College 3 Flashcards
Neuropsychologische diagnostiek
Wat is neuropsychologie?
De psychologie die zich bezighoudt met de functies van het brein en de relatie daarvan met gedrag.
Wat is het Hersen-Gedrag Model?
Environment facilitating/compromising heeft een dubbele pijl naar zowel Brain dysfunction, Neurocognitive functions en Behaviour/behavioural problems.
Ook gaat er een pijl van Brain dysfunction naar Neurocognitive functions en gaat er een pijl van Neurocognitive functions naar Behaviour/behavioural problems.
Wat wil je weten bij neuropsychologisch onderzoek?
Hoe bepaalde gedragingen verklaard kunnen worden vanuit hersenfuncties.
Hierbij worden dus ook de verbanden gelegd tussen afwijkend gedrag en afwijkingen in de hersenen.
Waarop ligt de nadruk bij neuropsychologisch onderzoek naar kinderen?
Op ontwikkelingsproblematiek in de hersenen.
Op welke manier kunnen verbanden worden opgespoord tijdens neuropsychologisch onderzoek?
De verbanden kunnen in beide richtingen opgespoord worden.
Vanuit probleemgedrag kan gezocht worden naar disfuncties in de hersenen, maar ook wanneer disfuncties in de hersenen bekend zijn kan er gezocht worden naar de gevolgen die het op het gedrag kan hebben.
Wat zijn neurocognitieve functies?
- Intelligentie
- Geheugen
- Aandacht/concentratie
- Inhibitie
- Perceptie
- (Visuo-)motoriek
- Executieve functies
- Taal
Wanneer is neuropsychologisch onderzoek nodig?
Bijvoorbeeld indien er sprake is van
- Ontwikkelingsstoornissen
- Andachtstoornissen
- (Neuro)psychiatrische problemen
- Middelen misbruik
- Geheugenstoornissen (afasie, amnesie, dementie, neglect)
- Traumatisch hersenletsel
- Infecties
- Radio/chemotherapie
- Evalueren van het rehabilitatieproces
- Onderzoeken van mogelijkheden onderwijsondersteuning
- Disharmonisch intelligentieprofiel
- Opvallende achteruitgang in (schoolse) vaardigheden
Neuropsychologische assessment vs. standaard (school)psychologisch onderzoek
Standaard psychologische assessment:
- IQ
- Schoolprestaties
- Sociaal-emotionele problematiek
- DSM-V diagnose
Neuropsychologische assessment:
- IQ
- Sensorische waarneming
- Aandacht
- Informatieverwerking
- Verbaal geheugen
- Visueel geheugen
- Executieve functies
- Taal
Bij welk onderzoek moet er specifieker getest worden, neuropsychologisch onderzoek of standaard psychologisch onderzoek.
Bij neuropsychologisch onderzoek, er worden daarom testen afgenomen die meten op meerdere cognitieve domeinen.
Waar worden prestaties op subtesten van een intelligentietest aan gerelateerd?
Functionele organisatie van de hersenen
Wat zijn de hersengebieden die zijn gerelateerd aan vloeibare intelligentie?
Ze zijn vooral gerelateerd aan het functioneren van de frontale hersengebieden.
Waar zijn taken die een beroep doen op vloeibare intelligentie aan verwant?
Aan executieve functies.
Wat zijn de hersengebieden die zijn gerelateerd aan gekristalliseerde intelligentie?
Temporale en pariëtale hersengebieden.
Wat vertoont een relatie met vloeibare intelligentie
Veel werkgeheugen taken
Wat speelt een belangrijke rol bij selectie en classificatie?
Intelligentietesten
Wat is de belangrijkste maat bij selectie en classificatie m.b.v. intelligentietesten? En waarom?
Het TIQ, omdat dit meestal het best het toekomstig functioneren voorspelt.
Wat biedt inzicht in sterkere en zwakkere neurocognitieve vaardigheden (zogeheten profielanalyse)?
Subtestprofiel van intelligentiebatterijen.
Wat kan helpen bij het opstellen van hypothesen voor verder (neuropsychologisch) onderzoek?
Resultaten van intelligentieonderzoek.
Dus wat doet neuropsychologie?
- Neuropsychologie kijkt naar de relatie tussen hersenfuncties en gedrag.
- Om de mogelijkheden van een kind te onderzoeken.
