College 4 - Diagnostiek bij delinquente jongeren en cultuur sensitieve diagnostiek Flashcards
Waar moet je rekening mee houden bij cultuur sensitieve diagnostiek?
Houding cliënt in gesprek/testsituatie
Taal-communicatieproblemen
Toepasbaarheid diagnostische test
Verwachtingen hulp ouders
Gezinsrelaties: rollen en omgang
Opvoedingsidealen en eisen
Schaamte-schuld gevoelens
Opvoeding en kindermishandeling in cultuur sensitieve diagnostiek.
Opvoeding verschilt tussen culturen
- Verschillen in verwachtingen wat kind op bepaalde leeftijd kan
- Verschillen in wat adaptief gedrag is
- Verschillen in wat gebruiken/tradities
- Verschillen in gedachtes over wat schadelijk is voor kinderen
Verschillend opvoedgedrag kan zelfde doel hebben
Normativiteit van opvoedgedrag speelt een rol
Maar bepaald gedrag cross-cultureel gerelateerd aan negatieve kind uitkomsten
Problematiek bij migrantenkinderen (vluchtelingen)
Traumatische ervaringen voor migratie
Migratieproces, acculturatiestress, taalproblemen
“Healthy Migration effect”: positieve kant en effecten van (werk)migranten
Extra stessors post-migratie
- Socio-economisch
- Sociaal en interpersoonlijk
- Proces asielaanvraag en opvang
- Gebrek aan controle en voorspelbaarheid
Rekening houden met diagnostiek bij migrantenkinderen (vluchtelingen)
Culturele achtergrond
Leeftijdsspecifieke symptomen
Trauma
Angsten
Identiteitsontwikkeling
Rol van ouders
Spanningen binnen het gezin
Stress door post-migratie factoren
Risico’s op kindermishandeling
Wat zijn beschermende factoren voor migrantenkinderen? (Fissela)
Steun vanuit sociaal netwerk
Mogelijkheid om te werken
Toegang tot onderwijs
Participeren in de maatschappij
Religie
Welke ontwikkelingstrajecten zijn er volgens Broldy et al. (2025); Ilsen et al. (2022)
- Life course persistent (childhood onset)
- Childhood limited
- Adolescent limited
- Adolescence delayed-onset
- Adulthood onset
- Stable low
- Abstainers
Wat zijn verschillen tussen Klinische vs Forensische diagnostiek?
Primaire doel: problemen behandelen vs. recidive voorkomen
Cliënt: ouders of kind vs. rechtssysteem/maatschappij
Meer gebruik van informatie van verschillende informanten
Hoe werkt risicotaxatie & management binnen de diagnostiek?
Gedegen probleem analyse > effectieve aanpak
- Tijd
- Multisource informatie
- Professional: expertise/doortastend/empathisch
- Professional: expertise/doortastend/empathisch
- Criminaliteitsanalyse: aard en frequentie delinquent gedrag
Drie stappen:
- Onderkenning aard/ernst gedragsproblemen/delinquent gedrag
- Bede oriëntatie op comorbide problemen
- ADHD/Depressie/Autisme/LVB/Middelen Misbruik etc.
- Inventarisatie van protectieve/risico factoren
Hoe ziet het Risk Need Responsivity - model er uit?
- Risk - behandeling afstemmen op recidiverisico
- Risicotaxatie instrumenten - Need - behandeling richt zich op
- Dynamische risicofactoren, die de kans op recidive vergroten (criminogene behoefte) dan wel de kans op rehabilitatie doen afnemen (responsiviteit/handhaving) - Responsivitiy - afstemming van behandeling op individu- flexibiliteit
Wat zijn de ‘Central Eight’ criminogene behoeftes?
Individuele factoren
- Geschiedenis antisociaal gedrag
- Antisociale grondhouding/persoonlijkheid
- Impulsiviteit, Thrill seeking, Rusteloosheid, Agressief gedrag
- Pro-criminele attitudes
- Rationaliseren van delicten, negatieve houding t.o.v. justitie
- Middelenmisbruik
Contextuele factoren (maatschappelijk functioneren)
- Pro-criminele sociale omgeving
- criminele vrienden, isolatie van prosociale anderen
- Problemen familie-/partnerrelaties
- Mishandeling binnen gezin, problematische partnerrelatie
- Problemen school/werk
- Problemen pro-sociale vrije tijds/dagbesteding
Wat houdt Responsiviteit in het RNR model?
Specifieke afstemming
- Afstemming van behandeling op intelligentie, gender, leerstijl persoonlijkheid van individu
Algemene responsiviteit
- Effectieve interventies gebruiken (CGT)
- Deskundige ervaren therapeut
- Vorm behandeling (rollenspel, oefenen)
- Behandelrelatie
From risk assessment to risk management: matching interventions to adolescent offenders’ strengths and vulnerabilities (Sing et al., 2014).
In hoeverre wordt er gewerkt volgens het RNR model?
Risk: is er een match tussen aantal strengths & vulnerabilities en aantal behandelingen?
- Vooral op individueel-niveau weinig
Need: worden de ‘kritieke risicofactoren’ behandeld?
- Ongeveer in 50% van de gevallen
Responsivity: krijgen de belangrijkste strengths aandacht in de behandeling?
- Ongeveer in 25% van de gevallen
From risk assessment to risk management: matching interventions to adolescent offenders’ strengths and vulnerabilities (Sing et al., 2014).
Hangt werken volgens RNR model samen met minder problemen?
Risk: betere match strengths en interventies > minder externaliserend probleemgedrag. Betere match vulnerabilities en interventies > geen relatie externaliserend probleemgedrag
Need: betere match kritieke risicofactoren en interventies > minder externaliserend probleemgedrag
Responsivity: betere match belangrijkste strengths en interventies > minder externaliserend probleemgedrag bij jongens
Many, more, most: 4 risk profiles of adolescents in residential care (Janssen-de Ruijter et al., 2017)
Is er een patroon in risicofactoren?
Niet enkel ernst, type en grootte van risicofactor maar ook onderlinge samenhang.
4 groepen op basis van risicofactoren
- Groep 1: Individueel (drugsgebruik) - peers (criminieel milieu) - school (spijbelen)
- Groep 2: Individueel (drugsgebruik) - peers (criminieel milieu) - school (spijbelen) - gezin (kindermishandeling)
- Groep 3: afwijzing leeftijdsgenoten (peers)
- Groep 4: kindermishandeling en huiselijk geweld (gezin)
eHoe zien de risicoprofielen na ontslag van zorg er uit? (Janssen-de Ruijter et al., 2021)
48% minstens 1 delict na ontslag
Groep 3 (peers): minste aantal delicten
Groep 1 (Individueel/peers/school) & 2 (individueel/peers/school & gezin): meer delicten (licht, middelzware en zwaar) dan groep 3
Groep 4 (gezin): vergelijkbaar aantal middelzware delicten als groep 1 & 2, meer middelzware en zware delicten dan groep 3
+ Eerdere veroordelingen hoogste aantal severe delicten in vergelijking met ander groepen met eerdere veroordeling