Col. 8: zelforganisatie theorie Flashcards

1
Q

Logic of Inversion

A

bestaan van een bepaalde structuur verklaren door te stellen dat de structuur ergens anders in een andere vorm al aanwezig was
- bijv. ligt ergens gecodeerd, zoals genen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bénard cel

A

hete olie gaat vanaf een specifieke temperatuur hexagonale ‘cellen’ vormen
- demonstreert dat materie zichzelf organiseert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Theorie van zelforganisatie

A
  • Turing, Haken, Prigogine
  • materie organiseert zichzelf MITS open systeem!
  • patronen op globaal niveau van systeem ontstaan door talloze interacties van zijn componenten
  • componenten beschikken alleen over info van direct buren, NIET van hele systeem –> geen doelgerichtheid van hele systeem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gedragsregel in biologische systemen

A

Combinatie van positieve en negatieve feedback die werken op dezelfde variabele –> bepaald streefgedrag

  • bijv. vookeursafstand vogels: gaan waar anderen gaan, maar niet te dichtbij
  • kleine afwijkingen tov gedragsregel zijn stochastisch, maar beïnvloeden volgende elementen wel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Haken’s synnergetica

A
  • obv studie laserlicht; E bepaalt golflengte en richting fotonen
  • patronen microscopie en macrosopie hebben circulaire causaliteit, = enslaving principle
  • patroon obv ordeparameter en controleparameter
  • zelforganiserende systemen zijn stabiel; attractor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ordeparameter

A

globale patroon van systeem, = huidige patroon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Controleparameter

A

parameter die zorgt voor transitie naar een ander stabiel patroon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Attractor

A

meest stabiele patroon; verandering is er altijd op gericht om terug te keren naar de attractor
–> relatief stabiel en perturbatie resistent
= acting towards ends!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kugler, Tyervey, Kelso

A
  • beweging is resultaat van zelforganisatie, want perturbatie resistent + acting towards ends
  • 1 set principes zowel levende als levenloze natuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bernstien

A

vrijheidgraden probleem: lichaam heeft te veel DOF om allemaal afzonderlijk aan te sturen door brein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kelso’s vingers

A
  • ordeparameter= faseverschil
  • controleparameter= frequentie/ snelheid
  • -> lage frequentie: zowel anti-fase als in-fase stabiel
  • -> hoge frequentie alleen in-fase stabiel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Genen (Kauffman)

A

genen beïnvloeden zelforganiserende processen

= controle parameters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Predetermined epigenisis of behaviour (Gottlieb)

A

DNA zien als prime mover in ontwikkelingsproces

  • Gottlieb niet eens! want suggereert eenrichtingsverkeer structuur -> functie
  • klopt niet met observaties werkelijkheid! ontogenese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ontogenese

A

ervaringen en sensorische stimulatie beïnvloeden ontwikkeling (= niet aangeboren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Probalistic epigenisis (Gottlieb)

A

ontwikkeling van een organisme op basis van wederkerige beïnvloeding tussen:

  • genen
  • neurale activiteit
  • gedrag
  • omgeving
  • ->bijv omgeving kan genexpressie beïnvloeden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Enslaving principle

A

= circulaire causaliteit: als controleparameter aanwezig –> interacties elementen –> controle parameter (= globaal) –> gedrag elementen –> gedrag globaal enz..