- Om bewijs voor aandoeningen/stoornissen te vinden.
- En adviezen te kunnen geven over aanpak en leerpunten.
Kinderneuropsychologie
- Relatie tussen het gedrag en het functioneren van de hersenen (in ontwikkeling).
- Het leggen van verbanden tussen problematisch of afwijkend gedrag en de disfuncties van de hersenen (in ontwikkeling).
Consequenties van hersenbeschadiging m.b.t. plasticiteit van het brein
- Het jonge brein is plastisch, maar dat betekent niet altijd volledig herstel.
- Het herstel van (cognitieve, lichamelijke, bewustzijn) functies is het grootst in het eerste jaar na het ongeval.
- Er zijn sterke aanwijzingen dat jonge kinderen (< 7 jaar) een veel kleinere kans hebben op een redelijk herstel dan oudere kinderen.
- Aandachtspunt: problemen in gedrag en emoties kunnen op latere leeftijd weer de kop op steken.
- Hersenbeschadiging resulteert niet altijd in cognitieve beperkingen, maar kan ook gepaard gaan met persoonlijkheidsveranderingen.
Wat is de double hazard hypothese?
Psychosociale problemen in het gezin kunnen een nadelige invloed hebben op de kans op een gunstig herstel na hersenbeschadiging.
Consequenties hersenbeschadiging m.b.t. growing into deficit
- Bepaalde effecten van traumatisch hersenletsel of een tumor kunnen pas op latere leeftijd zichtbaar worden.
- Vaak worden effecten pas zichtbaar op het moment dat een taak gedaan moet worden waarvan (gezien de leeftijd) wordt verwacht dat het kind goed op deze taak moet presteren.
- Belangrijk is dat de neuropsycholoog over gedegen theoretische kennis dient te beschikken over functionele ontwikkeling van de hersenen.
Locatie/aard van letsel
- Grotere tumor of laesie impliceert niet altijd dat er ook meer of ernstigere cognitieve problemen zijn.
- De locatie van de tumor of laesie is vaak doorslaggevend.
- Ontwikkeling speelt een belangrijke rol.
- In welk stadium van de hersenontwikkeling is er sprake van een tumor, infectie, hersenbloeding, etc.
Wat zijn de consequenties van een hersenbeschadiging?
- Verstoringen in de hersenen die vroeg plaatsvinden hebben over het algemeen globale (ernstigere) gevolgen voor het functioneren (op latere leeftijd).
- Traumatisch hersenletsel op heel jonge leeftijd kan ernstige gevolgen hebben.
- Denk aan genetische defecten, infecties, zuurstoftekort, middelenmisbruik.
Premorbide niveau van cognitief functioneren
Het niveau van functioneren voorafgaand aan het hersenletsel/ de infectie/ chemotherapie.
Waarom is het belangrijk om het premorbide niveau van cognitief functioneren te weten?
Dit is belangrijk omdat er dan een vergelijking kan worden gemaakt en het mogelijk wordt om de achteruitgang in kaart te brengen.
Hold tests
- Testen die weinig gevoelig zijn voor traumatisch hersenletsel.
- Een soort basismeting.
- Woordenschattesten.
- Leestesten.
- Vaardigheden die geautomatiseerd zijn.
- Voor verschillende hersengebieden zijn er verschillende hold tests.
Bij wie worden hold tests het meest gebruikt?
Hold tests worden vaker gebruikt bij volwassenen dan bij kinderen.
Dit is omdat de meeste cognitieve vaardigheden bij kinderen nog niet sterk is geautomatiseerd.
Welke test wordt regelmatig gebruikt om het premorbide intelligentie niveau te bepalen?
De Nederlandse leestest voor Volwassenen (NLV)
De rol van de neuropsycholoog bij hersenschade
- Vooral in de diagnostiek.
- Niet vaak praattherapie.
- Probleemanalyse zal leiden tot hypothesen over de verstoring van de ontwikkeling of het (dis)functioneren van bepaalde hersenfuncties.
- Hypothesen worden getoetst op basis van testen die de neurocognitieve functies meten.
- Profiel analyse.
- Interventie ontwikkelen met als doel beperkingen door neurocognitieve deficiënties te minimaliseren.
Profiel analyse
Sterke en zwakke neurocognitieve functies in kaart brengen.