College 6 SOA’s Flashcards

1
Q

Wat is de term voor SOA vroeger en in het engels?

A

Vroeger: geslachtsziekten, venerische ziekte (Venus)

Engels:
STI = sexsually transmitted infections
vroeger: STD = sexually transmitted disease of veneral disease (VD)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe veel MO kunnen SOA’s veroorzaken?

A

> 30 verschillende pathogenen (bacterien, virussen, parasieten, fungi)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is kenmerkend voor de minder gebruikelijke SOA’s?

A

Uitbraken via seks netwerken
Monkeypoks, shigella, scabies, meningococcen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe is de SOA zorg in NL geregeld?

A
  • HA: 79% van de diagnostiek
  • drempelvrije poliklinieken/SOA polie online
  • dermato-venergologen en internist-infectionlogen
  • GG%GD (CSG = centrum seksuele gezondheid): 21% van diagnostiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar is de diagnostiek van HIV vooral?

A

1/3 HA
1/3 CSG
1/3 ziekenhuis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn de 4 meest voorkomende/belangrijkste SOA’s in NL? Hoe vaak komt het voor en bij wie? Hoe verloopt het aantal?

A
  1. chlamydia: ong 20 000
    Stabiel rond 15%
    M = V
    MSM 10%
  2. Gonorroe: ong 7800
    Lichte stijging rond 2%
    M = V
    MSM 11%
  3. Syfilis: ong 1400
    Lichte stijging rond 0,2%
    M = V
    MSM 2%
  4. HIV: 128
    Lichte daling
    MSM 95%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn wereldwijd de 7 meest voorkomende SOA’s?

A

1 miljoen nieuwe diagnoses per dag

  1. genitale herpes: 490 miljoen
  2. HPV: 300 miljoen
  3. HepB: 296 miljoen
  4. Trichomaniasis: 156 miljoen (niet iedereen krijgt infectie)
  5. chlamydia 129 miljoen
  6. gonorroe 82 miljoen
  7. syfilis 7 miljoen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is de impact van SOA’s?

A
  • SOAs zoals herpes, gonorroe en syfilis geven een verhoogde kans op HIV
  • moeder op kind transmissie waardoor: neonatale sterfte, dismaturiteit, prematuriteit, neonatale conjunctivitis, congenitale malformaties, sepsis, pneumonie, meningitis
  • 820 000 doden door HepB per jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn belangrijkste anamnestische vragen mbt SOAs?

A
  • begin, aard, duur, beloop klachten
  • tijd tussen onveilig contact en start klachten –> rekening houdend met de incubatie tijd (bvb clamydia ong 2 wk)
  • seksuele contacten na het ontstaan van de klachten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn tekenen voor een SOA bij de vrouw en wat zijn tekenen bij de man?

A

Vrouw:
- (veranderde) afscheiding
- contactbloedingen
- intermenstrueel bloedverlies
- pijn in de onderbuik
- klachten van urethritis

man:
- pijn en zwelling bijbal
- roodheid en zwelling scrotum
- klachten van urethritis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer doen we LO en wat doen we bij LO bij SOA’s?

A
  • Als geen klachten: GEEN onderzoek nodig
  • Bij SOA gerelateerde klachten
    a) inspectie anogenitale gebied
    b) speculum onderzoek
    c) vaginaal toucher (VT)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe verloopt het testen op SOA’s?

A

Hoog risico groepen zijn:
- MSM
- Sekswerkers en klanten
- personen met veel wisselende seksuele contacten
- personen met partner uit 1 van de voorafgaande groepen
Testen op:
a) chlamydia
b) gonorroe
c) syfilis
d) HIV
e) HepB
Locatie:
a) urogenitaal
b) anaal
c) oraal

Overige Patienten testen op:
a) chlamydia
b) als vaginale klachten: chlamydia en gonorroe (evt trichomonas)
c) urethritis man: chlamydia en gonorroe
d) Persisterend klachten ondanks behandeling van voorgaande: trichomonas, mycoplasma genitalium
Locatie:
a) M: urethraal (hier ook vaak klachten)
b) V: vaginaal en op indicatie oraal en/of anaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn risicogroepen mbt SOA’s?

A
  • MSM
  • Sekswerkers en klanten
  • personen met veel wisselende seksuele contacten
  • personen met partner uit 1 van de voorafgaande groepen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de pathofysiologie van clamydia trachomatis?

