Chapter 4.2 Flashcards
socialisatie
het proces waarbij iemand bewust en onbewust de waarden, normen en andere cultuurkenmerken van de groep of groepen waat hij bij hoort aan leert
socialiserende instituties
groepen en organisaties die specifieke waarden, normen en gewoonten overdragen
sociale controle
de manier waarop mensen anderen stimuleren of dwingen zich aan de geldende normen te houden
formele sociale controle
Als de sociale controle gebasseerd is op formele regels
In welke vorm vindt sociale controle plaats?
in positieve en negatieve sancties
internalisatie
mensen maken zich waarden, normen en gewoonten eigen en zich automatisch gedragen zoals hun omgeving van hun verwacht
persoonlijke identiteit
het beeld dat iemand van zichzelf heeft
sociale identitiet
het deel van je zelfbeeld dat is afgeleid van de groepem en culturen waarmee je je verbonden voelt
cultuurrelativisme
in deze visie zijn culturen gelijkwaardig aan elkaar en kun je het gedrag van de leden van een cultuurgroep alleen beoordelen naar de maatstaven van die cultuur
cultuuruniversalisme
hierbij ga je uit van het bestaan van universele waarden die voor iedereen geden
etnocentrisme
een manier van kijken waarbij de eigen groep wordt gezien als het middelpunt van alles en allle andere daaraan afmeet