college 5 Flashcards
intelligentie
Alfred Binet
Bedacht de eerste vorm van een intelligentietest, nadat hij zag dat sommige kinderen bepaalde taken wel konden en anderen niet. De score werd gegeven in de vorm van een mentale leeftijd. Het doel hiervan was om kinderen met een achterstand te helpen, niet om ze te rangschikken.
het kennisprobleem
Immigranten die de VS in wilden moesten een intelligentietest in het Engels afnemen, wat oneerlijk was. Als oplossing werd er een non-verbale test ontwikkeld.
Stanford Binet
Kwam met de intelligentietest die nog steeds gebruikt wordt, die anders was voor kinderen dan voor volwassenen. Hier kwam echter ook kritiek op, omdat het makkelijker was als je uit dezelfde cultuur kwam.
raven’s matrices
Deze intelligentietest is zo gemaakt dat je geen achtergrondkennis nodig hebt.
validiteit
Houdt in dat de test moet meten wat wil meten.
normering
Houdt in dat de resultaten van een test normaal verdeeld moeten zijn om de test als nuttig te verklaren. Normaalverdeling.
betrouwbaarheid
Houdt in dat de resultaten van een test hetzelfde moeten zijn als het op een ander moment wordt afgenomen.
standaardisering
Houdt in dat de test voor iedereen hetzelfde moet zijn en objectief moet zijn.
Cattell
Hij had het over twee soorten intelligentie, namelijk fluid intelligence en crystallized intelligence.
psychometrische benadering
Een grote groep mensen veel testen laten doen, en daarna kijken hoe de uitkomsten met elkaar correleren. Dit kan met een factor analyse, waarbij SPSS alle uitkomsten analyseert. Twee mensen die deze benadering gebruiken zijn Thurstone en Cattell.
Thurstone
Zijn intelligentie bestond uit verbaal begrip, woorden fluency, snelheid, waarneming, logisch redeneren en rekenkundig en ruimtelijk inzicht hebben. Hij stelde vast dat er verschillende testen zijn die verschillende vaardigheden meten. In de ene test kan je veel beter zijn dan de andere.
fluid intelligence
Een vaardigheid die je gebruikt om om te gaan met een nieuwe omgeving, ofwel problemen oplossen en abstract redeneren.
crystallized intelligence
Een vaardigheid die je hebt opgebouwd door ervaring en routine zoals woordenschat of algemene kennis.
information processing benadering
Kijkt niet te veel naar testen, maar naar conceptuele, intellectuele dingen. Hierbij wordt er gekeken naar hersenprocessen en de efficiëntie ervan. De drie factoren die hierbij centraal staan zijn: aandacht, geheugen en snelheid. Twee belangrijke termen zijn: Sternbergs triarchische theorie en Gardner multiple intelligences.
body-kinesthetic intelligence
Dit heeft alles te maken met dansen, atletiek en hand-oog coördinatie.
intrapersonal intelligence
Jezelf kunnen begrijpen en inzicht hebben op je eigen gedachtes.
Sternbergs triarchische theorie
Verdeelde intelligentie in drie verschillende delen: creative intelligence, analytic intelligence en practical intelligence.
Gardner multiple intelligences
Ging uit van een verschil tussen divergent denken en convergent denken. Daarnaast heeft hij aan de hand van onderzoek naar tweelingen geconcludeerd dat intelligentie niet volledig erfelijk is.
divergent denken
Houdt in dat je bedenkt dat er verschillende oplossingen zijn voor een probleem.
convergent denken
Houdt in dat je de meest logische oplossing uitkiest aan de hand van algemene kennis.
spacial intelligence
Dit houdt in dat je concepten kunt visualiseren.
mortiality effect
Het kleiner worden van de steekproef door sterfte, fysieke belemmering of geen interesse.
longitudinal study
Onderzoek naar verandering in intelligentie naarmate mensen ouder worden, waaruit enkele effecten naar voren zijn gekomen.
naturalistic intelligence
Natuurlijke patronen kunnen herkennen.
history effect
Gebeurtenissen in de echte wereld beïnvloeden het onderzoek. Bv onderzoek naar risicoperceptie van overstromingen in januari, maar in februari is er een overstroming, waardoor de resultaten in maart anders zijn dan in januari.
testing effect
Wanneer participanten achter de methodes of opdrachten komen, wanneer het bv voor de tweede keer wordt gedaan, waardoor de resultaten veranderen.
intellectual development disorder
Wanner een persoon een IQ heeft van lager dan 70.
psychosocial intellectual disability
Een milde cognitieve beperking, waarvan de oorzaak niet duidelijk is.
hoe verschillen mensen met een intellectuele beperking van mensen zonder intellectuele beperking (3 manieren)
- Ze kunnen informatie minder snel opnemen, waardoor ze ook minder algemene kennis beheersen.
- Ze hebben minder algemene kennis.
- Ze zijn niet goed in het gebruiken van mentale strategieën.