C1: Introductie adoptie en pleegzorg Flashcards

1
Q

Artikel: Consensus Statement on Group Care for Children and Adolescents: A Statement of Policy of the American Orthopsychiatric Association - (Dozier, 2019)

A
  1. Healthy attachments with a parent figure are necessary for children of all ages and help to reduce problem behaviors and interpersonal difficulties.
  2. Especially during adolescence, it is critical to balance children’s need for parental control and regulation with their developing needs for autonomy.
  3. Child-sensitive exercise of adult authority is critical to healthy development.
  4. Group care is not an appropriate living arrangement, and it can never substitute for a home environment.
  5. Group care itself may be related to an increased likelihood of problem behavior.
  6. Group care may cause psychological harm even in typically developing children.
  7. Group care for abused and maltreated children also may be physically dangerous.
  8. There is no demonstrable therapeutic necessity for group care to be used as a long-term living arrangement.
  9. Even children who have never experience secure attachments can develop them in appropriate family settings.
  10. Group care should never be used for young children.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Artikel: Adoption in the Service of Child Protection: An International Interdisciplinary Perspective – Palacios et al. (2019)

Noem de drie vormen van permanence and stability uit dit artikel waarmee rekening moet gehouden worden bij adoptie.

A
  1. Legal permanence: het kind moet juridische ouders hebben
  2. Residential permanence: het is van belang dat de zorg in het toegewezen huis blijft.
  3. Relational permanence: het is van belang dat de relaties van het kind blijven bestaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Artikel: Adoption in the Service of Child Protection: An International Interdisciplinary Perspective – Palacios et al. (2019)

Op welke gebieden kan een hoge kwaliteit van het adoptie gezin het risico op negatieve gezondheidsuitkomsten verminderen?

A
  1. Rapid recovery in height and weight, with a slower and more incomplete profile for head circumference
  2. Several years after placement, parental perception of their adopted adolescents are quite positive.
  3. A higher risk of early puberty, particularly in girls, may be related to either adverse experiences prior to adoption or to endocrine changes, such as rapid catch-up growth
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Artikel: Adoption in the Service of Child Protection: An International Interdisciplinary Perspective – Palacios et al. (2019)

Welke veranderingen ondergaan cognitieve ontwikkeling en gerelateerde domeinen?

A
  1. Geen verschil in IQ tussen geadopteerden en niet-geadopteerden, waar geadopteerde meer leerproblemen laten zien dan niet-geadopteerden.
  2. Geadopteerden doen het minder goed dan niet-geadopteerden, maar geadopteerden doen het wel beter dan kinderen in lange termijn pleegzorg.
  3. Wat betreft executieve functies vertonen geadopteerden op bepaalde gebieden gemiddelde niveaus, maar zijn er ook gebieden waarin de negatieve impact van pre-adoptie ervaringen te zien zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Artikel: Adoption in the Service of Child Protection: An International Interdisciplinary Perspective – Palacios et al. (2019).

Wat zegt het artikel over socioemotional en mental health domains?

A
  1. Over time, adopted children’s attachment security increases toward a more normative level of security, although the proportion of insecure disorganized attachment is higher in adopted than in nonadopted children.
  2. Severe early emotional deprivation may remain associated with disinhibited social engagement behavior and with negative thoughts and feelings about close relationships.
  3. Most adopted youth are well adjusted, but adoptees as a group have more mental health problems and are overrepresented in mental health services compared with nonadopted peers.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vanaf welk jaar is adoptie mogelijk in Nederland?

A

1956: Adoptiewet in Nederland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

In Nederland is sprake van ‘sterke adoptie’. Wat houdt dit in?

A

De banden met de biologische ouders worden formeel gezien doorgesneden. Hier tegenover staat ‘zwakke’ adoptie, waarbij meerdere ouders juridisch betrokken zijn bij de opvoeding van het kind. Deze vorm is erg complex en vereist goede samenwerking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verklaar de afname van binnenlandse adoptie na de jaren ‘70.

A

Acceptatie voor ongehuwde en alleenstaande moeders, minder ongewenste zwangerschappen door anticonceptie en de legalisatie van abortus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geef de omstandigheden en motieven van moeders die leiden tot besluit tot afstand ter adoptie (LATAR).

A
  1. Denkt dat het kind beter leven heeft bij adoptieouders - 97%
  2. Acht zichzelf niet in staat - 72%
  3. Zwangerschap laat ontdekt - 69%
  4. Wil haar huidige manier van leven niet opgeven - 67%
  5. Heeft geen kinderwens (meer) - 59%
  6. Ervaart geen band/gevoelens - 56%
  7. Recent belastende thuissituatie - 44%
  8. Geen inkomen/woning/middelen - 44%
  9. Geen betrokkenheid vader van het kind - 39%
  10. Schaamte/schande - 39%
  11. Vindt zichzelf te jong - 31%
  12. Geen sociaal netwerk - 21%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Verklaar de toename van buitenlandse adoptie in de jaren ‘70.

A

Door idealistische overwegingen van linksgeoriënteerde mensen om te zorgen voor een zo’n kind.

Motief adoptieouders tegenwoordig is vaak kinderloosheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verklaar de afname van buitenlandse adoptie in de jaren ‘80.

A

De problemen van de kinderen geadopteerd in de jaren ‘70 kwamen aan het licht, roze wolk was weg.
Economische verslechtering in NL, adoptie is duur.
Aanbod nam af.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Verklaar de toename van buitenlandse adoptie in de jaren ‘90.

A
  1. Beter voorlichting en begeleiding.
  2. Eenouderadoptie mogelijk vanaf 1988.
  3. Beter economie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Verklaar de daling van buitenlandse adoptie vanaf de jaren ‘00.

A
  1. Aanbod andere landen
  2. Vruchtbaarheidstechnieken in NL, dus minder vraag naar adoptie
  3. Veranderende opvatting en aandacht voor misstanden: algehele beeldvorming is dat adoptie niet altijd goed afloopt en ethisch is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat houdt het Haags adoptieverdrag (1993) in?

A

Kinderen en hun familie worden beschermd tegen de risico’s van illegale, onrechtmatige, voorbarige en slecht voorbereide adopties naar het buitenland. Interlandelijke adoptie vindt alleen plaats als het kind daar het meeste baat bij heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat houdt het subsidiariteitsprincipe in?

A

Internationale adoptie als laatste redmiddel. Eerst moeten alle opties in het land van herkomst overwogen worden. Pas als dat niet lukt is internationale adoptie mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat wordt er verstaan onder ‘special needs’?

A
  1. Verhoogd medisch risico
  2. < 4 operaties
  3. Operaties + therapie
  4. Blijvende aandoening
  5. Belaste sociaal-emotionele achtergrond
  6. Gezond
15
Q

Geef aan wat Netwerk en Bestandsplaatsingen zijn.

A

Netwerk: plaatsing in de directe omgeving van het kind. Heeft in principe de voorkeur, want het kind blijft in de vertrouwde omgeving.
Bestand: bij onbekende mensen verblijven die zich hebben aangemeld.

16
Q

Geef aan wat de hulpverleningsvariant en wat de opvoedingsvariant inhouden.

A

Hulpverleningsvariant = perspectiefzoekend. Het is nog niet duidelijk of het kind terug naar de biologische ouders kan.
Opvoedingsvariant = perspectiefbiedend. Het kind kan niet terug naar de biologische ouders.