College 5 Flashcards
Persoonlijkheidsonderzoek en beroepsethiek
Wat is de definitie van persoonlijkheid?
“Persoonlijkheid verwijst naar de blijvende kenmerken en gedrag dat de unieke aanpassing van een persoon aan het leven omvat, inclusief belangrijke eigenschappen, interesses, drijfveren, waarden, zelfconcept, capaciteiten en emotionele patronen.”
Stabiel vs. interactie met de omgeving
Een persoonlijkheidskenmerk kan andere delen van de hersenen gebruiken dan de meer reactieve persoonlijkheidstoestand, die interacteert met de omgeving.
Twee belangrijkste professionele settings voor persoonlijkheidstesten?
- Werksetting
- Klinische setting
Hoe worden persoonlijkheidstesten gebruikt in een werksetting?
Persoonlijkheidsonderzoek kan worden gebruikt voor het kiezen van personeel, bij het helpen van mensen met een burn-out of bij mensen die niet verder komen in hun carrière.
Hoe worden persoonlijkheidstesten gebruikt in een klinische setting?
Ze kunnen vooraf aan de behandeling worden gebruikt als korte screening of als beoordelingsmateriaal voor de behandeling.
Tijdens de behandeling kunnen persoonlijkheidstesten worden gebruikt om redenen te vinden voor waarom een behandeling minder of niet aanslaat bij de patiënt.
Waarom zijn persoonlijkheidstesten belangrijk?
Persoonlijkheid
- Bepaald hoe symptomen zich manifesteren.
- Bepaald hoe mensen omgaan met symptomen/stressoren.
- Kan zowel een risicofactor als een beschermende factor zijn bij symptoomstoornissen.
- Is een belangrijke factor in de keuze van therapeutische interventies. Een interventie kan bij de ene persoon beter passen dan bij de ander.
Hoe kan persoonlijkheid bepalen hoe symptomen zich manifesteren?
Wanneer we omgaan met de buitenwereld en potentiële stressoren, bepaalt de manier waarop we zijn gebouwd, de manier waarop we als persoon zijn, gedeeltelijk hoe we gaan reageren op de stressoren in onze omgeving. Daarom kan het vaak heel nuttig zijn om als onderdeel van de behandeling een beeld te krijgen van hoe iemand in elkaar zit, wat zijn kenmerken zijn en hoe je daar in therapie mee aan de slag kunt.
Persoonlijkheid bepaalt hoe symptomen zich manifesteren, bij de één kan een depressie er anders uitzien dan bij de ander.
Psychoanalytische en psychodynamische therapieën
Ze richten zich op de afweermechanismen en de egofunctie van mensen.
Humanistische en ervaringsgerichte therapieën
Ze hebben een sterkere focus op fenomenologische theorieën over persoonlijkheid.
Roger is een van de grote namen in deze therapieën.
Cognitieve gedragstherapieën
Sterke focus op gedrags- en sociale leertheorieën.
Type theorieën van persoonlijkheid
Type A (moeilijk persoon) of Type B (heel relaxed en zorgeloos). Heel zwart en wit.
Ontstaan uit de filosofie.
Eigenschapsopvattingen over persoonlijkheid (Big Five)
Gebaseerd op factoranalyse.
Het is een empirisch model.
Wat zijn de dimensies/ persoonlijkheidseigenschappen van de Big Five?
- Openheid voor ervaring
- Conscientiousness
- Extraversie
- Agreeableness
- Neuroticism
Modaliteiten (verschillende manieren) van persoonlijkheidstests
- Projectieve technieken
- Zelfrapportage
- Gedragsbeoordeling
- Gestructureerde klinische interviews
- Ecological Momentary Assessment
De projectieve hypothese
De hypothese is dat de stimuli, die ongestructureerd, vaag en dubbelzinnig zijn, ideale omstandigheden bieden voor onthullingen over innerlijke aspecten van de persoonlijkheid.
Dus alleen al het feit dat dit onduidelijk is, en dus vereist dat een persoon er zijn eigen reactie op bedenkt, zijn eigen gedachten en er creatief mee omgaat, is de reden dat er wordt aangenomen dat het iets laat zien over hoe je bent als persoon.
Thematische apperceptietest (TAT)
(Thematic Apperception Test)
- Een projectieve techniek
- Het gaat meer om hoe je iets zegt dan om wat je zegt. Wat je zegt is meer een thema.
- Formele analyse van de verhalen: Hoe vertelt de patiënt het verhaal?
- Inhoudelijke analyse: Wat zegt de patiënt?
- Het ‘hoe’ geeft een indicatie over de helderheid en samenhang van denkprocessen.
- Het ‘wat’ zegt iets over opvallende emotionele thema’s.
Rorschach
Een projectieve techniek.
Sentence completion test
Patiënt maakt halve zinnen af.
Het gaat over verschillende thema’s in iemands leven.
Focus op HOE de cliënt de lege plek invult en WAT de opvallende thema’s zijn.
Lijkt op de TAT, maar dan met zinnen in plaats van afbeeldingen.
Thema’s:
- Ouders
- Opvoeding
- Wensen
- Idealen
- Relaties met anderen
- Zelfbeeld
- Ideeën over de toekomst
- Schaamte
- Schuld
Voordelen van projectieve testen
- Klinische behoefte.
o Het biedt een perspectief die veel andere instrumenten niet bieden.
o Het geeft een groot bereik aan vrije reacties. Veel andere tests die we gebruiken, hebben een veel beperkter bereik van wat we kunnen beantwoorden. - Aantrekkelijkheid, ze zijn leuk om te doen en interessant om te interpreteren.
- Validiteit en betrouwbaarheid kunnen heel goed zijn.
Nadelen van projectieve testen
- Wat je vraagt en wat je interpreteert is niet transparant.
- Moeilijk om te leren.
- Niet kosten effectief omdat het lang duurt om te scoren.
- Validiteit en betrouwbaarheid kunnen slecht zijn.
Zelfrapportage
- Makkelijk om te gebruiken, kan ook in groepsverband, scoren is eenvoudig.
- Informatie wordt verkregen op een gestandaardiseerde manier.
- Resultaten kunnen statisch worden verwerkt.
- Respons bias kan worden gedetecteerd.
- Lage last voor respondent.
- Tijdefficiënter dan projectieve testen. Voornamelijk omdat het weinig tijd kost voor de vakspecalist. En hierdoor ook kostenefficiënt.
Frequent gebruikte instrumenten
(Na de / is de Nederlandse versie)
- MMPI-2/NVM
- NEO-PI-R/NEO-FFI (gebaseerd op de big five)
- SIPP (Severity Index of Personality Problems)
- Schema vragenlijst (wat voor schema’s hebben mensen uit hun jeugd?)
- Temperament en karakterinventaris
MMPI-2
- Een van de meest gebruikte testen in de wereld om persoonlijkheid te testen.
- Heel lang, ongeveer 360 vragen.
Meestal afgenomen op een computer. - De L, F en K gaan over validiteit.
- De MMPI-2 wordt veel gebruikt door de FBI om een profiel te maken van seriemoordenaars in Amerika.
De L, F en K schalen van de MMPI
De L, F en K schalen geven aan of er een eventueel probleem is met het interpreteren van de klinische schalen. Ze worden ook wel de leugenschalen genoemd.