A

= obligaat intra-cellulair
- infectieus “Elementary body” (EB) is metabool inactief
- opgenomen door epitheelcel middels endocytose
- rijpt naar “reticulate body” (RB)
- RB gebruikt energie en grondstoffen van de host om te repliceren en nieuwe EBs te vormen
- cel gaat dood en scheurt
- EBs en OBs komen vrij
- EBs zijn infectieus en kunnen weer andere cellen infecteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is het target van Chlamydia trachomatis?

A

V: epitheelcellen van de:
a) endcervix
b) bovenste genitale tractus
c) conjunctiva
d) urethra
e) rectum

Man: epitheelcellen van de:
a) conjunctiva
b) urethra
c) rectum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

waarin kan Chlamydia trachomatis verdeeld worden?

A

18 senovars = subtypes
3 = biovars –> soorten uitingen

  1. A, B, Ba, C: trachoom –> conjunctivitis
  2. D-K: urogenitale infecties
  3. L1, L2 en L3: lymfogranuloma venereum (LVG)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat is LVG?

A

lymfogranuloma venereum (LVG)
Klachten:
- lymfadenopathie in de lies
- anale klachten (MSM)
- urethritis

Beloop: ernstiger
waar: nu veel voorkomend bij MSM in regio Rotterdam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn complicaties van Chlamydia trachomatis?

A
  1. Ascenderende infecties
    a) epididymitis (bijbal)
    b) endometritis
    c) salpingitis
    d) PID = pelvic inflammatory disease
    e) Fitz-Hugh-Curtis syndroom
  2. extra-uteriene graviditeit
  3. infertiliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat zijn complicaties van Chlamydia trachomatis bij neonaten?

A
  • conjunctivitis
  • pneumonie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

wat is het target weefsel van Neisseria? Wat is de pathogeniciteit en welke zijn dit? wat zijn kenmerken?

A

Target: koloniseren mucosa

pathogeniciteit: veel soorten zijn niet pathogeen
Pathogenen:
- N. meningitidis
- N. gonorrhoeae

Kenmerken:
- gram- diplococcus
- pili
- kapsel
- intracellulaire vermenigvuldiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

wat is de kliniek van gonorroe?

A
  • urethritis
  • cervicitis
  • endometritis
  • epidimytis
  • PID
  • Fits-Hugh-Curtis syndroom
  • proctitis (mucosa rectum)
  • faryngitis
  • ophtalmica neonatorum
  • septische artritis

Gediscrimineerde infectie:
- koorts
- poloartritis
- tenosynodermatitis (immuuncomplexen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

wat is het Fits-Hugh-Curtis syndroom?

A

= perihepatitis
- complicatie van PID
- chronische manifestatie van PID –> inflammatie van lever kapsel zonder betrokkenheid van het lever parenchym

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Hoe komen de MO die PID geven bij de lever?

A
  • spontaan ascenderende infectie naar de peritoneale holte
  • lymfogene verspreiding
  • hematogene verspreing
24
Q

wat zijn klachten van het Fits-Hugh-Curtis syndroom?

