College 1 Flashcards
1814/1815 (4)
- Artikel 23 GW: alleen lid 1 en 8
- Schoolstichting en inrichting in handen van overheid
- Vergunningenstelsel
- Nederlands hervormde kerk dominant
1848 (3)
- Artikel 23 GW: lid 2, 3 & 4
- Het geven van onderwijs is vrij: vergunningstelsel afgeschaft
- Openbaar onderwijs neutraal
1917 (3)
- Artikel 23 GW: lid 5, 6 & 7
- Pacificatie
- Financiële gelijkstelling openbaar en bijzonder onderwijs
Openbaar (5) VS Bijzonder (5)
Openbaar
-Overheid
-Neutraal
-Interne verhoudingen gebaseerd publieksrecht (bestuursrecht)
-Bestuursrechter bevoegd
-Awgb geldt integraal
Bijzonder:
-Niet-overheid
-Niet-neutraal= richting (tegenwoordig anders)
-Interne verhoudingen gebaseerd privaatrecht, statuten (civiele recht)
-Civiele rechter bevoegd
-Awgb kent uitzondering (discriminatie op stroming)
Klassieke en sociale vrijheid (artikel 23)
Klassiek: Vrijheid van onderwijs
-Vrij om onderwijs te geven
-Verantwoordelijkheid: lid 1
- Vrijheid: lid 2
-Overheidsbemoeienis enkel bij wet
-Bijzonder onderwijs: vrijheid van richting en inrichting
Sociaal: Aanhoudende zorg (lid 1, 1814)
- Garantiefunctie
- Kinderen recht op onderwijs (EVRM)
- Iedereen moet daar naar toekunnen
- Zorgen voor voldoende openbaar onderwijs
Soorten vrijheden (3)
1) Vrijheid van stichting
* Iedereen vrij om onderwijs te geven
* Vrijheid om school op te richten
* Wel beperkt door voorwaarden bekostiging
* Bewijzen dat er voldoende leerlingen naar jou toekomen
2) Vrijheid van richting
* Moet in acht worden genomen bij opstellen deugdelijkheidseisen (lid 5 & 6)
* Welke godsdienstige/levensbeschouwelijke overtuiging
* Heeft een openbare school niet
* Vallen geen pedagogische stromingen over
* Bevoegd gezag
* Voorheen erkende richtingen, inmiddels niet meer
* Artikel 23, lid 5 & 6
3) Vrijheid van inrichting
* Moet in acht worden genomen bij opstellen deugdelijkheidseisen (lid 6)
* Onderwijskundig/ organisatorisch/curriculum
- Vakken die worden gegeven (onderwijskundig)
- Hebben van medezeggenschapsraad (organisatorisch)
* Alle zaken die te maken hebben met bestuur, organisatie en onderwijskundige/pedagogische visie
* Minder sterk dan vrijheid van richting
* Hanteren wachtlijst, zolang duidelijk gecommuniceerd
* Loting/ voorkeursregels indien te weinig plek, zolang duidelijk gecommuniceerd
* Openbaar onderwijs kan wel, bijvoorbeeld pedagogische stroming
Artikel 23, lid 6
Advies onderwijsraad (Art. 23 GW) (3)
1) Stel de democratische rechtsstaat nadrukkelijker centraal
* Burgerschap meer accent krijgen
* Alle scholen moet werken vanuit wet, niet vanuit visie
* Daaromheen (secundair) toevoegen vanuit eigen visie, niet andersom
2) Definieer de buitengrens duidelijker in en vanuit de democratische rechtsstaat
3) Hanteer de democratische rechtsstaat ook als richtsnoer voor overheidszorg
* Laat grensbepaling over aan de wetgever en de rechter (legaliteitsbeginsel)
* Streef naar evenwichtig overheidsoptreden (wetgevingskwaliteit)
* Zorg voor handhaving d.m.v. bestaand instrumentarium
Doorwerking Recht op onderwijs- Artikel 2 Eerste Protocol (EP) EVRM
Verticaal: in relatie tussen overheid en burger –> Toegang afdwingen tot openbare school
Geen horizontaal: Ouders en schoolbesturen –> Niet toegang afdwingen tot bijzonder school
Soorten onderscheid discriminatie (2)
1) Direct:
* Onderscheid o.b.v. één van de verboden gronden
* Kinderen met ouders die stemmen op PVV worden niet toegelaten
2) Indirect:
* Onderscheid o.b.v. neutrale maatstaf dat bepaalde personen met één of meer genoemde kenmerken onevenredig treft
* Je mag geen hoofddeksel (bijv. keppeltje, hoofddoek) dragen -> Discriminatie naar religie
Toelatingsbeleid: (art. 7 lid 2 Awgb) (7)
- Denominatief gesloten toelatingsbeleid
- Manier om eenheid te vormen/in stand te houden
- Onderschrijven: Moet je ook doen, je neemt deel, en bent het er mee eens
- Respecteren: Je hebt er weet van, je hoeft er niet mee eens te zijn
- Moet consequent zijn
- Geen discriminatie op andere persoonskenmerken
- Wel garantieplicht -> acceptatieplicht (artikel 58 WPO)
Gelijke behandeling
- Wezenlijk
- Legitiem
- Gerechtvaardigd
1- Wezenlijk: noodzakelijk voor verwezenlijking grondslag
2- Legitiem: gerelateerd aan grondslag
3- Gerechtvaardigd: Niet gebruiken van uitzonderingsmogelijkheid levert waarschijnlijk en ernstig risico op voor aantasting grondslag
Instrumenten overheid (3)
1) Bekostiging
- School die bekostiging wil ontvangen, moet voldoen aan wettelijke regels of bekostigingsvoorwaarden
- Als scholen niet aan eisen voldoen, kunnen sancties in bekostiging volgen
2) Wettelijke eisen
- Eisen aan bekwaamheid en zedelijkheid van onderwijsgevenden
- Deugdelijkheid en kwaliteit verweven
- Inhoudelijke doelen
- Minimumnormen (basiskwaliteit)
- Eisen openbaar en bijzonder hoeven niet identiek te zijn, maar wel gelijkwaardig onderwijs opleveren
3) Toezicht
- Wordt bezien of de regels of voorwaarden wel worden nageleefd
- Inspectie
§ Operationaliseren eisen
§ Wordt het geld rechtmatig besteed?
§ Kwaliteitsverbetering bevorderen
- Afhankelijk van type onderwijs (zie tabel 2)