College 1 Flashcards

1
Q

wat is het verschil tussen filosofie en wetenschap?

A

Wetenschap gaat uit van definities, filosofie onderzoekt de definities, stelt fundamentele vragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

copernicaanse wending

A

de mens is niet langer het middelpunt van het universum: er werden dingen uitgevonden, niet alles klopte wat in de bijbel stond - copernicus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De verlichting

A

Optimistisch geloof in de menselijke rede. Kennis en wetenschap laten de mens een betere wereld creëren. Wantrouwen tegenover religie.

  • Opvoeden met als doel: meedraaien
  • mens en omgeving worden beheerst en gerationaliseerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vroege opvoedhandleidingen, voor de verlichting door:

A

Dichters (romantische ideeën), dokters (theoretisch, al dan niet onderbouwd), verloskundigen (praktisch)§

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Foucault

A

De opgave van de filosofie is niet te rechtvaardigen van wat we al weten, maar een poging te doen om te weten te komen of het mogelijk is om anders te denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Algoritme

A

strikt logische methode van redeneren en intructie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Latour: matter of fact

A

wat als een feitelijke stand van zaken wordt gezien en waarover geen discussie mogelijk is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Latour: matter of concern

A

kwesties of feiten die vragen oproepen, die onrust veroorzaken en waarover we ons zorgen maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

discours theorieen

A

gaan ervan uit dat taal en verhalen voor een groot deel bepalen waarop wij ons op de werkelijkheid orienteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Immanente rechtvaardigheid

A

juist omdat zij vanzelf spreken, hebben zij geen onderbouwing nodig. iedereen die deze waarden omarmt, heeft bij voorbaat gelijk aan zijn kant.
- wie bezwaren heeft heeft heel wat uit te leggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

modern subject

A

de autonome mens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Descriptief en een prescriptie aspect

A

zij beschrijven wat de mens in wezen of in essentie is en hoe hij zou moeten zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

descriptief

A

beschrijvend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

prescriptief

A

hoe dingen voorgeschreven staan, oftewel hoe dingen gedaan zouden moeten worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly