College 5 Flashcards
Existentiefilosofie
We gaan ervan uit dat de mens een systeem is in verschillende systemen, die je kunt beschrijven, onderzoeken, meten. Zo kun je de mens als systeem snappen.
gesitueerd
op dit moment, op dat tijdstip, op dit uniek moment. De mens is een uniek iets, die laat zich niet zo makkelijk beschrijven.
Fenomenologie (zintuigen) - Husserl (leerling Heidegger)
Leer van fenomenen, hoe de wereld aan ons verschijnt. Probleem met wetenschappelijke theorieën: niet objectief. Unieke ervaring klopt, want die heb je ervaren.
Fenomenologie - Heidegger
Grotere invloed dan Husserl kritiek wetenschappelijke benadering. Je kan van de mens geen studieobject maken
Levensverhoudingen - Kierkegaard
Controversieel, grondlegger existentialisme: absoluut niet heersende opinie volgen = immoreel. Je moet juist tegen de stroom ingaan.
Esthetische levensverhouding - Kierkegaard
volgens het boekje, je baseert je op de heersende opinie, illusie vrije keuze als mens
ethische levensverhouding - Kierkegaard
waagt zich aan de opgave het leven te kiezen. Je houdt je wel aan sociale plichten, maar uit eigen keus.
religieuze levensverhouding - Kierkegaard
alles uit handen geslagen: zelf kiezen
Religieus omdat bepaalde motieven hoger zijn dar wat de samenleving verwacht
Franse existentialisme - Sartre, Beauvoir, Camus
Wisselende decors, absurdisme, existentiële angst!
absurdisme
dat de wereld je absurd overkomt
Onze relatie tot de Ander - Levinas
De Ander moet op een voetstuk, verantwoordelijk voor ander en erkennen van die ander.
Presentatiebenadering - Andries Baard
Niet existentie, maar bepaalde aspecten. Zorg vanuit aandacht voor de ander. Niet vanuit waar de ander recht op heeft, maar de verantwoordelijkheid van degene die aandacht geeft. Niet oplossen, betuttelen, of beleren. Dienstbaar tov degene die zorg behoeft.