A
  • pijn in rechter boven kwadrant buik
  • koorts
  • loslaatpijn
  • afwezige peristaltiek
  • pelvis: gevoeligheid
  • evt infectie genitalia
25
Wat is de diagnostiek van chlamydia en gonorroe?
- PCR: vaak samen getest Evt: kweek - gonokokken: transport in speciaal medium en < 6h in lab --> lastig te kweken - Clamydia is niet te kweken
26
wat is de ct-waarde?
Na hoeveel cycli een positief signaal - hoe hoger: hoe minder materiaal van bvb MO aanwezig - Hoe lager: hoe meer materiaal van bvb MO aanwezig --> minder cycli nodig om positief signaal te krijgen
27
wat is een overeenkomt en wat een verschil bij chlamydia en gonorroe?
Gelijk: geven vergelijkbare klachten verschil: chlamydia komt vaker voor
28
wat is de behandeling van chlamydia en gonorroe?
Chlamydia: AB om complicaties te voorkomen - azitromycine - doxycycline (niet bij zwangeren) Gonorroe: - ceftriaxon
29
wat zijn klachten van chlamydia trachomatis?
Vrouw: 10% klachten - branderige of pijnlijke mictie - waterige fluor - intermenstrueel bloedverlies - pijn of bloedverlies bij seksueel contact - pijn in onderbuik Man: 50% klachten - branderige mictie - vooral ’s ochtends waterige tot pusachtige afscheiding - epididymitis: pijn in balzak
30
wat zijn de klachten bij gonorroe?
Vrouw: - vaak toegenomen hoeveelheid vaginale afscheiding - intermenstrueel bloedverlies - dysurie (pijn of branderige mictie) man: urethritis - dysurie - pussige afscheiding --> kan druiper geven
31
wat voor soort organisme is treponema pallidum en welk beeld geeft het?
Spirocheet = dunne spiraalvormige bacteriën met peri-plasmatische flagellen (rondom cytoplasma aan buitenkant cel) Kenmerk: snel door lichaam/bloedbaan verspreiden door oa zijn lange zwiepende staart Geeft syfilis = lues
32
welke soorten treponema zijn er nog meer?
- treponema pallidum = lues - treponema pertenue geeft framboesia --> huidaandoening, vaak endemisch - treponema carateum: geeft pinta --> huidaandoening
33
welke MO zijn verwant aan de treponema pallidum?
- borrelia: ziekte van Lyme - leptospira
34
wat zijn de stadia van syfilis/lues?
1. primaire syfilis = lues 1 - Kenmerken: * Chancre = sjanker: harde pijnloze ulcus (met of zonder beslag) op plek van inoculatie * pijnloze, regionale LK zwelling - Wanneer: 3-90 dagen na exposure - Diagnostiek: PCR op ulcus (lokaal) 2. secundaire syfilis = lues 2 - Kenmerken: * maculopapuleus: niet jeukend exantheem op de romp en extremiteiten (incl palmen en zolen) * koorts * ulcussen * malaise * spierpijn * neurologische symptomen (hersenzenuw uitval, meningitis, retinitis, doofheid) - Wanneer: 4-10 wk na exposure - Diagnostiek: serologie 2b. latente syfilis - Kenmerk: geen symptomen 3. tertiaire syfilis = lues 3 = orgaan lues - Kenmerken: gumma (chronische granulomateuze ontstekingen) in bot, hart, zenuwen en andere weefsels - Wanneer: 3-15 jaar na initiele infectie - Diagnostiek: serologie op bloed (CAVE kruisreactie)
35
waar moet op gelet worden bij serologie voor treponema pallidum?
Kruisreactie met borrelia of leptospira --> zijn aan elkaar verwant en lijken op elkaar
36
wat zijn uitingen van tertiaire syfilis?
Orgaan lues 1. neurosyfilis: CZS - meningitis - hoofdpijn - uitval hersenzenuwen - pareses - dementie - neuropsychiatrische symptomen CAVE: neurosyfilis kan in elk stadium voorkomen!! --> meestal in eerdere stadia asymptomatisch 2. cardiovasculaire lues: - aneurysma in ascenderende aorta 3. oculaire syfilis - uveitis: pijn, roodheid, fotofobie, - visusdaling Door aantasting zenuw - andere ontstekingen aan het oog 4. Bot: schade geven aan neus --> neusprothese nodig
37
Wat is de diagnostiek van syfilis?
1. a) serologie: ELISA IgG voor screening (automatisch) b) immunoblot voor confirmatie c) VDRL/RPR-test: activiteit (gevoelig, niet specifiek) --> evaluatie behandeling 2. Aantonen treponema: a) PCR --> wordt eigenlijk nooit gedaan (van ulcus --> bij primaire stadia) b) Donkerveld microscopie van ulcus
38
Welke twee testen zijn kenmerkend voor het testen bij syfilis?
treponemale testen: weinig gedaan omdat handmatig - TPPA = treponema pallidum platelet assay - TPHA = treponema pallidum hemagglutinatie Non-treponemale testen: - VDRL/RPR --> niet specifiek voor syfilis maar geeft alleen mogelijke activiteit weer VDRL = Venereal Disease Research Laboratory RPR = rapid plasma reagin
39
wat is de behandeling van syfilis?
- penicilline Follow up middels VDRL/RPR
40
wat is mycoplasma genitalium? wat zijn de klachten, diagnostiek en behandeling?
= seksueel overdraagbaar, maar niet duidelijk of het een klassieke SOA betreft klachten: - urethritis bij mannen (die niet veroorzaakt wordt door GO/CT --> lijkt wel veel op Ct) Wie: - relatief veel voor bij mensen die al behandel zijn voor chlamydia of gonorroe Diagnostiek: PCR Behandeling: azithromycine
41
wat is het probleem bij de behandeling van mycoplasma genitalium?
veel resistentie
42
Waardoor komen fluor klachten?
1. Candida albicans 2. bacteriële vaginose (BV) 3. Trichomoniasis vaginalis (Tv) 4. Groep A streptokokken 5. Chlamydia trachomatis (Ct) 6. n. gonorrhoeae (gonokokken) --> gonorroe (Ng) --> zijn niet allemaal SOA's
43
wat is belangrijk bij anamnese en LO ivm fluor klachten?
Anamnese: De vaginale fluor is afwijkend van gebruikelijke samenstelling wat betreft: - hoeveelheid - geur - icm jeuk en/of irritate LO: - inspectie vulva en speculumonderzoek - indien verdenking opstijgende infectie: VT en buikonderzoek - Kan achterblijven bij klachten identiek aan eerder aangetoonde candida of Bacteriële vaginose
44
wat doen we voor AO bij fluor klachten?
- NIET als grote waarschijnlijkheid candida of recidief bacteriële vaginose Amselcriteria: 1. dunne homogene grijs-witte fluor (niet brokkelig) 2. pH fluor > 4,5 3. positieve aminetest: aantonen aminegeur 4. clue cellen: vaginale epitheelcellen bedekt met bacteriën die zichtbaar zijn in preparaat van vaginale afscheiding in fysiologisch zout ALS: ≥ 3 positief = bacteriële vaginose ZO NIET: gericht onderzoek - microscopie - gistkweek - Nugent score (lab) - specifieke kweek trichomoniasis vaginalis (Tv) - SOA onderzoek: NAAT chlamydia en gonokokken
45
Hoe verloopt de diagnostiek van fluor klachten?
1. Gistkweek+ voor candida (KOH-preparaat met schimmeldraden evt) 2. a) Amselcriteria: ≥ 3 = bacteriële vaginose OF b) Nugent score criteria ≥ 7 3. Trichomoniasis vaginalis: - NAAT - kweek - trichomaden bij lichtmicropscie 4. diagnostiek naar chlamydia en gonorroe Bij mannen: first void urine Vrouwen: vaginale swab
46
wat is de NAAT?
nucleinezuur amplificatie test --> aantonen DNA van MO
47
wat is de behandeling van fluor klachten?
1. candida: intra-vaginaal miconazol capsule 1x Systemisch: fluconazole PO 1x 2. BV: metronidazal intra-vaginaal 1x 3. Tv: metronidazol PO 1x 4. Ct/Ng AB 5. Zwanger, lactatie, recidieven --> ander beleid
48
Wat is de follow up/controle bij fluor klachten?
- bij aanhoudende klachten: afspraak na 2 weken - partnerwaarschuwing of meebehandeling: a) niet bij BV en candida b) Tv: alle partners van afgelopen 4 wk waarschuwen Vaste partners waarschuwen en behandelen
49
wat is kenmerkend voor de klachten bij candida?
- jeuk - niet riekende witte fluor - rode/gezwollen vulva/vaginawand - witte brokkelige fluor
50
wat zijn klachten van bacteriële vaginose?
riekende, dunne, homogene fluor
51
Wat zijn klachten van trichomoniasis vaginalis?
- jeuk - geelgroene fluor - rode vaginawand
52
Is bacteriële vaginose een SOA?
MO dat dit veroorzaakt behoort tot de NORMALE flora --> daarom geen SOA maar meer een disbalans
53
Wat staat er in de Nugent score?
Op gram gekleurde fluor van BV 1. lactobaccilus like: normale flora - parallelle zijdes - gram+ staven --> aanwezigheid/tekenen geeft lage punten 2. mobiluncus like - curved - gram- staven --> ABNORMAAL: hoge punten bij aanwezigheid/tekenen 3. gardnerella/bacteroides like - klein - gram + of gram - - coccenbacilli - pleomorfe staven met vacuolen --> ABNORMAAL: hoge punten bij aanwezigheid/tekenen Nugent score: 0 - lactobacilli veel - weinig tot geen andere MO Nugent score; 10 - polymicrobiele organismen - clue cells - coccobacilli (gram variabel) - weinig tot geen lactobacilli Krijgt punten waarbij ≥ 7 bacteriële vaginose is
54
Noem vijf virale SOA's?
- HSV - HPV - HIV - HepB - HepC
55
wat is het verschil tussen genotypische en fenotypische resistentie?
Genotypisch: obv van genitica of resistent Genotypisch: praktijk --> is niet altijd gelijk dus lijkt resistent obv genotype, maar in de praktijk reageert het wel op medicatie
56
wat is een SOA parasiet?
Schaamluis = phthirus pubis - poten gemaakt om relatief dikke haren vast te klampen die ver uit elkaar staan --> lichaam is breed en zijn poten staan verder uit elkaar Locatie: schaamhaar, okselhaar, Snor, baard, wimpers, wenkbrauwen, rond anus klachten: - jeuk: bijten in huid en zuigen bloed op