college 2 Flashcards

gehechtheid

1
Q

Mary Ainsworth

A

Ontwikkelde de gehechtheidstheorie na de mental hygiene movement.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

gehechtheidstheorie

A

Verwijst naar de langdurige psychologische verbinding tussen mensen en is één van de meest invloedrijke theorieën binnen de pedagogiek en psychologie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

universality hypothesis

A

Als er sprake van iets is in meerdere culturen, zoals gehechtheidstheorie, er is sprake van gehechtheid en bonding bij kinderen uit verschillende culturen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

John Bowlby

A

Toen hij op vooruitstrevende scholen (zoals een school voor kinderen met gedragsproblemen) ging werken die sterk werden beïnvloed door de destijds dominante theorie (psychoanalyse), kwam hij voor het eerst kinderen met een affectieloos karakter tegen. Hij dacht dat dit kwam doordat de kinderen verlaten waren door hun primaire opvoeders, waardoor hij in conflict kwam met psychoanalytici, die zeiden dat psychische aandoeningen het gevolg waren van onderbewuste fantasieën uit de kindertijd. In de jaren ‘30 deed hij onderzoek naar het scheiden of verliezen van een moeder en 44 diefjes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

44 diefjes

A

In 1944 deed John Bowlby onderzoek met 44 jonge delinquenten en een controle groep van 44 jongeren in dezelfde kliniek, die geen crimineel gedrag vertoonden. Hij stelde dat meer dan 50% van de delinquenten op jonge leeftijd was gescheiden van de moeder, waardoor ze een affectieloos karakter kregen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

cupboard-love theory

A

De aanvankelijke theorie van John Bowlby, waarin hij veronderstelde dat de moeder het kind voorziet in fysiologische basisbehoeften, waardoor het kind de moeder als bron van liefde en bevrediging van basisbehoeften ziet. Deze theorie had echter niet genoeg diepgang, waardoor hij zijn antwoorden uitbreidde naar de ethologie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ethologie

A

Onderzoek naar dierlijk gedrag in hun natuurlijke omgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

imprinting

A

Wanneer dieren alleen iets in een korte, critical periode van hun levens leren, zoals de volgrespons bij ganzen, waarbij ze leren wie de moeder is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

volgrespons

A

Het fenomeen waarbij jonge dieren, zoals kauwen en ganzen, valk na de geboorte sterk de neiging ontwikkelen om het eerst bewegende object dat ze zien te volgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

inherent motivation

A

Kinderen hebben vanaf de geboorte de natuurlijke drang om een band te vormen met hun primaire verzorger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

5 componenten van gehechtheidsgedrag volgens Bowlby

A

Zuigen, grijpen, volgen, huilen en lachen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Harry Harlow en zijn invloed op Bowlby

A

Door het experiment van Harry Harlow met de apen werd Bowlby duidelijk dat de cupboard-love theorie niet klopte, aangezien de baby aapjes de zachte moeder boven de harde moeder met voeding verkozen. Moederliefde bleek cruciaal voor de ontwikkeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

William Blatz

A

Docent van Mary Ainsworth. Hij had de security theorie opgesteld. Ze deden samen onderzoek naar de verschillende maten en domeinen van security.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

security theorie

A

Je bent mentaal gezond als je genoeg zelfvertrouwen hebt om de consequenties van je daden te accepteren, of als je iemand anders in je nabije omgeving hebt die dit kan doen. (van William Blatz)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

sensitiviteit

A

Houdt in dat de moeder let op wat het kind nodig heeft en er accuraat en snel op reageert. Dit is belangrijk voor een veilige gehechtheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

de vreemde situatie procedure

A

Een test om de kwaliteit van de gehechtheid te meten door het kind in verschillende situaties te zetten. Sommige met de moeder, sommige zonder en sommige met een derde persoon in de kamer. Aan de hand van dit meetinstrument verfijnde Ainsworth de drie hoofdcategorieën van gehechtheid.

16
Q

de drie hoofdcategorieën van gehechtheid

A

Van Mary Ainsworth. Veilig gehecht, onveilig vermijdend, onveilig-ambivalent.

17
Q

veilig gehecht

A

Het kind raakt van slag wanneer de moeder weggaat, maar kan weer normaal verder spelen zodra de moeder weer terug is.

18
Q

onveilig vermijdend

A

Het kind laat weinig emotie zien wanneer de moeder weggaat en vermijdt de moeder wanneer ze terugkomt. Het kind speelt door.

19
Q

onveilig-ambivalent

A

Het kind is erg van slag als er een scheiding plaatsvindt van de moeder. Het kind is daarna niet meer te troosten. Het kind is passief, plakt aan de moeder of is boos. Er wordt veel minder gespeeld.

20
Q

Attachment and Loss

A

Wordt gezien als de belangrijkste beschrijving van gehechtheidstheorie. De eigen ideeën van Bowlby zijn hierin verwerkt, maar ook werk van Ainsworth, psychoanalyse, de ethologie en de security theorie.

21
Q

overlevingswaarde

A

Bowlby schreef dat het gedrag van kinderen een overlevingswaarde moet hebben. Het zoeken naar veiligheid bij de moeder wanneer er gevaar dreigt, moet zich hebben ontwikkeld aan de hand van natuurlijke selectie.

22
Q
A