Col. 3 Descartes Flashcards
Mechanisering van de levende natuur door Descartes
Empirisme
stroming in wetenschap; menselijke waarneming is bron van alle kennis
Rationalisme
stroming in wetenschap; menselijke rede is bron van alle kennis
Descartes
- rationalist
- deductief redeneren obv axioma’s
- cogito, ergo sum
- bestaan van God bewezen, omdat volmaakt idee alleen gecreëerd kan worden door iets anders wat volmaakt is
- God is volmaakt, kan niet bedriegen –> alles wat God gemaakt heeft is WAAR
Boommetafoor
Descartes: filosofie zijn als wortels van boom; fundament voor alle andere wetenschap
- filosofie is onzeker => alle andere wetenschappen zullen ook nooit onbetwijfelbare kennis opleveren
Deductief redeneren
uit twee of meer axioma’s volgt een nieuwe stelling die dan ook waar MOET zijn
- methode kennisvergaren Descartes
- Descartes 3 axioma’s gevonden
Descartes’ spin
als je het web van een spin kapot maakt, begint hij steeds op hetzelfde punt met een nieuw web –> GEEN variatie, GEEN intelligentie
de Polignac’s hond
hond loopt rondjes voor hij gaat liggen, in gras is dat functioneel maar binnen niet –> GEEN variatie, GEEN intelligentie
Res extensa
stoffelijke substantie; het lichaam, =machine (uurwerk)
Res cogitans
onstoffelijke substantie; de ziel, NIET onderhevig aan mechanica (wat niet stoffelijk) –> VRIJE WIL
Lichaam-geest dualisme
res extensa en res cogitans staan LOS van elkaar, maar hebben wel INTERACTIE met elkaar
- connectie in pijnappelklier
Mens-dier dualisme
mensen verschillen FUNDAMENTEEL van dieren; dieren GEEN res cogitans –> anders concepten nodig voor begrijpen gedrag
Descartes’ reflex
stimulatie –> vrijkomen animale geesten uit brein –> gaan in spieren zitten –> opzwellen –> verkorten –> beweging
Waarnemingstheorie Descartes
- perceptiesysteem heeft GEEN directe toegang tot wereld; waarnemen van een BEELD
- ziel is alleen bewust van toestand lichaam, en NIET van buitenwereld –> alleen registreren hoe buitenwereld lichaam heeft beïnvloed
- -> waarneming in 3 stappen: fysisch, sensatie, perceptie
1e stadium waarneming
fysieke stadium: stimulus –> breinbeweging
2e stadium waarneming
Sensaties: ziel wordt bewust van toestand lichaam (breinactiviteit) –> ontstaan secundaire kwaliteiten