Chapter 1 - Politics and policies in a changing world Flashcards

1
Q

Betekenis politiek Easton:

A

Politics as the binding allocation of values for society as a whole

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Betekenis politiek Lasswell

A

Who gets what, how and when?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Policies

A

A more or less structured set of means and resources that are used to influence specific societal developments and to solve problems in a desired or planned way

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Phases in het beleidsproces:

A

1: agendasetting- indentificatie en selectie van problemen die serieuze aandacht vragen van publieke beleidsmakers, ervanuitgaande dat actie nodig is
2: beleidsformulering- ontwikkeling van een geplande actie voor het dealen met een publiek probleem. Alternatieve opties overwegen.
3: beleidsbeslissing- het meest geschikte voorstel kiezen
4: beleidsimplementatie- toepassing van het beleid door een of meer overheidsorganisaties, gebruiken van de instrumenten om het probleem op te lossen.
5: beleidsevaluatie- om te kijken of de moeite die erin is gestopt het waard was, kijken of het beleid effecctief was. Werkte het beleid?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Key assumptions bij governance

A
  • Government is geen entiteit maar een combinatie van actoren
  • Government is niet de enige actor die maatschappelijke problemen probeert te beïnvloeden
  • Government interventions bestaan uit continue interacties tussen verschillende partijen
  • De capaciteit van governance hangt af van het problem solving capacity van de actoren, mate van mobilisatie, bronnen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Type publieke beleidsvorming:

A
  • Distributieve policies: gericht op de verdeling van nieuwe middelen onder actoren. Verandering van de bestaande distributie of toepassing van actoren
  • Constitutional policies: opstarten van of herinrichten van institutionele afspraken, of het oprichten van nieuwe organisaties met speciale taken.
  • Regulatory policies: gaat om met regulatie en controle van specifieke activiteiten
  • Provisional policies: beleid gefocust op het creëeren van specifieke faciliteiten, zoals dijken of infrastructuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Network society

A
  • Belangrijke rol van informatie
  • Digitalisering maakt verspreiding van kennis mogelijk
  • Beleidsprocessen zijn informatiegebaseerd
  • Hoge afhankelijkheid
  • Hoge mate specialisatie
  • Moeilijk om intelectueel de complexiteit te begrijpen
  • Uitwisseling van relaties
  • Winnaars en verliezers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Liquid society

A
  • Sociale, economische en culturele verandering
  • Instituties verliezen hun functies
  • Mensen zijn ontkoppeld van socialiserende instituties
    1. Mensen moeten eigen leven vormgeven
    2. Persoonlijke autonimiteit is gegroeid door opleiding
    3. Meer keuzevrijheid
  • Onzekerheid en angst
  • Ervaringeneconomie
  • Visuele aspect politiek is belangrijk geworden en ideologie minder (bijv. portretatie in de media)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Risk society

A
  • Veranderende natuur van risico’s door moderniserende maatschappij
  • Risico’s kunnen worden berekend en gecontroleerd wat voor illussie van risico’s zorgt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

The Hollow State

A
  1. De staat als dominante institiutie heeft betekenis verloren
  2. Private beslissingen worden publieker
  3. Afhankelijkheid tussen organisaties toegenomen
  4. Staat is uitgehold
    - Vertical shifts: decentralisatie en internationalisering
    - Horizontale shift: rechtspraak, maatschappelijke organisaties en burger als co-producent
    - Exclusieve recht verloren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is politiek?

A

‘’The way in which societies deal with the balancing an deallocation of values that is necessary to deal with challenges that a society as a political community is confronted with’’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is publiek?

A

‘’The public consists of all those who are affected by the indirect consequences of transactions to such an extent that it is deemed necessary to have those consequences systematically cared for’’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly