalenteerden vragen niet meer salaris voor gelijke inspanning.
17
Q

Wat is de basisstructuurobjectie (BSO) van Rawls?

A

Volgens Rawls hoeven mensen alleen de basisstructuur van het verschilbeginsel te volgen en kunnen de minstbedeelden er dus op vooruit gaan.

Je kunt het verschilbeginsel accepteren en een hoger salaris verdienen. Rawls zegt dus dat zijn principes van rechtvaardigheid moeten worden geïnstitutionaliseerd in de basisstructuur en dat mensen daarmee de principes van rechtvaardigheid wel worden omarmd. Sense of justice is niet de hele tijd de verschilbeginsel afgaan.

18
Q

Eerste argument tegen de BSO

A

Rawls vindt andere karaktereigenschappen ook belangrijk, die tegen het verschilbeginsel van Rawls in gaan.

  1. Broederschap (fraternity) = je wil niet beter worden ten koste van een ander.
    Cohen = je kunt niet constant je eigen winst maximaliseren zonder dat het ten koste gaat van anderen.
  2. Waardigheid (dignity) = de minstbedeelden zouden beter kunnen zijn. Bijvoorbeeld als er geen egoïstische keuzes worden gemaakt voor eigen winstmaximalisatie.
  3. Rechtvaardigheidsbeginsel (sense of justice) = als je de rechtvaardigheidsbeginselen accepteert kun je een volwaardig leven leiden
    Cohen = je accepteert alleen de basisstructuur ervan en neemt ze dus niet serieus.
19
Q

Broederschap (fraternity)

A

je wil niet beter worden ten koste van een ander

20
Q

Kritiek Cohen op broederschap (fraternity)

A

je kunt niet constant je eigen winst maximaliseren zonder dat het ten koste gaat van anderen.

21
Q

Waardigheid (dignity)

A

de minstbedeelden zouden beter kunnen zijn. Bijvoorbeeld als er geen egoïstische keuzes worden gemaakt voor eigen winstmaximalisatie.

22
Q

Rechtvaardigheidsbeginsel (sense of justice)

A

als je de rechtvaardigheidsbeginselen accepteert kun je een volwaardig leven leiden

23
Q

Kritiek Cohen op Rechtvaardigheidsbeginsel (sense of justice)

A

je accepteert alleen de basisstructuur ervan en neemt ze dus niet serieus.

24
Q

Wat is een ethos?

A

een neiging om op een bepaalde manier te handelen, dit wordt gevoed door culturele keuzes

25
Q

Wat zegt Cohen over de ethos?

A

Rawls kijkt naar de basisstructuur van een samenleving omdat het enorm veel invloed heeft op de kansen die mensen hebben in hun leven en hoe ze daarmee omgaan.

Cohen zegt als je naar de basisstructuur kijkt vanwege zijn invloed, moet je ook naar de ethos kijken want die beïnvloed nog meer.

26
Q

Wat vindt Cohen van Rawls’ denken?

A

Cohen vindt dat Rawls denkt dat ongelijkheden normatief zijn terwijl ze eigenlijk feitelijk en egoïstisch zijn van aard.

27
Q

Welke twee fouten moet men voorkomen?

A
  1. Ontkenning structuur: mens is geheel en al verantwoordelijk
  2. Ontkenning individuele verantwoordelijkheid: keuze verdwijnt in structuur
28
Q

Welke dimensies zijn relevant voor sociale rechtvaardigheid?

A
  1. Coercive structure
  2. Other structures
  3. Social ethos
  4. Choices of individuals
29
Q

Coercive structure

A

rechtsregels en andere institutionele regels

30
Q

Other structures

A

culturele regels en sociale druk

31
Q

Social ethos

A

houding, disposities, neigingen

32
Q

Choices of individuals

A

keuzen die door individuelen worden beïnvloed maar niet gedetermineerd

33
Q

Vier mogelijke instituties ter bevordering van civiele deugden

A
  1. De markt
  2. Het maatschappelijk middenveld
  3. De familie
  4. Het onderwijs
34
Q

Vier mogelijke instituties ter bevordering van civiele deugden

A
  1. De markt
  2. Het maatschappelijk middenveld
  3. De familie
  4. Het onderwijs
35
Q

Natuurlijke premisse

A

Stelt dat mensen van nature egoistisch zijn

36
Q

Waarom is Cohen het oneens met de natuurlijke premisse

A

premisse stelt dat mensen van nature egoistisch zijn

–> Cohen stelt dat er geen menselijke natuur is, want de mens is niet plastisch, kan alleen in context egoistisch worden

37
Q

Sociologische premisse

A

Als mensen egoistisch zijn, leidt dit tot ongelijkheid

38
Q

Cohen over de sociale premisse

A

Premisse = Als mensen egoistisch zijn, leidt dit tot ongelijkheid

–> Cohen is het er mee eens, maar deze ongelijkheden zijn dan wel onrechtvaardig en verwerpelijk, omdat ze gebaseerd zijn op egoisme

39
Q

Onrechtvaardigheid in distributie

A

als ongelijkheid niet op basis van verschillen in ijverigheid en keuzes bestaat, maar op basis van gelukkige omstandigheden