college 3 Flashcards
denken en taal
circle of thought
Beschrijven, elaboreren, beslissen, plannen en reageren.
informatieverwerkingsmodel
Ontvangt informatie, representeert die informatie met symbolen en manipuleert vervolgens die symbolen. Denken wordt gedefinieerd als het manipuleren van mental representations. Circle of thought.
methodes om te weten hoe iemand denkt
Mental chronometry, neuroimaging, oogbewegingen volgen, introspectie, foutenanalyse.
mental chronometry
Hierbij wordt de reactietijd gemeten. Belangrijke begrippen binnen deze methode: complexity, stimulus-response compatibility, verwachtingen en speed-accuracy tradeoff.
complexity (reactietijd)
Hoe moeilijker de opdracht en hoe meer opties, hoe langer de reactietijd.
stimulus-response compatibility
Hoe logischer het is dat een stimulus gepaard gaat met een bepaalde respons, hoe sneller het gaat (stove met knopjes).
verwachtingen
De reactietijd is sneller wanneer de stimulus verwacht wordt.
speed-accuracy tradeoff
Hoe sneller de reactietijd, hoe meer foutjes er gemaakt worden.
mentale respresentaties
Denken is het werken met mentale representaties in een informatieverwerkingsmodel. Mentale representaties bestaan uit 7 categorieën.
concepts
Categorieën van objecten, gebeurtenissen of ideeën met vergelijkbare eigenschappen. (bv rond/rood, maar ook vrede, vogel en justice)
formal concept
Definiëren objecten met duidelijke regels, waaraan al die objecten moeten voldoen, zoals ‘vierkant’.
natural concept
Objecten zonder vaste regels, maar met eigenschappen waaraan niet 100% voldaan hoeft te worden. (bv een pinguïn is wel een vogel, maar kan niet vliegen, maar ook huis of spel)
proposities
Mentale representaties die de relatie tussen concepten weergeeft, ofwel simpele verbanden. (bv heather dumped jason)
schema’s
Complexere mentale representaties waarin sterk samenhangende proposities samenkomen. Door schema’s creëer je ook verwachtingen, zoals dat een picknick in de zomer is en concerten luid zijn. (bv een koe zit in een stal op een boerderij en heeft 4 poten, maar een paard ook. Het verschil tussen deze 2 kan je bepalen door schema’s. ook als je in een nieuwe auto zit, snap je hoe hij werkt door schema’s)
scripts
Schema’s die bekende activiteiten zijn, waarbij en weet wat er gedaan moet worden in die situatie. (bv je blaast een kaars uit op een verjaardag, maar niet op een date. Je gedraagt je zoals je moet volgens het schema. Je weet wat je moet doen in een situatie en hoe je je moet gedragen)
mental models
Combinaties van proposities die ons begrip van hoe dingen er uit zien en werken weergeven. (bv je weet dat tandpasta ijs niet lekker zou zijn)
images
Mental models van visuele informatie. (bv een boek lezen waar je helemaal in zit, maar daarna de film ervan zien waarin alles anders is dan in het boek)
cognitive maps
Mental models die ruimtelijke informatie weergeven.
formeel redeneren
Het proces van het volgen van een reeks rigoureuze stappen om tot geldige of juiste conclusies te komen.
algoritmes
Systematische procedures die niet kunnen falen om tot een correcte conclusie te komen.
informeel redeneren
Wanneer we de geloofwaardigheid van een conclusie proberen te beoordelen op basis van het bewijsmateriaal dat beschikbaar is om die conclusie te ondersteunen. Staat ook bekend als inductief redeneren, omdat het doel ervan is om een algemene conclusie te laten verschijnen op basis van specifieke feiten of voorbeelden.
heuristics
Mentale shortcuts, zoals weten dat je niet overal in het huis op zoek hoeft te gaan naar je verloren sleutels, maar alleen bepaalde plekken. Ook kan je hierdoor fouten maken, zoals door ervan uit te gaan dat alles leden van jouw favoriete politieke partij dezelfde mening hebben als jij. Er zijn drie main heurtistics: anchoring, representativeness en availability heuristic.
anchoring heuristic
Ofwel anchoring bias, een mentale shortcut waarbij je nieuwe info toevoegt aan oude om tot een conclusie te komen. Het eerste wat je te weten krijgt over iets blijft bij je, zelfs als later blijkt dat het niet klopt, zoals de eerste indruk. Als een koffie normaalgesproken $5 kost buiten en het dan opeens $2 kost ergens, lijkt dit goedkoop, hoewel het thuis maar $0.50 kost. Is een probleem in rechtszaken.