College 11 - Vrije Wil (in wetenschappelijk onderzoek) Flashcards

1
Q

Welke twee voorwaarden worden over het algemeen gesteld aan ‘handelen uit eigen vrije wil’?

A
  1. ) Je moet kunnen kiezen uit meerdere opties (I could have done otherwise)
  2. ) Als je een optie kiest moet het jouw keuze zijn (geen dwang of randomness).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom denken veel wetenschappers dat het probleem van bewuste veroorzaking van handelingen en het probleem van vrije wil hetzelfde zijn?

A

Veel wetenschappers hebben nog een restje van het cartesiaans denken. Ze denken namelijk dat je een vrije wil hebt als je acties worden veroorzaakt door bewuste mentale toestanden. –> je moet controle hebben over je acties.

Jij BENT je bewustzijn, en alles wat onbewust is wordt je dus opgedrongen. —> incompatibilisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Leg Libet’s (1983) experiment uit. Welke (drie) dingen worden er gemeten? Wat is Libet’s conclusie?

A

Libet wilde bewijzen vinden voor zijn dualistische intuïties.

In zijn experiment mat hij deze 3 dingen:

  1. ) het moment van de ervaring van een bewuste keuze (aangegeven met wijzer op klok)
  2. ) hersenactiviteit = bereidheidspotentiaal
  3. ) beweging (vinger optillen)

Tot zijn verbazing zag Libet een omgekeerde volgorde: eerst was er hersenactiviteit en dan pas een bewuste keuze. Hij moest dus concluderen dat er eerst een onbewust keuze gemaakt wordt (intentie) en dan pas een bewuste die op zijn beurt een handeling veroorzaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Leg uit waarom Mele denkt dat Libet de verkeerde conclusie trekt.

A

In andere experimenten van Libet werden proefpersonen gevraagd niet de handeling uit te voeren die ze besloten op dat moment te doen. In die experimenten was ongeveer dezelfde hersenactiviteit te zien als in de experimenten waar de proefpersonen wel handelden op hun keuze.

Mele concludeert hieruit dat de bereidheidspotentiaal niet gelijk is aan een intentie maar aan een neiging. Dus eerst is er een onbewuste neiging en dan een bewuste intentie die het (niet-)handelen veroorzaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Leg uit waarom Wegner denkt dat bewuste wil slechts een illusie is.

A

Experimentele data suggereren dat bewuste wil een illusie is:

Denk aan de I SPY experiment:
Proefpersonen besturen eerst zelf de muis (met bepaalde gevolgen) en later bestuurt de 2de persoon de muis (met andere gevolgen). Toch denkt de proefpersoon achteraf dat ‘ie in beide gevallen zelf de muis bestuurde.

Aan alle oorzakelijke voorwaarden wordt voldaan:
- als x vooraf gaat aan y
- als x en y gerelateerd zijn
- er geen aanwijsbare andere oorzaak is
En toch is er geen causale rol tussen intentie en handelen

Confabulatie: als mensen achteraf verzinnen waarom ze iets hebben gedaan of gekozen (omdat er geen bewuste intentie was voorafgaand aan de handeling).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het verschil tussen Libet’s en Wegner’s idee over de rol van bewuste intenties in de processen die leiden tot handelen? Waarom is Wegner’s idee een probleem voor Mele?

A

Het verschil tussen Wegners idee en die van Libet en Mele is hetzelfde, namelijk dat die bewuste intenties niet bestaan of geen rol spelen. Onbewuste processen veroorzaken de handelingen. We DENKEN alleen dat we dat bewust hebben gekozen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom denken veel filosofen dat bewuste veroorzaking van handelingen en het probleem van vrije wil NIET hetzelfde zijn?

A

Omdat mentale veroorzaking binnen de filosofie gaat over hoe mentale oorzaken (bewust of onbewust maakt niet uit) kunnen bestaan in een fysische wereld (die causaal gesloten is).

Dit staat helemaal los van vrije wil. Vrije wil is de controle hebben over je verlangens. –> compatibilisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly