College 3 - Trauma, kindermishandeling en psychopathologie Flashcards

1
Q

Wat is de definitie van “Trauma” volgens DSM-5?

A

Blootstelling aan een feitelijke of dreigende dood, ernstige verwonding of seksueel geweld op een (of meer) van de volgende manieren:
- Zelf ondergaan
- Getuigen
- Indirect- familie of goede vriend, geweld of ongeval
- Herhaalde of extreme blootstelling aan aversieve details van de gebeurtenis (meestal gebonden aan werk)
- Bij jonge kinderen < 6 jaar is indirect ook het ervaren dat het een ouder is overkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn ingrijpende gebeurtenissen volgens de richtlijnen van Jeugdhulp en Jeugdbescherming?

A

Extreme bedreigende situaties
Onmacht
Voorbeelden:
- Kindermishandeling
- Getuigen van geweld
- Oorlog en terrorisme
- Gepest worden
- Verlies van geliefden
- Medische behandelingen
- Natuurrampen
- Verkeersongelukken
- Uithuisplaatsing
- Psychopathologische ouders
- Overleiden ouders
- Scheiding ouders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt enkelvoudig trauma in?

A

Het trauma komt van een eenmalige gebeurtenis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt meervoudig trauma in?

A

Het trauma komt door verschillende ingrijpende gebeurtenissen of een gebeurtenis die zich herhaald.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houdt meervoudig interpersoonlijk trauma in?

A

Het trauma komt door een gebeurtenis binnen interpersoonlijke context en heeft een herhalend en langdurig karakter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt depersonalisatie in?

A

Een dissociatieve reactie; ervaringen van onwerkelijkheid of vervreemding, alsof de betrokkene zichzelf van buitenaf waarneemt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt derealisatie in?

A

Een dissociatieve reactie; Ervaringen van onwerkelijkheid of vervreemding, alsof de omgeving als onecht of vervormd wordt waargenomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt emotionele verdoving in?

A

Een dissociatieve reactie; gevoelens zijn afgevlakt en worden niet meer waargenomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe manifesteert psychotrauma zich in de verschillende ontwikkelingsfases?

A
  1. Babytijd: Eetproblemen, slaapproblemen, huilen
  2. Peutertijd/Kleutertijd: Hulpeloosheid, angst, regressie of vertraging in ontwikkeling, agressie, scheidingsangst, slaapproblemen, schuldgevoelens, verwarring, woede, herhaling gebeurtenis in spel
  3. Schoolse leeftijd: Lichamelijke klachten, slaapproblemen, concentratieproblemen, schoolprestaties stagneren, schuldgevoelens, problemen zelfvertrouwen, vermijden om andere te belasten, herbeleven
  4. Adolescentie: Autonomie vs afhankelijkheid, angst, schaamte, depressiviteit, doen alsof er niets aan de hand is, herbeleven, problemen op school, thrill-seeking, middelenmisbruik, afsluiten voor innerlijke processen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe manifesteert psychotrauma zich in de babytijd?

A
  • Eetproblemen
  • Slaapproblemen
  • Huilen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe manifesteert psychotrauma zich in de peuter/kleutertijd?

A
  • Hulpeloosheid
  • Angst
  • Regressie of vertraging in ontwikkeling
  • Agressie
  • Scheidingsangst
  • Slaapproblemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe manifesteert psychotrauma zich in de adolescentie?

A
  • Autonomie vs afhankelijkheid
  • Angst
  • Schaamte
  • Depressiviteit
  • Doen alsof er niets aan de hand is
  • Herbeleven
  • Problemen op school
  • Thrill-seeking
  • Middelen misbruik
  • Afsluiten voor innerlijke processen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat valt er onder trauma gerelateerde stoornissen & psychopathologie?

A

Reactieve hechtingsstoornis
Ontremd-sociaalcontactstoornis
Posttraumatische stressstoornis (PTSS)
Acute stressstoornis
Aanpassingsstoornissen
Verhoogd risico op:
- Dissociatieve stoornissen
- Angststoornis
- Depressie
- Psychoses
- Gedragsproblemen en agressie
- Persoonlijkheidsproblematiek (o.a. borderline)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn posttraumatische stress-symptomen?

A

Herbeleving
Negatieve stemming
Dissociatie
- Kan ook geheugenverlies, werkelijkheid op andere manier waarnemen
Vermijding
Arousal
- Slaapproblemen
- Concentratieproblemen
- Hypervigiliteit
- Overdreven schrikreacties
- Prikkelbaar (agressie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat valt er onder kindermishandeling?

A

Seksueel misbruik
Fysieke mishandeling
- Münchhausen by proxy
- Shaken baby syndroom
Emotionele mishandeling
Fysieke verwaarlozing
Emotionele verwaarlozing
- Verwaarlozing onderwijs
- Pedagogische verwaarlozing
- Getuigen zijn van huiselijk geweld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Prevalentie kindermishandeling in Nederland

A

Emotionele verwaarlozing komt het vaakst voor. Seksueel misbruik het minste, maar misschien komt door taboe en dat slachtoffers er niet over praten, waardoor het minder gemeld wordt.

17
Q

Wat heeft de Meta-Analyse Adverse Childhood Experiences Study gevonden?

