College 11: Rechtvaardigheid en segregatie / Shelby Flashcards

1
Q

Wat is segregatie?

A

de residentiele clustering van bepaalde sociale groepen in stadswijken die is ontstaan als gevolg van discriminatie en uitsluiting, zoals racisme, en die gekenmerkt wordt door sociaaleconomische achterstelling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Uitgangspunten van Rawls:

A
  1. De samenleving als een billijk systeem van sociale samenwerking
  2. Het enorme belang van de basisstructuur voor sociale rechtvaardigheid
  3. Faire vs. formele gelijkheid van kansen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar streeft faire gelijkheid van kansen naar?

A

Faire gelijkheid van kansen streeft naar het feit dat mensen met dezelfde motivatie dezelfde kansen kunnen hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de hypothetische staat?

A
  1. Economie groeit ongelijk
  2. Kwaliteit van onderwijs verschilt tussen buurten en steden
  3. Raciale discriminatie
  4. Belastingsysteem houdt intergenerationele vermogenstransfers in stand

Gebaseerd op Amerika, maar niet echt genoemd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de these van de ongelijkheid in de hypothetische staat?

A

These = niet van de minstbedeelden groepen verwachten dat ze nog meedoen met de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Getto

A

wijken die bepaald worden door drie karakteristieken: ras, locatie en armoede

–> vooral zwarte mensen, urban neighborhoods, hoge concentratie armoede

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Condities in een getto:

A
  1. Werkeloosheid door slecht onderwijs en discriminatie –> bedrijven nemen liever andere mensen aan
  2. Huisvesting en uitsluiting
  3. Strafrecht is bevooroordeeld –> etnische profilering, proportioneel hogere straffen voor mensen uit getto’s
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Twee typen misdadigers in het getto:

A
  1. Gangsters
  2. Hustlers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Gangsters

A

gebruiken geweld, bedreigingen en intimidatie en zijn meer bezig met uitbuiten, overvallen en soms zelfs moord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hustlers

A

gebruiken schijn, manipulatie en oplichting en zijn meer bezig met liegen en stelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Twee soorten plichten

A
  1. Civiele plichten
  2. Natuurlijke plichten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Civiele plichten

A

plichten die je hebt als lid van een sociaal contract / samenwerkingsverband.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Natuurlijke plichten

A

plichten die je hebt als moreel persoon, zoals niet elkaar vermoorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is onredelijk volgens Rawls’ termen

A

Onredelijk gedrag in Rawlsiaanse termen is gedrag dat de voordelen van sociale samenwerking accepteert en daardoor een goed leven kan leiden, maar dat je de lasten en nadelen, zoals houden aan wetten en belasting betalen, niet accepteert. Dus is geen fair play.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Is deviant gedrag onredelijk?

A

Deviant gedrag is niet onredelijk, omdat er geen fair play is, dus ook geen principe van wederkerigheid is. Het is volgens Shelby een redelijke respons op de situatie van achterstelling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wie hoeft zich niet aan de principes van rechtvaardigheid te houden?

A

De groep voor wie het sociaal contract geen voordelen oplevert, maar alleen de nadelen ervaren, hoeven zich niet aan deze principes te houden, omdat er geen sprake is van fair play.

Dit betekent volgens Shelby echter niet dat je je mag overgeven aan misdaad.

17
Q

Shelby over instituties en onrechtvaardigheid

A

Shelby: Als er instituties zijn die de tolereerbare onrechtvaardigheid te buiten gaan, dan hebben we geen verplichtingen meer in civiele zin.

Wanneer je dit te buiten gaat, is het onrechtvaardig en maakt dit het legitiem om deviant gedrag te vertonen = minachting politieke autoriteit, geen werk zoeken, straatcriminaliteit.

Omdat er dus geen zinvolle wederkerigheid is. Fair play moet van twee kanten komen.

18
Q

Plichten van rechtvaardigheid volgens Shelby

A
  • Niet wreed zijn
  • Mensen in nood helpen
  • Geen onnodig lijden veroorzaken
  • Wederzijds respect voor de morele persoon
19
Q

De natuurlijke plicht tot rechtvaardigheid

A
  1. Juiste instituties steunen en gehoorzamen
  2. Waar er geen juiste instituties zijn, helpen om deze op te richten
20
Q

Twee manieren waarop een maatschappij onrechtvaardig kan zijn:

A
  1. De publiek erkende standaarden voor de beoordeling van de rechtvaardigheid van de basisstructuur zijn moreel juist, maar de basisstructuur zelf voldoet niet aan die standaarden
  2. De basisstructuur voldoet wel aan de conceptie van rechtvaardigheid in een maatschappij, maar die conceptie zelf is niet rechtvaardig. De dominante conceptie van rechtvaardigheid is een ideologie
21
Q

ideal theory

A

houdt zich bezig met rechtvaardigheid onder ideale omstendigheden

22
Q

non-ideal theory

A

houdt zich bezig met niet-ideale omstandigheden en onrechtvaardigheid, en probeert dit rechtvaardig te maken

23
Q

Vraagstuk van Shelby

A

in hoeverre kritiek op inwoners van getto’s (gesegregeerden) terecht zijn, gezien minstens een deel van de sociale omstandigheden waaronder zij hun beslissingen maken gebaseerd zijn op onrechtvaardigheid

24
Q

Wat is deviant gedrag?

A

Gedrag dat ingaat tegen wat als normaal wordt gezien

25
Q

Wat verstaan we onder onredelijk gedrag vanuit het Rawlsiaanse uitgangspunt

A

de lusten van sociale samenwerking wel accepteren, maar de lasten niet accepteren

26
Q

Argument tegen Shelby

A

elke misdaad kan de positie van alle inwoners in de getto verslechteren, wat dus de ongelijkheid in de hand werkt

27
Q

Conclusie deviant gedrag

A

deviant gedrag is redelijk voor overleving, zelfverdediging of als uitdrukking van gerechtvaardigde rebellie, maar niet als het puur om macht of status draait en om de cultuur op zich gaat