College 2 Flashcards

1
Q

Trias politica

A

drie machten controleren elkaar: wetgevende macht, uitvoerende macht & rechterlijke macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Klassieke politieke filosofie

A

grondleggers van moderne burgerlijke samenleving (niet gedomineerd door kerk en adel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

filosofen van sociaal contract

A

we leven samen met het oog op wederkerig voordeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

natuurstaat

A

een denkbeeldige voorstelling: hoe zou het zijn als er geen regels, wetten, normen, plichten, rechten bestonden?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

sociaal contract

A

model met algemene principes en voorwaarden voor samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

natuurstaat hobbes

A

iedereen is gelijk, mens is individu, geluk is een eindeloze beweging van verlangen: gedreven door wedijver en wantrouwen, verlangen naar macht, permanente onzekerheid en dreiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

sociaal contract hobbes

A

streef naar vrede zolang daar hoop op is, draag recht op vrijheid over aan soevereine macht: autoriteit, zelfs als leider niet perfect is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

natuurstaat Locke

A

mensen zijn vrij en onderling gelijk, een leven in vrede zonder gezag, natuurlijke rechten: vrijheid en gelijkheid, niemand is onderworpen aan elkaar, mijn belang is jouw belang, respecteer leven, gezondheid, vrijheid en eigendommen van een ander (maar niet iedereen zal zich hieraan houden!)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Probleem natuurstaat Locke

A

iedereen speelt voor eigen rechter, onpartijdige rechter nodig, macht nodig ter uitvoering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Locke: wanneer is iets ons eigendom:

A

door arbeid die we verrichten, neem alleen wat nodig is, te veel? anderen mogen pakken. Probleem begint bij geld = verderfd niet!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

sociaal contract Locke

A

scheiding der machten, rechten overdragen om natuurlijke rechten op vrijheid en gelijkheid te bewaken (maar volk heeft stem), deelnemen aan samenleving is toestemmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

natuurstaat Rousseau

A

mensen zijn vrij en onafhankelijk, genoeg aan zichzelf, geen besef goed en kwaad, geen angst, eigenliefde en medelijden, geen privebezit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

probleem natuurstaat Rousseau

A

probleem ontstaat bij priveeigendom, eigendom vraagt om wetten en regels, vernietigen natuurlijke vrijheid en gelijkheid, wederzijdse afhankelijkheid, wedijver en rivaliteit
alle problemen komt van die 1e persoon die zich iets toe begint te eigenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

sociaal contract Rousseau

A

wetten en regels vereist die natuurlijke vrijheid en gelijkheid onherstelbaar vernietigen, rechten overdragen aan gemeenschap als geheel, algemeen belang is eigen belang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hedendaagse politieke filosofie

A

armoede past menselijke waardigheid aan, maar waarom zorgen voor anderen? daar worden we zelf niet beter van…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

John Rawls

A

Sociale rechtvaardigheid: eerlijk alles delen. Geen natuurstaat maar oorspronkelijke situatie. Geen beschrijving natuurlijke eigenschappen mens (geen natuurwetten/rechten), rechtvaardigheid is een principe: denkbeeldige situatie, moet door onszelf worden vastgesteld.

  • Rechtvaardige verdeling sociale primaire goederen.
  • Sluier van onwetendheid
  • principes rechtvaardigheid
17
Q

Sluier van onwetendheid

A

uitgaan van situatie waarin we niet weten wie of wat we zijn, in oorspronkelijk situatie is eigenbelang ieders belang

18
Q

Martha Nussbaum

A

Beschermen menselijke vermogens, kritiek op theorie sociaal contract (gaat over wederkerig voordeel), kritiek op klassieke sociale contracten (geen vrouwen, kinderen, mensen met beperkingen), voorzieningen als gunst, niet uitgaan van wederkerig voordeel!
- Capabilities approach

19
Q

Capabilities approach

A

menselijke vermogens (in staat zijn). Basisrechten van burgers die noodzakelijk zijn voor een fatsoenlijk en menswaardig leven.

20
Q

uitgangspunt sociale rechtvaardigheid - nussbaum

A

beschermen van menselijke vermogens

21
Q

neoliberalisme

A

van overheid naar vrije markt, marktwaarden waar ze niet thuishoren

22
Q

Micheal Sandel

A

Kritiek op biotechnologie (commercieel, consumer society, kind roept ouders ter verantwoording= je kon kiezen voor een hoger iq).

  • Marktwerking in de zorg: zorg wordt transactie
  • marktwerking in de kinderopvang
  • communitarisme
23
Q

Communitarisme

A

bekritiseert (neo)liberalisme, mens is afhankelijk van gemeenschap, gemeenschap is geen optelsom van individuen

24
Q

maximinregel

A

slechtste mogelijkheden op een rij zetten en beste van kiezen. Maximale halen uit minimale omstandigheden.