A

Risico op 23 gezondheidsuitkomsten in volwassenheid vergeleken met individuen zonder ACEs
- Klein effect: gebrek aan beweging, overgewicht of obesitas, en diabetes
- Gemiddeld effect: roken, kanker, hart- en vaatziekten en respiratory disease
- Sterk effect: risicovol seksueel gedrag, psychische problemen waaronder depressiviteit, alcohol en drugsproblemen, zelfmoordpogingen en geweld

18
Q

Wat zegt ACE over levens kwaliteit

A

Geen ACE scoort hoger op kwaliteit van leven

19
Q

Wat zegt de meta-analyse Cyr et al. (2010)?

A

Het maakt uit welke soort trauma je hebt meegemaakt, ze hebben niet allemaal hetzelfde effect. Door kindermishandeling zijn kinderen vaker niet veilig gehecht.

20
Q

Childhood life events & trauma in relation with adult depression and anxiety (Hovens et al, 2010). Wat zegt dit onderzoek over childhood life events & trauma en depressie/angst?

A

Childhood life events index & depressie/angst hebben geen relatie
Childhood trauma index & depressie/angst hebben een dose-respone relationship

21
Q

Wat voor invloed heeft trauma op psychopathologie?

A

Veranderingen in neurobiologische ontwikkeling en fysiologische systemen (Danese & McEwen, 2012)
Veranderingen in verwerking van bedreigende situaties (McLaughlin & Lamber, 2017)
Genetische en epigenetische factoren
- Intergenerationele overdracht

22
Q

Welke veranderingen vinden er plaats in de neurobiologische ontwikkeling en fysiologische systemen? (Danese &McEwen, 2012)

A

Hersenvolumes en connectiviteit
- Gebieden gerelateerd aan emotieregulatie (prefrontale cortex, amygdala, hippocampus)
Afwijkingen in HPA-as
- Verhoogde baseline & verhoogde of verlaagde reactiviteit
Immuunsysteem
- Verlaagde reactiviteit immuunsysteem
- Hogere ontstekingsniveaus
- Stress en immuunsysteem gerelateerd aan elkaar

23
Q

Welke invloed heeft trauma op de verwerking van bedreigende situaties? (McLauglin & Lambert)

A

Fouten in het verwerken en interpreteren van sociale informatie
Veranderingen in het herkennen van nieuwe bedreigende of belonende signalen
Verhoogde emotionele reactiviteit
Problemen emotieregulatie

24
Q

Welke invloed heeft trauma op de verwerking van sociale informatie? (McLauglin & Lambert, 2017; Jaffee et al., 2017)

A

Herkennen sneller een boze gezichtsuitdrukking
Labelen meer gezichtsuitdrukkingen als boos
Richten meer aandacht op boze gezichten (attentional bias)
Focus op bedreigende signalen en negeren vaker niet-bedreigende of positieve signalen
Vaker vijandige attributies en agressieve reactie
Moeite met zich veilig voelen, slapen en kalmeren

25
Q

Welke invloed heeft trauma op afwijkende emotionele reactiviteit en regulatie?

A

Verhoogde reactiviteit bij stressvolle of mogelijk bedreigende situaties
- Extreme emotionele reacties
- Verhoogde amygdala reactiviteit
- Afwijkende stressresponse in het autonome zenuw stelsel
Meer moeite met cognitieve emotie regulatie
- Ruminatie
- Minder cognitieve herwaardering
- Moeite met emotioneel conflicterende informatie

26
Q

Welke invloed heeft trauma op emotieherkenning?

A

Mishandelde kinderen:
- Moeite met het herkennen gezichtsuitdrukking
- Moeite met emotie koppelen aan context

Mishandelde ouders:
- Moeite herkennen van emoties
- Atypische gezichtsuitdrukkingen bij woede
- minder ondersteunend in ontwikkeling emotieherkenning

27
Q

Wat zeggen McLauglin & Lambert (2017) over protectieve factoren en veerkracht?

A

Trauma leidt niet automatisch tot psychopathologie
Steun van verzorger/ouder en sociale steun
Veilige gehechtheidsrelatie
Gevoeligheid voor beloning en positieve signalen
Ontwikkeld neurologisch emotieregulatie circuit
- Verbindingen prefrontale cortex en amygdala

28
Q

Wat is de functie van diagnostiek?

A

Uitvragen trauma’s van kinderen en ouders
Kennis van trauma benutten bij inschatten problematiek en keuzes voor diagnostiek
Bepaalt ‘testbaarheid’ van het kind
- Normgroep houdt geen rekening met effecten van trauma
Indicatie geven van waar een kind is op DIT moment in vergelijking tot leeftijdsgenoten

29
Q

Wat zijn volgens de richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming do’s & don’ts?

A

Een neutrale houding aannemen en objectief zijn.
Geen suggestieve vragen stellen.
Niet afwerend reageren op de ingrijpende gebeurtenis door bijvoorbeeld te schrikken, overspoeld te raken, het niet te geloven of te zeggen: “ik vind het heel erg” of “ik begrijp het”.
Voorkom wisselingen van jeugdprofessional en/of overplaatsingen in het verblijf.
De situatie bagatelliseren door bijvoorbeeld te zeggen dat het niet zo erg is, dat het wel meevalt, dat iemand anders er veel erger aan toe is of dat er nu genoeg over gepraat is.