College 3 Flashcards
bestaansethiek
probeert een antwoord te geven op de vraag: hoe moeten we ons leven leiden?
vrije markt denken
de mens is een autonome consument
NIPT test
een test die bij vrouwen via het bloed kan bepalen of ze een kindje dragen dat het syndroom van down heeft
Aristoteles
Geluk als hoogste doel. Geluk vs. genot: genieten van iets niet per se geluk want afhankelijk externe factoren. Geluk is een intern iets. Geluk mag ten koste gaan van een ander. Beheersen emoties, zoeken naar juiste houding (middenweg), autonomie: ontwikkeling van deugden
Stoïcijnen - Epictetus & Seneca
Controle over jezelf, leed dragen, onbewogen door hetgeen wat je overkomt. Niet te veel laten beïnvloeden door omgeving, je hebt geen controle over de wereld alleen over jezelf. Probeer af te zien van emoties, bezit en genot (externe factoren), het beste is loslaten want dan hou je meesterschap over jezelf.
Hedonisme - Epicurus
Persoonlijk geluk grootste doel in leven. Vermijden pijn en verdriet. Wanneer botst mijn gevoel met de vrijheid van anderen? Maar als het goed voelt, waarom niet?
Cynisme
Afkeer maatschappij/verwerpen cultuur. Leven zoals een individu zelf wil. Diogenes liep naakt rond. Anarchisme.
Anarchisme -Cynisme
niet willen onderdoen aan wetten/regels van een ander
Michel Foucault - bestaansethiek?
Van ethiek naar esthetiek (=kunstvorm van het leven). De autonome mens, hoe die zijn leven kan volmaken. Goed leven = mooi leven, experimenteren met vrijheid. Overgang naar levenskunst. Breken met traditie. Macht en disciplineren.
Vrijheidspraktijken - foucault
men moet kunnen experimenteren met vrijheid, identiteiten. Zorgt voor wrijving/conflict met machtrelaties.
Juridisch-rationele ethiek
juridisch omdat het gaat over de juiste manier handelen en hoe vinden we als samenleving hoe je je moet gedragen. Rationeel omdat het gaat over het denken.
Filosofie toendertijd gesplitst in twee kampen:
Rationisten en empirisme
Rationisten
Niet op basis wat anderen zeggen, niet waarnemingen (zintuigen bedriegen), vragen aan een ander (bedriegen zintuigen hem?), ware kennis alleen via rede, of ratio, inzicht via aangeboren ideeën
Empirisme
Bron van kennis = ervaring, zintuigen voor kennis, werkelijkheid ontstaat door structureren kennis zintuigen, geen aangeboren ideeën
Kant kritiek op rationisten
ideeën zijn niet aangeboren, maar wordt inhoudelijk gevoed door wat we waarnemen
kant kritiek op empirisme
waarnemingen zijn altijd gestructureerd door begrippen
Verschillende soorten kennis:
apriori en posteriori
apriori
Analytisch, gaat vooraf aan ervaring, is er niet van afhankelijk. Theoretische kennis, logica.
a posteriori
synthetisch, afgeleid uit ervaring, ontleend aan zintuigelijke werkelijkheid. Empirische kennis.
Zelfverplichting en autonomie
autonomie: vrijheid om onszelf de wet op te leggen
zelfverplichting/uit plicht handelen: handelen uit respect voor de wet die we onszelf (in rede) opleggen
Categorisch imperatief
handel slecht volgens maximes (motivaties waaruit je handelt) die je als algemene natuurwetten willen en denken kan.
Categorisch gebod: zelf voorgeschreven wet die voor welk wezen geldt, altijd. Handelen we hiernaar, dan zuivere motieven, onvoorwaardelijk
Hypothetisch gebod
instrumenteel, je doet iets om een bepaald doel te bereiken, voorwaardelijk, niet zuiver
Kant en zelfbeschikking
Nee niet iedereen kan bepalen wat goed voor hem/haar is. Vrouwen kunnen niet denken, laten zich te veel door emoties leiden
Utilisme - Jeremy Bentham
De mens leeft onder macht van twee soevereine meesters: pijn en genot. Zoveel mogelijk geluk voor zoveel mogelijk mensen. Gevolg-ethiek. Geluk kun je uitrekenen, geen verschil lichamelijk- en geestelijk genot, rechten van dieren en vrouwen gerespecteerd, gelijkheid, vrijheid en geen anderen schaden!
Gevolg-ethiek - Utilisme
naar de gevolgen/resultaten kijken.
Utilisme - John Stuart Mill
Nut principe, lange vs. korte termijn. Kwalitatief verschil lichamelijk- en geestelijk genot. Geestelijk hoger. Vrijheid: zelfontplooiing, zolang je anderen maar niet in hun vrijheid belet. Mens moet zich niet voegen ten bate samenleving. Belang afwijkende mening, rol van emoties en gevoelens.