College 5 Flashcards

1
Q

Wat is de waarheidswaarde van een implicatie?

A

Als …. dan.
vb. Als ik volgend jaar een baan heb, dan trouw ik met je.
Als ze dan trouwen, maar hij geen baan heeft dan is het geen verbreking van de belofte. Maar als beide zinnen onwaar zijn, zijn ze waar in de waarheidstabel. Alleen als het consequens waar is, krijgt de waarheidstabel de waarde 1.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de waarheidswaarde van de materiële equivalentie?

A

Als ze beide waar of beide onwaar zijn dan is het waarheidswaarde 1. Als een van de twee waar is dan is de waarheidswaarde 0.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn waarheidstabellen?

A

De mogelijke waardeverdeling van de combinatie van de samenstellende delen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de waarheidsfunctionaliteit?

A

De waarde van het geheel is een functie van de waarde van de delen. De natuurlijke taal kent ook niet-waarheidsfunctionaliteit, want het is noodzakelijk dat… ik geloof dat…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een contingentie?

A

Deze structuur kent soms de waarheidswaarde 1 en soms de waarheidswaarde 0.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een tautologie?

A

Deze structuur heeft altijd de waarheidswaarde 1.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een contradictie?

A

Deze structuur heeft altijd de waarheidswaarde 0.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat betekent dit symbool I= ?

A

Geldig gevolg van.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is substitutie?

A

Iets voor iets anders in de plaats zetten.,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly